JP's Plantengids
Inhoud blog
  • http://plantengids2.blogspot.be/
  • Ixiolirion tataricum
  • Plumeria
  • Phuopsis stylosa
  • Lagerstroemia
  • Hypocyrta
  • Allium aflatunense
  • Cosmos bipinnatus
  • Convallaria majalis
  • Scilla siberica

    Zoeken in blog





    Mijn favorieten
  • bloggen.be
  • opaweetjes
  • fotoalbum
  • wandelroutes
  • fietsroutes
  • GPS-routes
  • koopjesblog

  • Fruit
    Actinidia Deliciosa
    Cydonia oblonga
    Ribes rubrum

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per jaar
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007

    Vraag & antwoord
    *Het plantenseizoen
    *Luister naar je planten
    *Cissus is zeer gevoelig
    *Cyclamen problemen
    *Uitgebloeide bloembollen
    *Amaryllisbol niet weggooien
    *Blauwe regen met kuren
    * Pioenlegende
    *Roetdauw bij Rozen
    *Planten overwinteren

    JanuariTips
    Januaritips
    Geraniums zaaien

    Februaritips :
    Februaritips

    Maarttips :
    Maarttips

    Apriltips :
    April siertuin

    Meitips :
    Mei-siertuin

    Juni Tips
    Juni Tips

    Tips Juli
    TuinTips Juli

    Augustus Tips
    Tips Augustus

    NovemberTips
    November doe kalender

    DecemberTips
    Tuintips december

    Archief per jaar
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007

    Inhoud blog
  • http://plantengids2.blogspot.be/
  • Ixiolirion tataricum
  • Plumeria
  • Phuopsis stylosa
  • Lagerstroemia
  • Hypocyrta
  • Allium aflatunense
  • Cosmos bipinnatus
  • Convallaria majalis
  • Scilla siberica
  • Crambe
  • Kamerplanten lusten geen leidingwater
  • HET PLANTENSEIZOEN
  • Carissa
  • Symphytum officinale
  • Howeia
  • Exacum
  • Rosa 'Dortmund'
  • Selaginella
  • Acaena magellanica
  • Eupatorium purpureum
  • Paeonia lutea
  • Schizostylis coccinea
  • Chrysanthemum
  • Helianthus salicifolia
  • Planten overwinteren
  • Morus alba
  • Osmanthus burkwoodii
  • Lemna trisulca
  • Harpagophytum procumbens
  • Hippophae rhamnoides
  • Astilbe 'Fanal'
  • ILEX - HULST
  • Hydrangea - Annabelle
  • Cattleya
  • Allium Savitum
  • Crassula
  • Prunella grand. 'Loveliness'
  • Potentilla fruticosa 'Abbotswood'
  • Rosa 'Baron Girod de L'Ain'
  • Helianthemum 'Wisley Pink'
  • Abelia schumannii
  • Centaurea montana
  • Enkianthus campanulatus
  • Ipheion uniflorum
  • Iberis umbellata
  • Sedum acre
  • Tropaeolum majus
  • Viburnum plicatum 'Mariesii'
  • Prunus serrulata
  • Pleione formosana
  • Eucomis autumnalis
  • Hibiscus rosa-sinensis
  • Roetdauw bij Rozen
  • Persicaria amphibia
  • Ctenanthe
  • Cactussen
  • Paprika
  • Abutilon megapotamicum
  • Polystichum
  • Camellia sinensis
  • Gypsophila
  • Fuchsia's
  • Pulsatilla vulgaris
  • Pioenlegende
  • Deutzia gracilis
  • Rosa 'Auslo'
  • Dieffenbáchia
  • Nerium oleander
  • Pilea microphylla
  • Senecio rowleyanus
  • Raphis
  • Callistémon
  • Puschkinia scilloides
  • Graptopetalum
  • Cyclamen problemen
  • Callisia
  • Kalanchoe beharensis
  • Passiflora caerulea
  • Blauweregen met kuren
  • amaryllisbol
  • Solanum Thurino
  • Robinia pseudoacacia 'Frisia'
  • Fittonia
  • Aërides
  • Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
  • Laburnum watererii 'Vossii'
  • Hosta undulata
  • Rosa 'Auslight'
  • Heracleum mantegazzianum
  • Plumbago auriculata
  • Paeonia suffruticosa
  • Rosa 'Auscot'
  • Aeonium arboreum
  • Senecio jacobaea
  • Abies koreana
  • Prunus subhirtella
  • Lobelia erinus
  • Fallopia aubertii
  • Calceolaria Hybride
  • Rosa 'Ausbuff'
  • Sempervivum arachnoideum
  • Sisyrinchium californicum
  • Hydrangea paniculata
  • Buxus-ziekten
  • Dryas octopetala
  • Geranium cinereum 'Ballerina'
  • Fritillaria Bucharica
  • Caesalpina giliesii
  • Cydonia oblonga
  • Malus toringo
  • Rosa 'Ausbord'
  • Lychnis chalcedonica
  • Veronica longifolia
  • Tuintips voor Augustus
  • Liatris spicata
  • Lonicera caprifolium
  • Clerodendrum trichotomum
  • Pterostyrax hispida
  • Laburnocytisus adamii
  • TUINTIPS IN JULI
  • Prunus gondouinii
  • Agrimonia eupatoria
  • Lilium `Mona Lisa'
  • Dorotheanthus
  • Ptelea trifoliata
  • Tuintips in Juni
  • Rosa 'Korliluc'
  • Cornus alba 'Elegantissima'
  • Impatiens balsamina
  • Sandersonia aurantiaca
  • Waldsteinia ternata
  • Prunus lusitanica
  • Oenothera macrocarpa
  • Corokia cotoneaster
  • Clematis 'Madame Baron Veillard'
  • Rhododendron 'Apple Blossom'
  • Platanus acerifolia
  • Kalimeris incisa
  • Mandevilla of Dipladenia
  • Myosotis sylvatica
  • Fritillaria imperialis
  • Rosa 'Swan Lake'
  • Digitalis purpurea
  • Dictamnus albus
  • Pelargonium
  • Ledum groenlandicum
  • Lantana camara
  • Elaeagnus ebbingei
  • Ceanothus
  • Magnolia kobus
  • Taxus baccata
  • Kerria japonica
  • Euonymus alatus
  • Buxus sempervirens
  • Salix integra
  • Pieris japonica
  • Rosa 'Ausblush'
  • Exochorda racemosa
  • Pittosporum tobira
  • Prunus triloba
  • Limonium latifolium
  • Lagurus ovatus
  • Crocus cancellatus
  • Ranunculus ficaria
  • Geranium
  • Maarttips
  • Smilacina racemosa
  • Pernettya mucronata
  • Melilotus alba
  • Malus 'Radiant'
  • Lilium pumilum
  • Rosa 'Frau Astrid '
  • Periploca graeca
  • Pseudofumaria lutea
  • Salix babylonica
  • Kalender Februari
  • Rhipsalidopsis
  • Dracaena
  • Galanthus
  • Begonia sutherlandii
  • luister naar je planten
  • Rosa 'Meitoifar'
  • JANUARI – TIPS
  • Phytolacca
  • Omphalodes verna
  • Eucalyptus niphophila
  • Ranunculus lingua
  • Rosa 'American Pillar'
  • Centranthus ruber
  • Geranium sylvaticum
  • Rosa 'Admired Miranda'
  • Tuintips december
  • Acorus calamus
  • Aeonium arboreum
  • Aristolochia durior
  • Actinidia deliciosa
  • Achillea ptarmica
  • Acer campestre
  • Stapelia hirsuta

    OM HET ZOEKEN IN DEZE PLANTENDATABASE MAKKELIJK TE MAKEN DRUK CTRL-F EN VUL IN HET KADERKE HET GEWENSTE WOORD IN BV."HULST" EN ALLE VERWANTE TEKSTEN MET HET WOORD "HULST" IN VERSCHIJNEN. WEL BLIJVEN KLIKKEN TOT U HET GEWENSTE ARTIKEL GEVONDEN HEBT ------------------------------ HOE MEER REAKTIES ER KOMEN HOE MEER DE SITE WORD UITGEBREID
    30-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Solanum Thurino
     

    Solanum Thurino
    Volksnaam: Appeltje der liefde


    Standplaats:
    Solanum houdt van een lichte koele standplaats, maar niet teveel direct zonlicht. Solanum zal het zeer goed doen op het terras of balkon van augustus tot en met november.
    De plant houd van veel zon tot een klein beetje schaduw

    Kenmerken:
    In huis heeft Solanum liever een koelere plek, dus liever niet in de vensterbank waar de zon op schijnt
    Een algemeen bekende kamerplant, die zich in de late herfst en in de winter met oranjeappeltjes tooit. De geur van de groene blaadjes is niet zo aangenaam. Het is een sterke kamerplant en ze heeft niet zoveel warmte nodig. De normaal verwarmde kamer is voor haar echt te veel van het goede. Van de mooie appeltjes kunt u het langst plezier hebben, als de plant in een vorstvrije kamer geplaatst wordt. In die koele omgeving zult u vooral met lauw water moeten gieten. Eigenlijk kunt u deze plant het best in het najaar aanschaffen. U dient de potgrond goed vochtig te houden en wekelijks een weinig bemesten.

    Laagblijvend struikje met lancetvormige donkergroene blaadjes met een golvende bladrand. De bloemen zijn wit maar onopvallend. Na de bloei komen de ronde bessen die oranje, geel of rood van kleur zijn

    Bloemen :
    De bloemen kleuren van wit tot diep roze/paars en vervolgens kogelronde vuurrode vruchtjes.

    Planten :
    Solanum of Appeltje der liefde is een erg mooi plant. Een miniatuur in de natuur. Goed te gebuiken op potten maar ook in de border mistaan ze niet.

    Eigenschappen:
    vruchten kleuren op zijn vroegst eind augustus en zijn leverbaar tot half oktober.
    Als vroeg in het voorjaar de appeltjes afvallen of verschrompelen, zult u de plant uit de pot moeten nemen, dient u alle oude grond tussen de wortels uit te schudden en voor verse bloemistengrond te zorgen.
    De plant kunt u dan eventueel ook wat terugsnoeien. Zet haar zo koel mogelijk, maar geef haar wel de volle zon. Na half mei kan de plant met pot en al in de tuin worden ingegraven, bij voorkeur op een zeer zonnig plekje. Vergeet het gieten niet. Half oktober moet ze naar binnen.

    Vermeerderen :
    Voortkweken is mogelijk door middel van stekken. Jonge scheutjes kunt u vroeg in het voorjaar in een glazen potje met water zetten, ze zullen er voldoende wortels in vormen. Later kan opgepot worden.
    Voortkweken door middel van zaaien kan ook heel goed, maar dat moet in het vroege voorjaar gedaan worden, in een pot in de warme kamer. Later zal elk plantje apart opgepot moeten worden.

    Weetjes :

    De bessen zijn niet eetbaar en Giftig

    Water en voeding
    Het is belangrijk dat je Solanum voldoende water geeft, in ieder geval de grond niet uit laten drogen. Een maal in de twee weken bijmesten bevorderd de bloei en vorming van de mooi oranje bessen

    Temperatuur
    Jouw Solanum kan goed tegen de koude nachten als deze buiten staat.

    Verzorging
    Regelmatig gieten. Regelmatig nevelen behalve wanneer deze in bloei staat of vrucht draagt. Beter is deze op een omgekeerd bord in een schaal met water te zetten ivm de luchtvochtigheid. Potgrond mag niet uitdrogen.

    Solanum Thurino tomatenzaad

    'Solanum Thurino' is een decoratieve tomaat en met de noodzaak om zo specifiek en zo breed mogelijk opgevat als -je deze niet kunt eten deze tomaten! -

    Niet in de verleiding om eens te proberen.

    Zaai de zaden in februari of maart in de kas (met uw gebruikelijke tomaten), pot op als het groot genoeg is ,dan afharden en laat buiten staan voor de zomer.

