Agaricomycotina

Betekenis naam: De term agarico is afgeleid van het geslacht Agaricus, dat via het Latijnse agaricum komt van het Griekse agarikos. Het heeft onder andere de betekenis van de paddenstoel die op een lariks groeit, en was een aanduiding voor de tonderzwam (of een andere schimmelsoort met een vergelijkbare toepassing in de tondeldoos). Mycotina is modern Latijn, gebaseerd op het Griekse mukètes, het meervoud van mukès, wat ‘paddenstoel’ betekent. Met de samenvoeging van deze twee termen wordt een brede groep schimmels aangeduid.

De agaricomycotina vormen een van de drie onderstammen binnen de basidiomycota-schimmels, oftewel de steeltjeszwammen. Die naam wil niet zeggen dat de paddenstoelen op een steeltje staan (wat vaak maar niet altijd het geval is), maar dat de sporen in een microscopisch klein steeltje worden gevormd. Het is een moderne groep, op basis van moleculair en genetisch onderzoek en wijkt af van vroegere definities die morfologisch van aard waren.

Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holomycota – Zoosporia – Opisthosporidia – Schimmels – Eumycota – Symbiomycota – Dikarya – Basidiomycota

Agaricomycotina

Agaricaceae
Hydnangiaceae
Hymenogastraceae
Inocybaceae
Lycoperdaceae 
Psathyrellaceae
Strophariaceae
Amanitaceae
Pleurotaceae
Pluteaceae
Mycenaceae
Tricholomataceae
Fistulinacea
Phyllotopsidaceae
Amylocorticiaceae
Boletaceae
Paxillaceae
Sclerodermataceae
Suillaceae
Geastraceae
Gomphaceae
Phallaceae
Cantharellaceae
Fomitopsidaceae
Ganodermataceae
Meripilaceae
Meruliaceae
Polyporaceae
Postiaceae
Sparassidaceae
Een zwam met helder witte, golvende en opgekrulde randen en een roodbruine bovenkant, uitlopend in oranje vlekken op het wit, schijfvormig zonder hoed of steel. Deels bedekt onder herfstbladeren.
Bondarzewiaceae 
Russulaceae
Stereaceae
Dacrymycetaceae 
Tremellaceae