    Net als de vorst begint, brengen we ze binnen , ongeveer in het midden / eind oktober, afhankelijk waar je woont en laat in een koele plaats in het huis, maar met goed licht.

    Jeruzalem kers: de kleine Zuid-Amerikaanse struik gekweekt als kamerplant voor zijn overvloedige sierdoeleinden maar giftige rode of gele cherry-sized fruit

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    28-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Robinia pseudoacacia 'Frisia'
     

    Robinia pseudoacacia 'Frisia'


    Botanische naam  : Robinia pseudoacacia 'Frisia'
    Nederlandse naam : Valse acacia, Schijnacacia
    Herkomst         : Nederland
    Bijzonderheden   : takbreuk, zelden in bloei Grondsoort : alle, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig, gevoelig
    Gebruik          : parken, tuinen, industrie
    Hoogte           : 8.00-15.00 m
    Vorm             : bol
    Kroon            : half open
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : juni
    Blad             : bladverliezend, geel
    Twijg/stam       : doorns/stekels


    Standplaats:
    Zet deze boom op een niet te natte goed doorlatende bodem en een beetje beschut voor de wind want Robinia's zijn nogal gevoelig voor takbreuk bij stormweer.
    Deze plant wenst een voedselrijke, droge tot vochthoudende 'gemiddelde' bodem.
    Dus niet te zware of te lichte grond en een vrij neutrale zuurgraad (pH = 6 - 8). Verlangt een plekje in de volle zon en verdraagt zomerse hitte redelijk, mits de standplaats voldoende vochthoudend is. Kan bij nachtvorst in april-mei schade oplopen.

    Kenmerken:
    De bladeren zijn groot, geveerd en mooi goudgeel gekleurd. Aan de takken zitten stevige doorns die op jeugdige leeftijd roodachtig gekleurd zijn. Afkomstig uit Nederland. Er treedt makkelijk takbreuk op.
    Groeit uit tot een 8 tot 15 m hoge boom, maar kan gesnoeid worden. Decoratief. Windgevoelig.

    Bloemen :
    Komt zelden in bloei. De licht goudgele bladkleur blijft tot in het najaar behouden en kan een donkere beplanting zeer mooi opfleuren

    Snoeien :
    Weinig snoei nodig. Na de winter dode takken wegsnoeien. Krooncorrecties kan je in juni uitvoeren. Je kan de boom ook knotten in november-december.

    Gebruik :
    Toepassing en gebruik: bladplant - snoeibaar - herfstkleur

    Eigenschappen:
    Matig groeiend. De grote bladeren zijn koperkleurig bij het uitlopen, later goudgeel. De jonge takken zijn bezet met wijnrode doornen. De groeiwijze van 'Frisia' is minder sterk dan bij de soort. De bladeren zijn groot, geveerd en mooi goudgeel gekleurd. Aan de takken zitten stevige doorns die op jeugdige leeftijd roodachtig gekleurd zijn

    Vermeerderen :
    Door zaaien of veredelen

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    27-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fittonia
     

    Fittonia

    Standplaats:

    Tevreden met minder licht. Geen volle zon. Geschikt voor een donkere plaats in de huiskamer. Minimum in de winter 15°C. Hou de temperatuur zo constant :mogelijk (18-21°C)

    Kenmerken:
    Fittonia behoort tot de familie van de Acanthaceae (Acanthusachtigen). Fittonia groeit van oorsprong in de tropen van Peru, als bodembedekker in de schaduw van hoge bomen.
    Laaggroeiende kruidachtige planten die gekweekt worden om hun mooi getekend blad

    Bloemen :
    De geelachtige bloempjes verschijnen meestal in het voorjaar
    kleuren wit, roze, groen en zelfs bijna zwart. Daarnaast zijn ook allerlei kleurcombinaties mogelijk. De onderkant van de bladeren is altijd lichtgroen.

    Planten :
    Regelmatig benevelen bij een kamertemperatuur van 18°C.
    Gebruik gedistilleerd water of regenwater.
    Regelmatig toppen om de plant compact te houden

    Gebruik :
    De plant is geschikt als solitair, als tapijtbeplanting, bijvoorbeeld voor het afdekken van de potkluit van grote planten, en als aandachttrekker in minilandschapjes.

    Eigenschappen:
    een lage, kruipende bodembedekker met gemarmerde bladeren.
    De bloei is onbeduidend.

    Vermeerderen :
    Makkelijk te vermeerderen door het nemen van stengelstekken.
    Door stekken op warme voet in het voorjaar bij 20°
    Bewortelde uitlopers kunnen ook prima als stek dienen,toppen om een bossige groei te bekomen
    Stekgrond : een mengsel van 4 delen verpakte potgrond,1 deel scherp zand en 1 deel turfmolm

    Soorten :
    Fittonia verschaffeltii ,verschaffeltii is kleinbladig.
    Fittonia superba. Superba is grootbladig,

    Weetjes :

    Fittonia is genoemd naar de gezusters Elizabeth Fitton en Sarah Mary Fitton, schrijfsters van enkele populaire botanische werken. In Nederland wordt de plant ook wel mozaïekplant genoemd, vanwege de mozaïekachtige nervatuur op het blad.

    Warmte
    De Fittonia komt uit de tropen, het is dus duidelijk een kamerplant. De kweker heeft echter de nieuwe varianten zó gekweekt dat ze ook bestand zijn tegen temperaturen vanaf 10 °C. Als terras- of balkonplant is Fittonia tegenwoordig dus ook erg leuk (natuurlijk geen felle zon).

    Water
    Maximaal eenmaal per week (lauw) water is onder normale omstandigheden voldoende. Test of de potgrond nat/droog aanvoelt (gewoon je vinger erin steken). De grond mag niet continu erg nat zijn (wortelrot). De binnenbak in een emmer lauw water dompelen is erg effectief; dan wordt alle potgrond (incl alle wortels) even (1 min.) goed doordrenkt. Het overtollig water wel goed uit laten lekken door de gaten onder in de pot. Mochten de bladeren slap worden, dan heeft u de grond waarschijnlijk laten uitdrogen. Geen nood. Fittonia kan tegen een stootje! Dompelen helpt of gedoseerd lauw water geven, zodat de gedroogde grond zich langzaam weer kan volzuigen. De blaadjes zullen dan snel weer overeind gaan staan! Bijmesten is mogelijk, maar niet noodzakelijk.

    Licht
    Felle zon is te extreem voor het blad (het is geen woestijnplant). Elke plant heeft wel (buiten)licht nodig; Fittonia gedijt dan ook het best op een lichte plek in huis. Een flinke bak Fittonia's in een donkere hoek van het huis zal echter ook lang mooi blijven. De hoeveelheid licht is bij Fittonia van invloed op de kleur en het model. Krijgt de bak aan de ene zijde veel meer licht dan aan de andere, dan kunnen de stelen gaan rekken om licht te zoeken. Tip: draai de bak/schaal met Fittonia's regelmatig om!

    Grond
    Normale potgrond voor kamerplanten is nodig om een diepe bak en de gaten tussen de afzonderlijke plantjes te vullen. Verwijder de plastic potjes, zodat de wortels stevig in de aangevulde potgrond staan (en kunnen doorgroeien). Wees niet zuinig, hoe dichter de planten tegen elkaar staan en hoe meer potgrond gebruikt wordt; des te beter ontwikkelt het wortelgestel zich en des te langer is de plant mooi en sterk. Zorg dat de stelen net onder de rand van de pot of bak beginnen, zodat de bladeren mooi boven de pot uit komen.

    Oorspronkelijk
    Fittonia groeit oorspronkelijk in de tropen van Peru, als bodembedekker in de schaduw van hoge bomen. Het blad van de oorspronkelijke Fittonia is groter dan de nieuwe vormen. Fittonia is genoemd naar de gezusters Elizabeth Fitton en Sarah Mary Fitton, schrijfsters van enkele populaire botanische boeken. In Nederland wordt de plant ook wel mozaïekplant genoemd vanwege de mozaïekachtige nervatuur op het blad.

    Kleuren
    De kleur van de fittonia zit hem in de nerven op het blad. Het blad is van oorsprong donkergroen, de kweker heeft de kleurrijke nerf doen uitlopen/verbreden, zodat het groene blad als het ware 'overstroomd' wordt door de kleur van de nerf. Een bijzonder felgekleurd blad is het resultaat. Groen/wit (bijv. Fittonia Snow Anne: bijna sneeuwwit) Rood (het is eigenlijk heel donker/hard roze, dus erg mooi bij bordeaux en fuchsia-roze ondergronden) Hard roze (komt erg mooi uit bij aubergine, donkerroze en zwart) Licht roze/zalm (deze lichte kleur is erg zacht en stijlvol. Het kleurt niet bij snoepjesroze, er zit meer zalm/poederachtig oud-roze in. Geweldig bij zalmkleurige ondergronden, maar ook aubergine, soms terra-cotta, zwart)


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (17 Stemmen)
    19-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aërides
     

    Aërides



    Een geslacht van epiphytal planten, natuurlijke orde van Orchidaceae.
    Deze planten hebben dikke bladeren en grote, helder gekleurde, zoet geurende bloemen.
    Zij zijn inwoners van de warmere delen van Azië, en worden op grote schaal geteeld in kassen.

    Naam :
    Aër betekend lucht, dat wil zeggen dat de plant niet op de grond groeit maar in de lucht op bomen

    Herkomst :
    De tropische wouden van Azié.
    We vinden ze van India tot Japan,groeiend op plekjes in bomen waar rotte bladeren en vogelmest zich verzameld hebben en voor een goede voedingsbodem zorgen

    Beschrijving :
    De meeste epifytische orchideeën beschikken over speudobulben,bovengrondse organen,waarin ze hun voedsel op kunnen slaan.
    Bij Aërides ontbreken deze,deze orchidee heeft een centrale bebladerde stengel die tot anderhalve meter hoog wordt.
    Aan de hangende bloemstengel zitten bij alle soorten veel mooie ,geurende bloempjes

    Standplaats :
    In het volle licht,alleen tegen felle zonnestralen beschermen
    Voor de gevoeligste soorten is een kamerkasje of een gesloten bloemenvenster onontbeerlijk

    Verzorging :
    De verschillende soorten hebben een uiteenlopende warmtebehoefte.
    Het best kan men experimenteren met temperaturen tussen matig en zeer warm

    Water :
    Tijdens de groei is een grote luchtvochtigheid noodzakelijk; veel nevelen dus
    Twee tot driemaal gieten per week is voldoende
    Zorg voor een goede afwatering
    In de winter éénmaal per week gieten

    Verpotten :
    Gebruik een speciaal orchideenmengsel of meng zelf grove varenwortels,veenmos, houtskool en stukjes turf.
    Zorg voor een goede drainage

    Vermeedering :
    Uit zaad

    Soorten :

    -Aërides japonicum: geurende bloemen,groenwit met purperrood,bloeit in de zomer

    -Aërides lawrénceae : geurende zomerbloeier,Wasachtige,wit met purper bloemen

    -Aërides multiflorum :wit met roze en paarse bloemen in de zomer

    -Aërides vandarum : de bekenste soort,witte heerlijk geurende bloemen in de lente

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    11-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
     

    Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'


    Botanische naam  : Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
    Nederlandse naam : Witbonte haagliguster
    Herkomst         : Engeland
    Bijzonderheden   : hagen
    Grondsoort       : alle, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, randen/hagen, tuinen, insecten
    Hoogte           : 3.00-5.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : juni, juli
    Blad             : halfwintergroen, witbont
    Vrucht           : zwart

    Standplaats:
    Deze plant wenst een voedselrijke, droge tot vochthoudende 'gemiddelde' bodem. Dus niet te zware of te lichte grond en een vrij neutrale zuurgraad (pH = 6 - 8). Verlangt een plekje uit de volle zon. Dus bij voorkeur in gefilterd licht van andere planten. Verdraagt zomerse hitte redelijk, mits de standplaats voldoende vochthoudend is. Kan bij nachtvorst in april-mei schade oplopen

    Kenmerken:
    zilverbonte ligustrum geschikt voor hagen. De hoogte na 10 jaar is 300 cm. Deze plant is zeer winterhard,De bladeren zijn witbont.

    Bloemen :
    De bloemkleur is wit. De bloeiperiode is juli.
    Ligustrum ovalifolium 'Argenteum' of bonte grootbladige liguster bloeit met witte pluimen in de periode juni-augustus. Na de bloei vormt deze liguster zwarte besjes

    Planten :
    Planten : De pot 10 minuten in een emmer water laten staan, daarna in de tuin uitplanten. Positie : volle zon, halfschaduw.
    Bij het aanplanten van een haag mag je rekenen op 5 a 6 planten met lopende meter

    Gebruik :
    goede haagplant. Geschikt voor decoratie, niet voor consumptie.

    Eigenschappen:
    Als je tijdens de bloeiperiode naast een ligusterhaag loopt merk je een aangename bloemgeur op. De witte bloemen verspreiden een overweldigende geur.

    Snoeien :
    De eerste snoeibeurt kan het best voor de langste dag van het jaar gebeuren
    Snoei is onnodig maar ze verdraagt het prima, zodat liguster voor vele doeleinden geschikt is. Zelfs voor vormsnoei. Als we liguster toepassen in een haag, moeten we hem direct na aanplant voor tweederde terugsnoeien. De haag wordt dan ook aan de onderkant mooi dicht. We kunnen er natuurlijk ook voor kiezen om met kleine plantjes te beginnen. Liguster groeit vrij snel. Als de haag is dichtgegroeid knippen we haar twee tot driemaal per zomer bij. Als de liguster solitair mag staan, is snoei onnodig en kunnen we eventueel in het voorjaar een enkele oude tak verwijderen

    Na eind september wordt het snoeien van liguster afgeraden zodat de plant zich nog voldoende kan herstellen tegen de komende vorstperiode

    Vermeerderen :
    Liguster is eenvoudig te vermeerderen door het nemen van houtachtige winterstek in het najaar.

    Soorten :
    Ligustrum ovalifolium
    Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
    Ligustrum ovalifolium 'Aureum'

    Weetjes :

    Het nadeel van de snelle groei is dat een ligusterhaag ook minstens drie keer per jaar moet gesnoeid worden.

    Ligusterhagen zijn goede verblijfplaatsen voor de vogels, ook de bessen eten ze graag (voor de mens zijn deze bessen giftig). Hagen zijn ook nuttig om de wind te breken en nieuwsgierige blikken uit uw tuin te houden.

    Het zijn gemakkelijke planten maar zorg er wel voor dat de zon niet rechtstreeks op de wortels schijnt, daar kunnen ze echt niet tegen.

    Ziektes en plagen bij liguster:

    Liguster is wel uitermate gevoelig aan sproeistoffen. Liguster heeft dan ook een vrij oppervlakkig wortelgestel. Het kan gebeuren dat er enkele ligusters afsterven nadat men er te dicht heeft langs gesproeid met een herbicide.

    De liguster bladvlekkenziekte wordt veroorzaakt door Phyllosticta, Cercospora of Ascochyta schimmels vooral onder vochtige omstandigheden. Op de bladeren komen bruine tot zwarte vlekken voor. Bij een zware aantasting vallen ook de bladeren af.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (12 Stemmen)
    10-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laburnum watererii 'Vossii'
     

    Laburnum watererii 'Vossii'


    Botanische naam  : Laburnum watererii 'Vossii'
    Nederlandse naam : Goudenregen
    Herkomst         : Nederland
    Bijzonderheden   : zaad giftig, tros zeer lang
    Grondsoort       : alle, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Wind             : ongevoelig, zeewind bestendig
    Gebruik          : parken, tuinen, solitair, kust/zeewind,
    Hoogte           : 5.00-8.00 m
    Vorm             : spreidend
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Bloeitijd        : mei
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : gekleurd

    Standplaats:
    Licht: zonlicht halfschaduw
    Bodem: Humeus
    Vochtigheid: doorlatend
    Zuurtegraad: Neutraal

    De Goudenregen prefereerd een kalkrijke grond. De soort is gevoelig voor harde wind omdat hij soms een slechte verankering heeft.
    De Laburnum watereri 'Vossii' verdraag geen verharding.

    Kenmerken:
    kleine boom of brede struik, driedelig blad, reukloze bloemen
    Ze zijn afkomstig uit de bergen van Zuid- Europa van Frankrijk tot de Balkan-schiereiland

    Bloemen :
    Mei-juli met gele bloemtrossen
    De Laburnum watereri 'Vossii' bloeit uitbundig geel met trossen in juni. De takken zijn bruingroen. De jonge twijgen zijn groen. De stam van de Laburnum watereri 'Vossii' blijft glad.

    Snoeien :
    De Laburnum watereri 'Vossii' bomen snoeien in de winter of het voorjaar. Houdt u bij de snoei de natuurlijke vormen van de boom aan en verwijder wildopslag, dode en kruisende takken. Snoei nooit meer dan 30% van de takken weg.

    Gebruikt :
    draagt vruchten - geurend - bestand tegen zeewind - bladplant - snijbloem - bloemschikken - snoeibaar - giftig - bijenplant - herfstkleur

    Werkzame bestanddelen:
    Alle delen van de plant zijn giftig en kunnen dodelijk zijn als het in overmaat.

    Symptomen van vergiftiging gouden regen kunnen intens slaperigheid, braken, krampachtige bewegingen, coma, lichte schuim op de mond en ongelijk verwijde pupillen. In sommige gevallen, diarree is zeer ernstig, en soms de stuipen zijn sterk tetanische .

    De belangrijkste toxine in de plant is Cytisine , een nicotinereceptor agonist .
    Het wordt gebruikt als een voedingsmiddel plant door de larven van sommige Lepidoptera soorten,

    Eigenschappen:
    Deze boom heeft donkergroene geveerde bladeren en draagt van het eind van de lente tot het begin van de zomer 60 cm lange, diepgele bloemen in samengestelde trossen. Dit is een variant, die waarschijnlijk door kruising tussen wat oudersoorten is verkregen

    Vermeerderen :
    Uit zachthout stekken
    Uit zaad, direct zaaien na de laatste vorst
    stratificeren of laten overwinteren buiten van het zaad voor het zaaien

    Weetjes :

    Laburnum is van oudsher gebruikt voor de meubelmakerij en inlay, evenals voor muziekinstrumenten.

    Naast dergelijke blaasinstrumenten zoals blokfluiten en fluiten, het was een populaire hout voor Great Highland doedelzak

    Mooi in combinatie meteen onderbeplanting van bijvoorbeeld Waldsteinia, Allium (sierui) en Iris sibirica (Sibirische lis). Of in een heesterborder in combinatie met Syringa (sering) en Viburnum opulus (sneeuwbal).

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    01-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hosta undulata
     

    Hosta undulata


    Botanische naam  : Hosta undulata 'Erromena'
    Nederlandse naam : Hartlelie, Funkia
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw, zon
    Gebruik          : groepen/vakken, randen, solitair, bladplant, snijbloem
    , bostuinen, waterkant
    Hoogte           : 0.80-1.20 m
    Bloeikleur/vorm  : lila, paars, tros
    Bloeitijd        : juni, juli
    Blad             : groen


    Standplaats:
    Zon tot halfschaduw ,Lichte schaduw
    Verlangt een plaats met volle schaduw tussen of bij bomen of struiken en een humusrijke bodem

    Kenmerken:
    Hosta Undulata Erromena heeft middelgrote groene toelopend bladeren met daarop hoge scapes van paarse bloemen.
    Zeer snel groeiende goede bodembedekker
    De bladeren zijn groen en ongeveer 30 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 120 cm. Verdraagt een temperatuur tot -30 gr. C

    Bloemen :
    De bloemkleur is violetpaars en de bloeitijd is van ca. juli tot en met augustus.
    De bloei van de knoppen wordt gestimuleerd door een hoog kalium gehalte 

    Planten :
    De geadviseerde plantafstand is 33 cm. (7-9 st. per m2.)
    Deze plant is ook te gebruiken als borderplant (op een iets zonniger plek). De bodem moet dan wel goed vochthoudend zijn. Het is een opvallende plant, die ook als solitair te gebruiken is.

    Eigenschappen:
    Hosta's zijn vaste planten gekweekt voor hun mooie bladeren, tolerantie voor schaduw, taaiheid,

    Het hogere kalium gehalte zorgt tevens voor een langere bloei en verbetert de kwalitatieve eigenschappen zoals geur van de bloemen. Daarnaast zorgt het hogere kalium gehalte voor een efficiëntere waterhuishouding zodat de planten zuiniger zijn met water.

    Vermeerderen :
    Scheur de plant na vijf jaar, zelden te telen uit zaad

    Soorten :

    • Hosta 'Undulata Albomarginata'
    • Hosta 'Undulata Erromena'
    • Hosta 'Undulata Mediovariegata'
    • Hosta 'Undulata Univittata'


    Weetjes :

    Het blad verkleurt naargelang de zon van donkergroen naar lichtgroen om teslotte te eindigen met wit in het midden, langs de rand heeft het gegolfd blad een groen kleur.

    De bloem van deze Hosta is mooier dan de meeste andere Hosta's

    De naam kan verwijzen naar de Latijnse stam Erro-, om te wandelen, dwalen, of doorvoer (= rond te dwalen).

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (11 Stemmen)
    24-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Auslight'
    ROSA_CLAIRE_ROSE_ROSE_AUSLIGHT_ENGLISH_ROSE_DAVID_AUSTIN 

    Rosa 'Auslight'

    Botanische naam  : Rosa 'Auslight' ('Clare Rose')
    Nederlandse naam : Engelse roos
    Herkomst         : Engeland
    Bijzonderheden   : grote, gevulde bloem
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : engelse rozen
    Gebruik          : groepen/vakken, tuinen
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : geurend, roze
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : doorns/stekels

    Standplaats:
    Om de bloeitijd en de gezondheid van de rozen te waarborgen, is het belangrijk dat de rozen in een humus-, voedindsrijke grond staan. Ook is een afgewogen en regelmatige bemesting belangrijk voor een goede groei Rozen zijn zonaanbidders en staan daarom het liefst op een zonnige, warme en luchtige plaats in de tuin.

    Kenmerken:
    De groei is sterk en recht omhoog. Geschikt als snijbloem. Een mooie openbloeiende "Engelse roos".

    Bloemen :
    Bloeitijd van juni tot oktober
    De bloemen zijn zeer mooi gevormd in dichte bundels met een zachte roze tot bijna witte kleur. De geel, vol gevulde bloemen zijn in het begin schaalvormig, eenmaal volbloeit bloeit de plant met platte rozetvormig en geurende bloemen.

    Planten :
    Rozen kunt u het beste tweemaal per jaar mesten met rozenmest. Aangeraden wordt om rozen na de eerste snoeibeurt in maart te mesten en na de eerste bloei in juni. Rozen kunnen last hebben van luis, sterroetdauw en/of meeldauw. Er bestaan biologische gewasbeschermingsmiddelen die deze aantastingen vookomen of bestrijden.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    22-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heracleum mantegazzianum
     

    Heracleum mantegazzianum

    Botanische naam  : Heracleum mantegazzianum
    Nederlandse naam : ReuzeBereklauw
    Herkomst         : Klein-Azië, Kaukasus
    Bijzonderheden   : drachtplant, 2.50 m, zaait uit
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Gebruik          : solitair, verwildering, snijbloem, droogbloem, giftig, insecten
    Hoogte           : > 1.20 m
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, scherm
    Bloeitijd        : juli, augustus
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Deze tweejarige plant houdt van verstoorde, voedselrijke grond
    Op vochtige, zeer voedselrijke grond op bermen, in tuinen, plantsoenen en struweel

    Kenmerken:
    Stengel rood gevlekt. Bladen enkelvoudig, dubbel geveerd, vaak meer dan 1 Maritiemdistrict lang. Scherm met 50-150 stralen, tot 50 cm in doorsnede.
    is een tweejarige plant, maar kan ook meerjarig zijn en stamt uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Het is een in de Benelux als exoot voorkomende plant uit Zuidwest-Azië. In de 19e eeuw is de soort als tuinplant in Europa geïntroduceerd.
    Zoals de naam al zegt heeft de plant klauwvormige bladeren en is ze nauw verwant aan de Gewone berenklauw, maar veel groter. Een nog veel sterker gelijkende verwant is de Perzische berenklauw.

    Bloemen :
    Bloeimaanden: Juli t/m september.
    Het eerste jaar blijft de plant laag (ca. 50 cm), het jaar erop is hij meestal volgroeid en bloeit van juni tot augustus met een variabel aantal schermen vol witte bloemetjes. Na gebloeid te hebben sterft de plant af.

    Planten :
    langs wegen en overige plaatsen die niet begraasd of bewerkt worden. De reuzenberenklauw wordt anno 2010 steeds vaker in verstedelijkt gebied aangetroffen en mede door de giftige uitwerking bij contact in toenemende mate als een probleem ervaren wordt de soort beschouwd als een onkruid

    Gebruikte delen:
    Gedroogde stengels en bloemschermen met vruchten eraan zijn populair voor gebruik in droogboeketten

    Werkzame bestanddelen:
    Het is verstandig bij het werken met de plant volledig gekleed te zijn (lange broek, lange mouwen, handschoenen). Een veiligheidsbril is, zeker bij mechanische bestrijding, aan te bevelen. Bij zonneschijn is extra voorzichtigheid op z'n plaats, het effect van contact met het plantenvocht in combinatie met zonlicht is gelijk aan dat van carbolineum

    Eigenschappen:
    Wel bevat het sap van de plant furocoumarinen, die voor mensen sterk fototoxisch zijn.
    Blootstelling aan zonlicht na contact met het sap kan bij sommige mensen na 24 uur rode jeukende vlekken veroorzaken, die gevolgd worden door zwelling en blaarvorming (fytofotodermatitis). Het letsel kan eruitzien als een brandwond en het kan twee weken duren voordat het genezen is.
    Als litteken kan er een bruinverkleuring optreden.
    Wanneer het sap in de ogen komt, kan dit tot blindheid leiden.
    Als voorzorgsmaatregel moet dus elk contact met het plantensap vermeden worden; als dit toch gebeurd is, moet het sap zo snel mogelijk afgespoeld worden en moet blootstelling aan zonlicht van de huiddelen die in contact geweest zijn met het sap vermeden worden.

    Vermeerdering :
    Omdat de plant zich aan maaien aanpast, dient er herhaald gemaaid te worden, om te voorkomen dat de plant in bloei komt en tot zaadvorming overgaat.

    Soorten :
    Er zijn ongeveer 60 soorten van dit geslacht

    Weetjes :

    De reuzenberenklauw is niet giftig, althans in vergelijking met b.v. monnikskap (Aconitum) of de Taxus baccata, vooral schapen zijn er dol op

    In de landen waar de plant oorspronkelijk vandaan komt blijkt een combinatie van een soort aaltje en een soort kever de plant onder controle te houden. Het aaltje belaagt de wortels van de plant, de kever de bovengrondse delen.

    In Nederland wordt een schimmel toegepast. De planten moeten er in het voorjaar mee worden behandeld. Anderhalf jaar later is de reuzenberenklauw ter plaatse verdwenen

    De stijve stengelharen op rode knobbeltjes maken bij aanraking gemakkelijk wondjes in de huid, waarna het sap van de plant de huid overgevoelig maakt voor zonnestraling. Daardoor kan de plant bij zonnig weer jeuk, forse blaren of soms zelfs bloedvergiftiging veroorzaken. (De werkzame stof - furocumarine - komt overigens ook in andere Schermbloemigen voor, maar door hun spaarzame of zachte beharing of tengerder bouw zorgen deze veel minder vaak dan Reuzenbereklauw voor overlast.) Eén enkele plant kan vele duizenden nakomelingen voortbrengen.

    Het woord Heracleum komt van de Griekse halfgod Heracles/Hercules. Het mag met recht een geslacht met krachtpatsers onder de planten genoemd worden. Ruw behaard, grof door grote kroezige bladsegmenten en de buikige bladscheden, soms manshoog met wijd uitdijende stengels.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    18-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Plumbago auriculata
     

    Plumbago auriculata


    Botanische naam  : Plumbago auriculata
    Nederlandse naam : Loodplant,mannentrouw
    Herkomst         : Zuid-Afrika
    Bijzonderheden   :
    Vochtbehoefte    : 's zomers rijkelijk
    Licht            : zon
    Bloeikleur/vorm  : lila
    Blad             : wintergroen
    Vermeerdering    : stekken
    Voedingsbehoeft  : elke week
    Overwintering    : temperatuur 4- 8 ø, licht, donker


    Standplaats:
    In ons klimaat wordt Plumbago best als terrasplant behandeld.
    Vanaf mei/juni kan de Plumbago op een zonnige (volle zon) en beschutte plaats buiten worden gezet. Bij voorkeur tegen een zuidmuur.
    Loodglans kan men de ganse zomer in de pot houden op een plaatsje in de volle zon. De ganse zomer door rijkelijk begieten.

    Kenmerken:
    Plumbago auriculata of mannentrouw is afkomstig uit Zuid-Afrika. In het vorstvrije Middellandse Zeegebied vaak in tuinen te vinden. Bij ons is hij een geliefde kuipplant omwille van zijn lange bloeitijd.
    De Plumbago is een groenblijvende klimplant, die geleid en gesteund dient te worden. In een kuip kan ze anderhalve meter hoog worden, in de volle grond zelfs drie tot vier meter. De langwerpige bladeren staan verspreid langs de stengels.

    Bloemen :
    De bloemen verschijnen aan het eind van de lange ranken.

    Planten :
    De plant wordt best voor de eerste nachtvorst naar binnen gehaald en moet overwinterd worden op een, koele, lichte plaats bij een temperatuur tussen 5-15°C.
    Bij deze temperatuur zal de plant zijn blad behouden.
    Bij overwinteren op een donkere en koele plek verliest Plumbago zijn blad.In de winter net voldoende water geven om uitdroging van de aarde te voorkomen.
    De ruimte regelmatig luchten om aantasting van insecten en ziektes te voorkomen.
    Plaats de plant in potten met humusrijke, vochthoudende maar goed doorlatende grond.
    Zorg voor een goede drainage.
    Verpotten gebeurt het best in het voorjaar.
    Tijdens de bloeiperiode regelmatig voedsel geven.

    Eigenschappen:
    Standplaats lichtbehoefte: zon
    geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema
    deze plant vraagt of gedijt goed op vochthoudende gronden

    Vermeerderen :
    Middels het nemen van een topstek kan de Plumbago vermeerderd worden. De beste tijd daarvoor is het najaar. Neem een half verhoute stek en plant deze in een pot met grond. Zet er een plastic zak overheen, waarbij het van belang is het geheel dagelijks te luchten. Spoedig zal de stek wortelen, waarna de zak verwijderd kan worden. Het volgende voorjaar kan de nieuweling naar zijn definitieve bestemming verhuisd worden.

    Snoeien :
    Direct na de bloei dienen de bloemstengels teruggesnoeid te worden. Door bovendien de stengels tot 25 centimeter in te korten, worden er weer nieuwe stengels met bloemen gevormd. In de winter kan de plant gefatsoeneerd worden door takken flink terug te knippen en oude stengels te verwijderen.

    Soorten :
    Plumbago auriculata 'Alba' heeft zuiver witte bloemen.

    Weetjes :

    de kleverige haartjes aan de bloemkelk blijven makkelijk aan de kleren hangen en verklaren de Nederlandse naam (mannentrouw) van deze plant.

    Ze wordt ook wel loodplant genoemd vanwege het vettige, loodgrijze vocht dat de beschadigde wortels afscheiden.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
    12-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paeonia suffruticosa
     

    Paeonia suffruticosa

    Botanische naam  : Paeonia suffruticosa
    Nederlandse naam : Gewone boompioen
    Herkomst         : Oost-Azié
    Bijzonderheden   : grote bloem, vaak gevuld
    Grondsoort       : humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, solitair
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : bol
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : bladverliezend


    Standplaats:
    Verlang eerder droge grond op een zonnige warme plek, in de winter voor bedekking zorgen.
    Grond bestaande uit verteerde graszodenaarde verrijkt met verteerde stalmest geeft een heel goed resultaat

    Kenmerken:
    Uit China afkomstige struik die bloeit in het voorjaar met zeer grote bloemen. De bloei zal overvloedig zijn alleen na een strenge koude winter maar de vorst kan de komende bloeitoppen wel vervriezen. Plant ze in de volle zon of een plaats met heel weinig schaduw en beschut. Hij groeit tot 2m hoog en even breed. Een boompioen hoeft U niet te snoeien tenzij heel zwakke takken

    Bloemen :
    De bloemkleur is divers.
    Deze plant is goed winterhard.
    De bloeiperiode is april – mei.
    Verwijder uitgebloeide bloemen voor een goede bloei, maar niet alle: in de bloemen wordt fraai gekleurd zaad gevormd.

    Planten :
    De beste tijd om pioen te planten is september - oktober. De ogen op de wortelstokken mogen niet dieper dan 5 cm onder de grond worden geplant
    De geadviseerde plantafstand is 58 cm. (1-3 st. per m2.)

    Gebruikte delen:
    Pioenboom. Andere namen voor de Paeonia suffruticosa zijn Bergpioen en Boompioenroos. 'Mu Dan Pi' noemt men dit kruid in China. De wortelschors wordt gebruikt, de smaak is bitter en scherp.

    Werkzame bestanddelen:
    Aan de zaden van de pioen werd een geneeskrachtige werking toegeschreven: tegen vallende ziekte en het tegengaan van nachtmerries

    Eigenschappen:
    De bloemkleur is geelachtig gevuld en de bloeitijd is van ca. mei tot en met juni.
    De bladeren zijn groen en ongeveer 90 cm. hoog.
    De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 125 cm.
    Verdraagt een temperatuur tot -20 gr. C.
    Is goed verkrijgbaar.

    Vermeerderen :
    Pioenen worden vermenigvuldigd door scheuren of delen en door zaaien.
    zaaien in de herfst
    Oude planten kunnen we eventueel verjongen door ze in het voorjaar (april) tot vlak boven de grond terug te snoeien. Ze zullen vervolgens weer snel uitlopen. Op dezelfde manier verwijderen we ernstige vorstschade

    Soorten :

    • 'High Noon' geel/bruin
    • 'Kinkaku' dubbel oranje
    • 'Shin-Kumagaii' roze/paarsroze
    • 'Shin-Shichifukujin' roodroze
    • 'Tamafuyo' zachtroze
    • 'Teni' zachtroze/wit
    • 'Yachiyo Tsubaki' zilverroze, halfdubbele bloemen


    Weetjes :

    De Latijnse naam Paeonia is afgeleid van het Griekse Paion, de geneesheer van de Griekse goden, of paionia, een plant uit het oude Griekenland.

    In het vroege voorjaar behandelen met een schimmelbestrijdingsmiddel om grauwe schimmel tegen te gaan.

    Jaarlijks zwaar bemesten.

    Tijdig opbinden.

    Paeonia's kunt u het beste planten in het najaar in de maanden september en oktober. Pioenrozen bloeien niet of slecht wanneer de planten verhuisd worden naar een andere plek in de tuin.

    Vermeerdering door wortelstekken en grote planten zijn ook te scheuren.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    04-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Auscot'
     

    Rosa 'Auscot'

    Botanische naam  : Rosa 'Auscot' ('Abraham Darby')
    Nederlandse naam : Engelse roos
    Herkomst         : Engeland
    Bijzonderheden   : geschikt als kleine leiroos
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : engelse rozen
    Gebruik          : groepen/vakken, randen/hagen, tuinen
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : geurend, roze

    Standplaats:
    Rozen zijn zonaanbidders en staan daarom het liefst op een zonnige, warme en luchtige plaats in de tuin

    Bloemen :
    Engelse struikroos. Bloeit meerdere malen in het seizoen, met enkelvoudige abrikoos gele bloemen .Zeer sterk geurend. Robuust, met sterke vertakking en gezond loof.
    Bloemen van juni tot oktober

    Planten :
    Planten in Voedselrijke ,Kleihoudendende, Humusrijke Zandgrond
    Goed gedraineerd
    Kalkrijke grond

    Weetjes :

    De zeer grote, goed gevulde, schaalvormige bloemen staan alleen of in kleine bundels. De roos is abrikozen-geel van kleur met een schemering van roze en geuren zeer intensief. Mooi gevormd, struikgewas met lange boogvormige takken.

    Zeer rijkelijk- en tot de herfst bloeiend.

    Om de bloeitijd en de gezondheid van de rozen te waarborgen, is het belangrijk dat de rozen in een humus-, voedindsrijke grond staan.

    Ook is een afgewogen en regelmatige bemesting belangrijk voor een goede groei

    Rozen zullen pas echt goed groeien en bloeien als de grond een rijkbemeste grond is. In het vroege voorjaar geeft men bij voorkeur een gift gedroogde koemest, en gedurende het groeiseizoen 2x per jaar rozenmest, liefst in organische vorm,dit is speciale mest welke is voorzien van sporenelementen (vitamines voor de plant) waardoor u gezonde goed bloeiende rozen krijgt. Na augustus moet u de rozen niet meer bemesten omdat de rozen dan te lang zullen doorgroeien. De jonge twijgen zullen hierdoor niet voldoende afharden en niet bestand zijn tegen de winterkou.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aeonium arboreum
     

    Aeonium arboreum

    Botanische naam  : Aeonium arboreum
    Nederlandse naam :
    Herkomst         : Marokko
    Bijzonderheden   :
    Vochtbehoefte    : matig/spaarzaam
    Licht            : zon
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Blad             : wintergroen, rood/bruin
    Vermeerdering    : stekken
    Voedingsbehoeft  : om de week
    Overwintering    : temperatuur 8-12 ø, licht

    Standplaats:
    groeit zowel in de volle zon als in een halfschaduwrijke situatie in een goed doorlatende, zandige grond en een overwegend warme temperatuur.

    Kenmerken:
    Aeonium arboreum is afkomstig van de Atlantische kust van Marokko wordt 60 cm hoog. Deze soort vormt diverse stengels met rozetten vol heldergroene bladeren. In het voorjaar dragen enkele daarvan kegelvormige trossen goudgele bloemen. Wanneer deze zijn uitgebloeid sterft de hele stengel af.

    Bloemen :
    In het vroege voorjaar bloeien deze planten met stervormige gele, rode, roze of witte bloemen.
    Uitgebloeide bloemen worden uitgeknipt.
    De bloemstengel komt uit het hart van een rozet en vertakt zich in verscheidene zijscheuten. Na de bloei sterft de rozet waaruit de bloemstengel kwam af.

    Planten :
    Sommige soorten verdragen lichte vorst.
    's Zomers op een zonnig plaatsje in de tuin.
    Anders een zonnige en koele plaats in huis.

    Gebruik :
    Architecturale plant die kan toegepast worden in moderne interieurs. Vooral de donkerbladige soorten

    Eigenschappen:

    • Standplaats lichtbehoefte: zon
    • deze plant is vorstgevoelig
    • deze plant is wintergroen (groenblijvend)
    • geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema
    • deze plant vraagt of gedijt goed op droge gronden

    Vermeerderen :
    kan worden vermeerderd uit zaad of door stengel- of bladstek in het voorjaar

    Soorten :
    Van Aeonium zijn meer dan veertig soorten bekend
    De meest toegepaste soorten zijn de donkerbladige zoals
    -'Atropurpureum' of
    -'Zwartkop'

    Weetjes :

    Planten die buiten staan eind oktober binnenhalen en koel laten overwinteren bij maximaal 10°C, anders krijgt men een slap blad. Tijdens de rustperiode maar net zoveel gieten dat de wortels niet verdrogen. Hoe koeler ze staan, hoe minder water ze nodig hebben. In deze periode zullen veel blaadjes geel worden en verschrompelen. Na de winterstop, in maart of april, weer regelmatiger beginnen gieten.

    Verpotten
    Iedere lente in een voedzame, doorlatende grond samengesteld uit 2 delen bladaarde, 1 deel scherp zand en 1 deel klei.

    Aeonium is een geslacht uit de vetplantenfamilie (Crassulaceae). De naam komt van het Griekse 'aioon', dat volhardend of eeuwig betekent. Dit is om aan te duiden dat ze hun bladeren nooit helemaal verliezen.

    De Aeonium-soorten kruisen gemakkelijk met elkaar en daarom is het moeilijk de soorten zuiver te houden. De soorten die niet monocarpisch zijn kunnen daarom beter gestekt worden om de soort zuiver te houden.

    Het is een vetplant die in de bladeren een waterreserve kan opslaan. De grond weliswaar niet volledig laten uitdrogen. In de winter zeer matig water geven als de plant op een koele plaats staat.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (18 Stemmen)
    27-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Senecio jacobaea
     

    Senecio jacobaea

    Botanische naam  : Senecio jacobaea
    Nederlandse naam : Jacobskruiskruid
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : Giftig
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : droog, normaal, vochtig
    Licht            : zon
    Groep            : vast, tweejarig
    Gebruik          : pionier, grasland
    Hoogte           : 0.30-0.60, > 0.60
    Vorm             : enkeling
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september, oktober
    Vermeerdering    : zaaien
    Voedingsbehoeft  : voedselarm, matig voedselrijk
    Concurrentiekra  : groot

    Standplaats:
    Jacobskruiskruid komt vooral voor op matig voedselrijke zandgronden. De plant mijdt zure en vochtige bodems. Ze komt meestal voor in zonnige, vrij open grazige vegetaties. Vooral op plaatsen waar een verstoring van de bodem is geweest, kan Jacobskruiskruid zich makkelijk vestigen.

    Kenmerken:
    Inheemse plant die van nature voorkomt op schrale gronden met open, kale plekken. Jacobskruiskruid staat veel in de belangstelling omdat deze plant giftig is en vooral voor vee een gezondheidsrisico vormt. De giftige stoffen brengen onherstelbare schade toe aan de lever waardoor dieren sterven.

    Bloemen :
    Senecio jacobaea is een wilde, in de regel tweejarige plant met gele bloempjes
    Jacobskruiskruid heeft een gele stralenkrans van straalbloempjes
    De plant bloeit van juni tot oktober

    Planten :
    In het eerste jaar vormt de plant een onopvallend rozet, waardoor jonge planten vaak over het hoofd worden gezien. In het tweede jaar bloeien de meeste planten, zetten ze zaad en sterven ze af. De stengel van Jacobskruiskruid is veelal iets paars van kleur. De ‘boerenkoolachtig’ gelobde bladeren van Jacobskruiskruid zijn aan de bovenkant donkergroen en aan de onderkant iets wittig van kleur. Waar de plant niet tot bloei komt (b.v. door maaien of beweiding) blijven de planten als rozet aanwezig in de vegetatie

    Werkzame bestanddelen:
    Jakobskruiskruid is giftig voor de meeste zoogdieren, waaronder ook de mens, doordat het zestien verschillende alkaloïden bevat. De bloemen bevatten twee keer zoveel gif als de bladeren. In de plant zijn pyrrolizidine alkaloïden aanwezig in de N-oxide vorm en zijn dan niet giftig. Pas als de plant opgegeten wordt, worden deze verbindingen met name in de dunne darm omgezet in giftige, vrije alkaloïden die de lever aantasten waarbij kleine bloedvaatjes verstopt raken. ('Hepatische veno-occlusie'). Ook bij mensen die geregeld kruidenthee van de plant dronken is dit ziektebeeld beschreven

    Eigenschappen:
    Jakobskruiskruid kan na huidcontact een allergische reactie geven, die "contactallergisch eczeem door composieten" wordt genoemd. Deze allergie kan optreden bij gesensibiliseerde personen na huidcontact of na opname van planten(delen) via de mond.

    Vermeerderen :
    De plant is een pioniersplant en verspreidt zich snel doordat een volwassen plant 75.000 tot 200.000 zaadjes kan produceren, die op open plekken in het gras of de berm makkelijk kiemen. De zaadjes worden door het vruchtpluis met de wind meegevoerd

    Weetjes :

    Runderen en paarden vermijden het plantje normaal gesproken bij het grazen, maar in tijden van droogte en schaarste kunnen ze het wel gaan eten.

    Ze raken eerst verslaafd aan het plantje.

    Als ze een dodelijke dosis binnen hebben gekregen duurt het vaak een paar maanden voordat de symptomen van vergiftiging optreden.

    Daarna duurt het ongeveer nog een week voordat het dier sterft.

    Ter illustratie: in Engeland overleden in 2002 6500 paarden door het eten van Jacobskruiskruid.

    Schapen eten het plantje graag en zijn iets minder gevoelig voor de gevolgen.

    Ze krijgen later echter wel problemen in de groei


    Laat een gemaaide, bespoten of uitgetrokken plant nooit op de grond liggen! Bij het verdrogen verliest de plant zijn bittere geur en wordt daardoor door paarden en andere dieren ineens wel graag gegeten! Bovendien zal de plant proberen om nog snel wat zaadjes te maken

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    25-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Abies koreana
     

    Abies koreana

    Botanische naam  : Abies koreana
    Nederlandse naam : Koreaanse zilverspar
    Herkomst         : Korea
    Bijzonderheden   : veel kegels, trage groei
    Grondsoort       : alle, zand, kalkarm
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Wind             : ongevoelig
    Gebruik          : solitair, tuinen
    Hoogte           : 2-5 m
    Vorm             : breed opgaand
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin, roze, groen
    Bloeitijd        : mei
    Blad             : wintergroen
    Vrucht           : paars, groen, opvallend

    Standplaats:
    De Koreaanse zilverspar kan op alle, niet te kleirijke en natte gronden worden geplant.

    Kenmerken:
    De Koreaanse zilverspar (Abies koreana) of Koreanais is een groenblijvende naaldboom die behoort tot de dennenfamilie (Pinaceae).
    Het is een langzaam groeiende plant die in siertuinen wordt aangeplant en als kerstboom geteeld wordt.
    De naalden vallen bij een afgezaagde boom niet uit

    Bloemen :
    Geeft prachtige rechtopstaande kegels die mooi verkleuren naar paarsachtig.
    De boom vormt al op jonge leeftijd veel 5-7,5 cm lange kegels, die in grote groepen op de takken staan. Hierdoor heeft de boom een hoge sierwaarde. De jonge kegels kleuren zilverblauw. De rijpe kegels kleuren bruin en vallen bij rijpheid uit elkaar. Alleen de spil blijft aan de tak zitten

    Planten :
    De fraaie Koreaanse zilverspar is door de trage groei ideaal voor kleinere tuinen en zelfs in een plantenbak op terras of balkon.en wordt meestal als solitaire blikvanger aangeplant. Na tien jaar is deze meestal nog niet hoger dan 2,5 meter

    Gebruik :
    Coniferen zijn goed te gebruiken om accenten aan de tuin te geven. Een schaarse toepassing ervan brengt rust in de tuin en zorgt voor een gedoseerde afwisseling met bladverliezende gewassen

    Eigenschappen:
    Abies koreana is groenblijvend
    De gladde schors is grijsbruin en bezet met harsblaasjes.
    De takken zijn dicht bezet met zachte, omhoogstaande, aan de bovenzijde glimmende naalden. De 1,2-2,5 cm lange, platte, naar de top toe breder wordende naalden zijn donker- tot grijsgroen. Op de onderkant zijn de huidmondjes in twee zeer brede zilverwitte lengtestrepen, gescheiden door een smalle middennerf, gerangschikt. De punt van de naald is stomp en ingekeept

    Vermeerderen :
    Het zaad is in de herfst rijp

    Soorten :

    • »Abies koreana 'Horstmann's Silberlocke'
    • »Abies koreana 'Piccolo'
    • »Abies koreana 'Prostrate Beauty'
    • »Abies koreana 'Silberlocke'

    Weetjes :

    -Zeer goede naaldbehoudende kerstboom.
    De Abies Koreana is een mooi gevormde kerstboom die zo goed als geen naalden verliest in de huiskamer.
    De zachte naalden zijn glanzend groen en hebben een zilverwitte onderkant, dit geeft deze kerstboom een bijzonder decoratieve waarde.

    -In de kerstperiode bezitten deze sparren vaak ook nog prachtige purperblauwe kegels. In tegenstelling tot de meeste andere sparren, vinden we deze omhoog gerichte kegels zelfs terug op jonge, kleine exemplaren van amper 1 meter hoog.

    -De afgesneden takken verliezen hun naalden niet en zijn dus net als de kegels ideaal voor kerstversieringen en voor het maken van kerststukjes.

    Kenbaar verschil tussen Abies en Picea.

    -Een onderscheid tussen Abies (spar) en Picea (den) kunnen we maken aan de hand van volgende kenmerken.

    -De rechtopstaande, stompe naalden van de Abies (spar) voelen veel zachter aan. -Sparrenkegels zijn altijd rechtopstaand.

    -De hangende naalden van de Picea (den) zijn stekelig.

    -Wanneer we een naald los trekken komt een stukje bast (vlaggetje) mee. -Denneappels zijn steeds neerwaarts gericht

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    19-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prunus subhirtella
     

    Prunus subhirtella


    Botanische naam  : Prunus subhirtella 'Autumnalis Rosea'
    Nederlandse naam : Sierkers
    Herkomst         : Midden-Japan
    Bijzonderheden   : bloem halfgevuld, oktober-april
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Gebruik          : parken, tuinen
    Hoogte           : 5.00-8.00 m
    Vorm             : spreidend
    Kroon            : half open
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : januari, februari, maart, november, december
    Blad             : bladverliezend
    Vrucht           : zwart

    Standplaats:
    In de volle zon tot halfschaduw op een vruchtbare doorlatende bodem met een zuurtegraad die Neutraal/kalkrijk is

    Kenmerken:
    is een dicht vertakte grote struik of middelgrote boom met schuin uitstaande en iets overhangende takken. Hij heeft een brede, open kroon, zodat er genoeg licht doorheen komt voor planten die aan zijn voet groeien. Onderaan is de stam bij oudere bomen meestal kaal, zodat je daar laagblijvende struiken kunt planten. Als hij in blad staat, lijkt hij net een parasol zonder te veel licht weg te nemen.
    De bladeren zijn eerst groen en kleuren in de herfst oranjegeel

    Bloemen :
    Globaal bloeit de struik vanaf oktober tot ver in februari.
    Vaak begint hij al in november te bloeien, en dat kan tot maart/april doorgaan (behalve als het vriest). Soms zie je een door sneeuw bestoven boom staan naast een bloeiende prunus. Je moet goed kijken om het verschil te zien: witroze bloemetjes.

    Planten :
    Je kan hem aanplanten als heester, als halfstammige of als hoogstammige sierboom. De kroon is breed en fijn vertakt.

    Eigenschappen:
    Deze sierlijke kers uit Japan draagt van eind herfst tot in het voorjaar een zee van witte bloemen uit roze knoppen met tussenpozen.
    Deze soort groeit uit tot een kleine boom.
    Kenmerkend zijn de gespreide takken.
    De bloei vindt in de maanden november t/m april plaats

    Snoeien :
    Snoeien kun je bij deze kers maar beter achterwege laten. De struik wordt er beslist niet mooier door

    Soorten :

    • P. subhirtella 'Autumnalis Rosea' 400 - 600 lichtroze bloemen half gevuld

    • P. subhirtella 'Fukubana' 250 karmijnroze dicht vertakte struik, bloemen half gevuld, bloeit in april - mei

    • P. subhirtella 'Pendula Rubra' 500 dieproze treurvorm, bloeit vanaf januari, bloemen enkel

    Ziektes
    De winterprunus is helaas gevoelig voor de zogenaamde verdrogingziekte. Dit gebeurt vooral in het voorjaar als het warmer wordt. Dan slaat de schimmelziekte toe. Bloemen en bladeren verwelken en worden bruin. De ziekte slaat gauw over naar andere prunussen. Je kunt hem bestrijden door de boom met een mosaftreksel te besproeien.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)
    16-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lobelia erinus
     

    Lobelia erinus

    Botanische naam  : Lobelia erinus
    Nederlandse naam : Lobelia, Tuinlobelia
    Herkomst         : Zuid-Afrika
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : 1 jarig
    Gebruik          : borders, kuipen/potten, hangplant, perkplant
    Hoogte           : 0.10-0.30 m
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, blauw
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september, oktober
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Ze staan graag in volle zon maar lichte schaduw deert hen niet.
    De grond mag niet uitdrogen en regelmatig vloeibaar mest toedienen.
    Zonnige standplaats. Verdraagt ook lichte schaduw.
    Uitermate geschikt voor bloembakken, potten, baskets en randplant in perken.

    Kenmerken:
    Een ideale éénjarige voor balkon en vensterbakken, ook voor hangmanden zijn ze best te gebruiken.
    Ze bestaan als opgaande (compacta) of hangende (pendula) Lobelia's.

    Bloemen :
    Langdurig bloeiend met bloemen in diverse blauwtinten
    verkrijgbaar in het wit, hemels- en donkerblauw, roodviolet en blauw met wit oog.
    Na de eerste bloei mogen ze ingekort worden om zo een tweede bloei te bekomen

    Planten :
    Van zodra de ijsheiligen zijn gepasseerd, kunnen de plantjes zonder probleem de tuin in
    Je geeft je planten best 's morgens water. 's Avonds kan ook, maar de planten zijn dan nog vochtig wanneer de avond valt. Dit maakt ze zeer aantrekkelijk voor schimmels en slakken.
    Geef het water zoveel mogelijk aan de basis van de planten en niet op de bladeren of bloemen.

    Gebruik :
    vooral als borderplant in de tuin, maar de lobelia is evenzeer goed geschikt voor in de terrasbak of hangmand. Lobelia's kunnen ook als waterplant voorkomen in sloten of vijvers of in Afrika waar hij makkelijk 7 tot 8 meter kan worden

    Werkzame bestanddelen:
    de lobelia kent zijn toepassing in onze apotheek, hij wordt gebruikt als kruid (plant en zaden).
    Vooral gekend omwille zijn helende eigenschappen voor:

    •Astmatische toestanden
    •Kneuzingen
    •Spasmen
    •Bronchitis
    •Als spierontspanner

    De actieve stoffen die hier spelen zijn: lobeline, isolobeline. (Alkaloïden).

    Eigenschappen:
    De bladeren zijn meest afwisselend geplaatst.
    De bloemen verschijnen vaak in druiventrossen.
    Het vruchtbeginsel is onderstandig. Er ontwikkelt zich een doosvrucht.
    Bij de bloemen wordt het stuifmeel verspreid voordat de stempel bestoven kan worden, waardoor zelfbestuiving wordt voorkomen.
    De meeste soorten hebben helder gekleurde bloemen.
    Veel soorten in de Andes worden door vogels bestoven (kolibries).
    Andere soorten worden door insecten (bijen en vlinders) bestoven.
    Ze bevatten een giftig wit melksap, dat ook op de menselijk huid irritatie kan veroorzaken.

    Vermeerderen :
    zaait zich makkelijk uit in de tuin bij ideale bodemomstandigheden.
    Dit resulteert onherroepelijk tot nieuwe plantjes die zich elders, ver van je oorspronkelijke border ontpoppen.
    De zaadjes kunnen gebruikt worden om plantjes mee op te kweken. We gebruiken hiervoor perspotjes, gevuld met 2/3de kompost en 1/3de wit zand. Vervolgens doen we de zaadjes erover (licht aangedrukt) en houden de potjes vochtig doch niet nat! We letten erop dat de zaadjes niet kunnen uitdrogen!
    Beste kiemtemperatuur moet hoger zijn dan kamertemperatuur.

    Soorten :
    Er zijn tot bijna 400 kleine en zeer hoge soorten.
    Inheemse soorten zijn: blaaslobelia, waterlobelia.

    Lobelia erinus Compacta Group en
    Lobelia erinus Pendula Group

    • Lobelia Erinus - compacte plant met de klassieke blauwe bloempjes
    • Lobelia Vedrariensis - met grote paarsblauwe bloemen die in de late zomermaanden of het begin van de herfst bloeien.
    • Lobelia Cascade Mix - een kleurrijke mix met bloemen in bloei, paarse, rode en witte tinten
    • Lobelia Regatta - met wit gespikkelde bloemen
    • Lobelia Tania - met grote magenta bloemen
    • Lobelia Summit Snow - winterharde lobelia met witte bloemen
    • Lobelia Gerardii - hoog opgroeiende lobelia (+-80cm) met paarsblauwe bloemen

    Weetjes :

    -De lobelia is genoemd naar Matthias de Lobel (een vlaming) een inwoner van Lille eind 16de eeuw.
    In 1576 schreef hij het boek 'Plantarum Seu Stirpium Historia' waarin 1441 houtgravures van planten.
    Matthias De L'Obel (Rijsel, 1538 - Londen, 3 maart 1616), ook Lobelius genoemd, was een Vlaams plantkundige en arts.

    Zijn grootste verdiensten en grote faam liggen op het gebied van de genees-, plant-, kruid- en artsenijkunde. Hij studeerde te Leuven en Parijs en verbleef onder andere langdurig te Padua, Montpellier en Engeland. Samen met Dodoens en Clusius maakte hij deel uit van het 'grote botanische driespan' in de 16de eeuw.

    -De indianen gebruikten de Lobelia als kruid reeds lang voor de plant zijn benaming kreeg.De oorspronkelijke indianen van Noord-Amerika gebruikten Lobelia voor het behandelen van ademhalingsproblemen en spierstoornissen. Ook werd het als braakmiddel gebruikt. Lobelia siphilitica werd als geneesmiddel tegen syfilis beschouwd.

    -De plant bevat een witachtig melksap dat huidirritaties kan veroorzaken

    -De zaadjes van Lobelia zijn ontzettend klein. Zorg er daarom voor dat je het zaad goed verspreid in een zaaibak of je hebt heel wat werk met verspenen. Zaai bij voorkeur in stekgrond die aangelengd is met zand voor een goede wortelvorming. Houd deze continu vochtig, maar niet te nat. Een relatief constante kamertemperatuur volstaat om het zaaigoed te doen ontkiemen. Als de zaden ontkiemd zijn en miniplantjes beginnen te vormen, mag je ze verspenen en planten in gewone potgrond. Ook na het verspenen houd je Lobelia best op een gelijkmatige kamertemperatuur. Dan zijn ze krachtig genoeg om vanaf half mei, de zogenaamde ijsheiligen, buiten te planten.

    -Je kan lobelia ook rechtstreeks in volle grond zaaien. Dat kan wel enkel onder glas. Je kan tussen half maart en begin april beginnen zaaien, afhankelijk van de weersomstandigheden. Dergelijke lobelia’s bloeien wel later in de zomer.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    14-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fallopia aubertii
     

    Fallopia aubertii

    Botanische naam  : Fallopia aubertii
    Nederlandse naam : Duizendknoop, Bruidssluier
    Herkomst         : West-China
    Bijzonderheden   : groeit snel, rood uitlopend
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Gebruik          : solitair, tuinen en parken
    Hoogte           : 5.00-10.00 m
    Vorm             : slingerend
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, groen
    Bloeitijd        : juli, augustus, september, oktober
    Blad             : bladverliezend

    Standplaats:
    Qua standplaats is hij nooit moeilijk zelfs in veel schaduw groeit hij nog weliswaar met minder bloemen
    Kan zowel in de zon als in de schaduw worden geplant. Stelt geen bijzondere eisen aan de grondsoort

    Kenmerken:
    De Chinese bruidssluier (Fallopia baldschuanica, synoniem: Polygonum aubertii) is een plant uit de duizendknoopfamilie (Polygonaceae).
    Het is een snelgroeiende, tot 15 m hoge slingerplant afkomstig uit het westen van China.
    In West-Europa wordt de plant veel aangeplant als begroeiing van pergola's, muren en afscheidingen. Van hieruit verwildert de plant ook.
    De groenwitte, bladokselstandige pluimen bloeien van juni tot september. In september of oktober gaan de bloemen haast ongemerkt over in witte vruchten.

    Bloemen :
    Bloemen zijn groenachtig wit en verkleuren later iets roze
    De bloemen zitten in lange hangende pluimpjes. De bloemen geuren iets. De bijen en andere insecten vliegen massaal op de Fallopia. De bloemkleur is wit; als er vruchten komen kleuren de bloempjes iets roze
    Bloeit in juli tot oktober op scheuten die op de scheuten van het vorige jaar zijn gegroeid

    Planten :
    Planten kan zolang het niet vriest,de plant is trouwens zeer vorstbestendig
    Zet voor het maken van het plantgat de plant met pot in een emmer water zodat de kluit vol zuigt. Maak een plantgat van 2x de breedte en de hoogte van de pot. Doe in het plantgat, om beter water vast te houden, organisch materiaal zoals turfmolm of potgrond. Neem de plant uit de pot en zet de kluit in het plantgat. De kluit net onder het grondoppervlak houden. Vul het plantgat aan met grond en trap de grond stevig aan. Neem de stokjes waaraan de plant is opgekweekt uit de pot en bind de scheuten tegen de klimhulp.

    Gebruik :
    Als klimplant in draad, langs een hekwerk, pergola, tegen muren en op schuurtjes enz. Een stevige klimhulp is noodzakelijk vanwege de sterke groei.

    Snoeien :
    Als snoei nodig is dan gebeurt dat in het vroege voorjaar als er geen nachtvorsten meer zijn te verwachten. Ook tijdens de groei kan naar believen gesnoeid worden. Een rigoreuze snoei wordt goed verdragen om de bruidsluier in toom te houden.

    Eigenschappen:

    • Standplaats lichtbehoefte: zon

    • geschikt voor gebruik in wilde tuinen of natuurtuinen

    • geschikt voor een solitaire positie

    • deze plant moet gesteund worden

    Fallopia is een sterk groeiende klimmer die van nature voorkomt in Zuidwest China. Tot voor kort was de Latijnse naam Polygonum aubertii. De Bruidsluier is bladverliezend en goed winterhard. Heeft door de massa aan takken een stevige klimhulp nodig. De takken zijn houtig. Het is een bladverliezende klimheester.

    Vermeerderen :
    Midden in de zomer stekken nemen en direct in de volle grond steken
    De plant kan vermeerderd worden door half juni van jonge loten zomerstekken te nemen. Houd er bij het planten rekening mee dat de plant met de wind mee en niet tegen de wind in groeit.

    Soorten :
    »Fallopia japonica
    »Fallopia japonica var. compacta
    »Fallopia sachalinensis

    Weetjes :

    -Andere gebruikte benamingen:
    Fallopia aubertii, Polygonum baldschuanica, Polygonum auberti

    -De ideale klimplant om iets op een jaar tijd te bedekken.
    Is een snelle groeier.

    -Mag gesnoeid worden in maart.

    -Nog geen eeuw geleden is de bruidssluier uit West China ingevoerd.

    -Steeds jonge planten omhoog leiden via draden, latwerk,enz.

    -Bruidssluier kan nogal eens last hebben van bladluizen.

    -Weinig klimplanten geven zo snel een mooi effect!!

    -Bruidssluier wordt vaak foutief onder de naam Polygonum baldschuanicum aangeboden, deze weinig courante soort heeft opvallender pluimen op het einde van bebladerde zijscheuten, maar de bladkleur is doffer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    12-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Calceolaria Hybride
     

    Calceolaria

    Botanische naam  : Calceolaria hybride
    Nederlandse naam : Pantoffelbloem
    Herkomst         : Zuid-Amerika
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : Extra zure potgrond
    Vochtbehoefte    : Matig vochtig
    Licht            : Halfschaduw
    Groep            : Eenjarige kamerplant
    Hoogte           : 40 - 50 cm
    Bloeikleur/vorm  : geel, meerkleurig
    Bloeitijd        : maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober
    Blad             : Groen
    Winterhardheid   : Niet winterhard

    Standplaats:
    Verlangt een humusrijke vochtige leemgrond

    Kenmerken:
    De bladeren zijn tegenoverstaand en getand of gaafrandig.
    De bloemen zijn viertallig en hebben normaal gesproken twee bloemdekbladen.

    Bloemen :
    De bloemen lijken op gele beursjes, sommigen met bruine of rode vlekken.
    Het vruchtbeginsel bevindt zich half onder de bloem. De onderkroonbladen hebben de typerende pantoffelvorm en de kroonrij is tweelippig, met een mondvormige opening. De bloemkleur varieert van rood, oranje, geel en bruin tot purper.

    Planten :
    Calceolaria staat in de huiskamer graag op een licht en koel plekje. Het is geen waterminnende plant, dus zo weinig mogelijk water geven

    Gebruik :
    Te gebruiken in perken, op balcon,in bloembakken,als randbeplanting, rotstuin, border

    Eigenschappen:
    Calceolaria bloeit binnenshuis in de winter en in het vroege voorjaar in drie verschillende kleuren, die op zichzelf weer vele kleurschakeringen hebben.
    De totale bloeitijd is vijf à zes weken.
    In deze tijd tooit deze Calceolaria zich met een groot bloemenscherm van vrolijk gekleurde bloemetjes.

    Vermeerderen :
    -Door stekken in juli
    -Sommige rassen door zaaien,
    koel opkweken,beschermen tegen zonnestralen en bij goed weer veel luchten

    Soorten :
    Tot dit geslacht behoren tussen de 240 en 275 soorten.
    De meeste soorten komen voor in het zuiden van Ecuador en in Peru in de departementen Amazonas en Cajamarca.
    Naar het noorden neemt de soortenrijkheid af.

    Weetjes :

    De grootbloemige soorten worden als éénjarigen gekweekt en worden na het bloeiseizoen weg gesmeten.
    De tweejarigen hebben kleinere bloemen maar zijn moeilijk door de winter te krijgen tenzij in een serre.

    Als de mond sterk gesloten is, wordt de plant door hommels bestoven — staat de mond sterk open, dan zijn bijen de bestuivers.

    De insecten die de bloemen bezoeken, worden hiervoor beloond met olie en pollen.

    In elke bloem bevinden zich twee stempels, die er bij bevruchting voor zorgen dat er doosvruchtjes ontstaan, die talrijke kleine zaden bevatten

    Verzorging :

    • -De potgrond zult u normaal vochtig moeten houden, maar een bloeiende plant kunt u beter niet besproeien.

      -Zolang de plant nog niet in volle bloei staat, zult u haar ook wekelijks een beetje moeten bemesten.

      -Gebruik hiervoor de bekende kamerplantemest.

      -De plant is erg gevoelig voor tocht. Vermijd dat dus zoveel mogelijk, anders zit ze dirext onder de luis, dit gebeurt ook als de plant te warm gekweekt wordt.

      -Zit er luis in dan kunt u de plant beter weggooien. Pogen de luizen met een middel uit een sproeibus te bestrijden, zal wellicht niet de gewenste resultaten opleveren.

      -Overhouden van een pantoffelbloem is mogelijk, maar alle moeite en zorgen wegen niet op tegen de te bereiken resultaten.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Ausbuff'
    File:Rosa English Garden 01.jpg 

    Rosa 'Ausbuff'


    Botanische naam  : Rosa 'Ausbuff' ('English Garden')
    Nederlandse naam : Engelse roos
    Herkomst         : Engeland
    Bijzonderheden   : pomponvormige bloemen
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : engelse rozen
    Gebruik          : groepen/vakken, tuinen
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : breed
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : doorns/stekels

    Standplaats:
    Volle zon , leem, vochtig, goed gedraineerde grond
    Water: Gemiddelde watergift
    Houdt van vruchtbare grond en een licht snoei bevorderd een kompakte groei.

    Kenmerken:
    Compacte, rechtopstaande struik, duurzaam stengels, donkergroene bladeren, winterharde, sterke plant

    Bloemen :
    Juni, juli, augustus
    De bloemen zijn volledig dubbel, tamelijk vlak geconfronteerd bloei.
    Ze zijn warm afgezwakt, licht abrikoos en dragen een goede theeroos geur.
    De bloemen komen uit roodachtige knoppen en de plant kan herhalend bloemen.

    Planten :
    Te gebruiken voor: als Solitair, in groepen, op een lijn (haag) en bloempotten.

    Weetjes :

    De bloem is in het begin abrikozen kleurend, maar later wordt deze geel, aan de rand overgaand naar wit. De zeer grote schaalvormige bloemen zijn plat, vaak in kwarten verdeeld, sterk gevuld en geurend. Een recht omhoog gaande en gezonde groei. Zeer mooi gevormde, rijkelijke- en langbloeiende " Engelse roos"!

    Om de bloeitijd en de gezondheid van de rozen te waarborgen, is het belangrijk dat de rozen in een humus-, voedindsrijke grond staan.

    Ook is een afgewogen en regelmatige bemesting belangrijk voor een goede groei

    Rozen zijn zonaanbidders en staan daarom het liefst op een zonnige, warme en luchtige plaats in de tuin.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    10-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sempervivum arachnoideum
     

    Sempervivum arachnoideum


    Botanische naam  : Sempervivum arachnoideum
    Nederlandse naam : Spinnwebhuislook
    Herkomst         : Pyreneeen, Alpen, Apenijnen
    Bijzonderheden   : stapelmuur
    Grondsoort       : alle, zand, kalkarm
    Vochtbehoefte    : droog
    Licht            : zon
    Gebruik          : bladplant, rotstuinen
    Hoogte           : 0.10-0.20 m
    Bloeikleur/vorm  : roze, tros
    Bloeitijd        : juli, augustus
    Blad             : wintergroen

    Standplaats:
    zonnig Lichte, goed doorlatende grond
    Zorg er voor dat sempervivum zo'n 4-6 uur licht per dag krijgt om te vermijden dat de planten een donkere grauwe kleur krijgen en opschieten.

    Kenmerken:
    Het vlezige blad is grijsachtig groen. De doorsnede van een bladrozet is circa 2 cm. De plant dankt zijn naam aan de spinnenwebachtige beharing. De vlezige bladeren en de beharing zijn natuurlijke aanpassingen om zuinig te zijn met water

    Bloemen :
    Bloemen komen in juli te voorschijn en zijn helder karmijnrood van kleur.
    De plant bloeit van juli tot september. De bloem is roodachtig roze, stervormig en ongeveer 1,5 cm in doorsnede. De bloemen vormen bijschermen

    Gebruik :
    zijn geschikt voor een rotstuin, begroeing van daken en in potten of kuipen voor op het balkon.

    Eigenschappen:
    Groenblijvende, zodenvormende succulent.
    Geschikt voor toepassing in een rotstuin, grindbed, muurtjes, troggen.
    Na de bloei sterft het rozet af (monocarpie)

    Vermeerderen :
    Hij plant zich voort door middel van uitlopers of scheuten en door zaad.
    Jonge planten op uitlopers van de moederplant worden opgepot

    Soorten :
    Verwante soorten komen in Europese gebergten voor. De meeste hebben roze bloemen, maar er zijn ook soorten met gele bloemen

    Weetjes :

    Sempervivum arachnoideum, spinnenwebhuislook, dankt zijn naam aan de typisch spinnenwebachtige beharing op de bladtoppen. De rozetten zijn twee centimeter in doorsnede. Het uiteinde van de rozetbladen is roodbruin van kleur.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    08-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sisyrinchium californicum
     

    Sisyrinchium californicum


    Botanische naam  : Sisyrinchium californicum
    Nederlandse naam : Bieslelie / Blauwogengras
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : matig winterhard
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Gebruik          : groepen/vakken, randen, borders, snijbloem, kuipen/potten
    Hoogte           : 0.20-0.40 m
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus

    Standplaats:
    Hij verlangd wel een zonnige plaats en de grond moet wat vochtig zijn ,maar wel goed doorlatend.

    Kenmerken:
    Deze vaste plant doet een beetje lis-achtig aan. Dit vanwege zijn blad. Blauwogengras zoals deze ook wel wordt genoemd lijkt ook wel grasachtig, kortom zeer de moeite waard.

    Bloemen :
    van juni tot september
    Het blad is smal en langwerpig en groen van kleur.

    Planten :
    Als enkeling in een rotstuin komt hij mooi uit, maar zeker nog als groep langs een vijver of slootrand.
    De geadviseerde plantafstand is 26 cm. (11-15 st. per m2.)

    Eigenschappen:
    Deze plant komt van oorsprong uit de bergen en is dan ook zeer geschikt voor de rotstuin als 'voegenvuller' in de stapelmuur of tussen stenen (ook bestrating). Verlangt een zonnige plek en een matig voedselrijke, stenige bodem.

    Vermeerderen :
    Door zaaien of scheuren van de oude pollen in maart of september
    Kan zich sterk uitzaaien als de omstandigheden juist zijn.
    In dat geval is uitzaaien te voorkomen door bv. de uitgebloeide bloemen te verwijderen.

    Snoeien :
    Kleine struik die u goed met vaste planten in de border kunt combineren. De plant is gevoelig voor late nachtvorst, maar vraagt weinig onderhoud. Snoei om de paar jaar na de bloei, door oudere takken die gebloeid hebben, zo diep mogelijk weg te knippen. Laat jong hout staan.

    Soorten :
    Er zijn ook soorten met witte en gele bloemen

    • Sisyrinchium 'Mrs Spivey'
    • Sisyrinchium angustifolium
    • Sisyrinchium bermudianum 'Album'
    • Sisyrinchium californicum
    • Sisyrinchium montanum
    • Sisyrinchium striatum
    • Sisyrinchium striatum 'Aunt May'


    Weetjes :

    -Je kunt de bloei ook niet verlengen door weg te plukken:klaar is klaar.

    -'s Winters zou je er wat oud boomblad op kunnen leggen, waardoor het hart van het plantje en de grond vrij droog blijft.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hydrangea paniculata
     

    Hydrangea paniculata

    Botanische naam  : Hydrangea paniculata
    Nederlandse naam : Pluimhortensia
    Herkomst         : China, Japan
    Bijzonderheden   : weinig steriele bloemen
    Grondsoort       : humeus, kalkarm
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, solitair, tuinen
    Hoogte           : 2.00-3.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, opvallend
    Bloeitijd        : augustus
    Blad             : bladverliezend

    Standplaats:
    Zonnig tot halfschaduw. Vochtige, goed doorlatende vruchtbare grond (voorkeur voor eerder zure grond).
    Bij volle zon moet de bodem voldoende vochtig zijn.

    Kenmerken:
    Een bladverliezende struik met ovale, donkergroene bladeren. die wel 3m hoog kan worden, met grote witte bloemtuilen van 40 cm lang en 25 cm breed

    Bloemen :
    tussen juni en half juli en dit tot eind augustus/september.
    Vanaf juni verschijnen de langwerpige bloempluimen met witte bloemblaadjes

    Planten :
    solitair - in borders als achtergrond - cottagegardens

    Gebruikte delen:
    zeer geschikt voor droogboeketten- bloemschikken...

    Eigenschappen:
    De plant is een gemiddelde groeier en vormt brede bossige struiken. De bloempluimen kunnen gerust tot bijna 25 cm lang worden. Ideale plant om op de achtergrond van vasteplanten of hydrangeaborders te plaatsen

    Pluimhortensia’s zijn ook echte zonnekloppers, ze voelen zich lekker in volle zon op voorwaarde dat de grond niet uitgedroogd is, ze beschikken ook meestal over een mooie uitbloei (roze rood) van de bloemen én soms van de bladeren

    Vermeerderen :
    Neem vanaf eind augustus, begin september half verhoute stekken en laat ze wortelen in stekgrond in de koude bak,
    Een veel eenvoudiger manier is het afsteken van de worteluitlopers tijdens de periode dat de plant in rust is. (na het verliezen van de bladeren en bij vorstvrij weer) Deze kun je dan verplanten naar de gewenste plaats

    Snoeien :
    De pluimhortensia snoei je in maart tot op 20 a 30 cm boven de grond om grotere bloempluimen te bekomen. Indien je niet snoeit zal de struik veel hoger uitgroeien met veel meer, maar stukken kleinere bloemen. Door uw Hydrangea paniculata jaarlijks te snoeien worden ze niet hoger dan 1,5 meter en hou je eveneens het volume in bedwang waardoor de stuiken ook in kleinere tuinen goed tot hun recht kunnen komen

    Soorten :

    • 'Ammarin': snelgroeiende struik met grote bloemen
    • 'Barbara': kleine heester met grote randbloemen, zuiver wit
    • 'Big Ben': middelgrote heester, grote bloempluimen
    • 'Bridal Veil': grote brede heester
    • ‘Brussels Lace’: zeer grote bloeiwijze
    • 'Burgundy Lace': traaggroeiend, kleine witte bloemen
    • 'Chantilly Lace': grote bloemen met zuiverwitte
    • randbloemen.
    • ‘Dart’s Little Dot ‘Darlido’: Compacte bossige heester
    • (08m) Kan ook in potten gebruikt worden.
    • 'Dharuma': kleine heester, 1.5m hoog
    • 'Dolly': lijkt op 'Grandiflora'
    • 'D.V.P. Pinky': stevige heester met toegespitste
    • bloempluimen en zuiver witte bloemen.
    • 'Everest': stevige heester met crèmewitte steriele bloemen
    • ‘Floribunda’: zeer grote crèmewitte bloemen. Mooie
    • herfstkleur
    • 'Garnet': rijkbloeiend
    • 'Goliath': snelgroeiende heester.
    • ‘Grandiflora’: grote, steriele bloempluimen
    • 'Great Escape': kleine bloeiwijze, crèmewitte bloemen
    • 'Green Spire': zeer grote heester, 5-6 m
    • ‘Kyushu’: vroegbloeiend met roomwitte bloemen
    • 'Lammetje': klein, traag groeiend heestertje, zuiver wit
    • ‘Last Post’: bossige struik, 1.25m hoog
    • ‘Pink Diamond’: opgaande heester met opvallend
    • roodbruine jonge twijgen
    • ‘Praecox’: vroegbloeiend, juni- juli. Mooie herfstkleur
    • ‘Tardiva’: Amerikaanse cultivar : 1.75m
    • ‘Tender Rose’: grote witte, steriele bloemen
    • ‘Unique’: zeer grote bloempluimen
    • ‘White Moth’: bloeit met bijna bolronde bloempluimen
    • Hydrangea paniculata 'Pinky Winky'Nieuw op de markt en nu reeds veelgevraagde planten zijn ‘Limelight', die van juli tot oktober bloemen produceert in een zeer subtiele limoen- tot crèmewitte kleur en ‘Pinky Winky’, die al roze verkleurt in de loop van de bloeiperiode.


    Weetjes :

    De kleur van de hortensiabloem reageert op de zuurgraad van de grond.

    De zuurgraad van een grond wordt uitgedrukt in pH, een getal.

    Zure gronden hebben een pH-getal tussen 4,5 - 5,5, lichtzure gronden hebben een pH van 5,6 - 6,5 en basische gronden een pH tussen 6,6 - 7,2.

    Naarmate de grond zuurder is, kunnen meer metalen oplossen.

    De aanwezigheid van ijzer en/of aluminium in zure gronden bleken de verkleuring te veroorzaken.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    23-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Buxus-ziekten




    NAAR AANLEIDING VAN DE VELE VRAGEN OMTREND DE ZIEKTEN VAN BUXUS OP HET MOMENT
    HEBBEN WE DEZE INFORMATIE GEHAALD BIJ  

    http://www.buxushof.nl/index.php/nl/ WAARVOOR DANK



    Tak- en bladsterfte

    De schimmel (Volutella buxi of pseudonectria rousseltana) veroorzaakt opvallende plekken van bruinverkleurende, verschrompelende blaadjes; en andere plekken van wegkwijnende, geelverkleurende afstervende blaadjes. Vervolgens verdroogt het blad en kan gaan afvallen. Wanneer men dan meer in detail kijkt, komt het naar voor dat alle afstervende, of reeds afgestorven, blaadjes op één en dezelfde zijtak zitten. Op de reeds geïnfecteerde twijgjes zitten de blaadjes dichter tegen het twijgje aan, dan bij een gezond takje. Er is een ‘insnoerings’plaats te vinden waarboven het takgedeelte verkleurt en afsterft. Soms kunnen er op de grotere takken ook een soort kankers ontstaan. De schors van geïnfecteerde takjes is dood en kan gemakkelijk worden losgemaakt van het onderliggende hout. Dit onderliggende hout is grijs tot zwart verkleurd. Aan de onderzijde van blaadjes op de geïnfecteerde takjes, kan men bleekroze puistjes terugvinden als er voldoende vochtigheid is over een langere periode. Op dode blaadjes kan men zeer kleine groene of rode bolvormige uitgroeiingen vinden (moeilijk met het blote oog). Deze laatste zijn de vruchtlichamen van de schimmel. De gevormde schimmelsporen overwinteren in de blaadjes, al dan niet afgevallen. In de lente infecteren ze de buxusplant via allerlei wondjes bijvoorbeeld na vormsnoei. Daarom is het van het allergrootste belang om bij infectie àlle afgevallen blaadjes netjes op te ruimen, én mee te geven met GTF-container. Nooit deze blaadjes op de composthoop werpen, daar de sporen tot 3 jaar levensvatbaar zijn ! Bij infectie de aangetaste twijgen terugsnoeien tot in het gezonde hout. Na elke knipbeurt uw snoeimateriaal ONTSMETTEN, om geen overdracht te hebben. Preventief is het ook van belang om uw snoeimateriaal sowieso steeds te ontsmetten als u naar een andere buxuspartij overgaat bij het snoeien. Deze ziekte kan eigenlijk veel schade berokkenen bij vormgesnoeide buxusplanten omdat de taksterfte lege plekken creëert in de snoeivorm. Om te weten of je met deze ziekte te maken hebt, bestaat er een eenvoudige test. Een aangetaste tak afknippen, een beetje vochtig maken, en in een afgesloten plastiek zakje steken gedurende 2 tot 3 dagen. Deze gesloten plastiek zak op kamertemperatuur bewaren. Na een 3-tal dagen moeten er bij infectie van Volutella dan roze puntjes verschijnen op de onderzijde van de bladeren.
    Bestrijding: Een middel met koper als werkzame stof (in Nederland niet meer toegestaan) In België kan met bordeauxe pap gebruiken.


    Controleer Buxus op Cylindrocladium.

    Vooral bij vochtige omstandigheden en hogere temperaturen kan de schimmel zich sterk ontwikkelen. Bestrijding is mogelijk met bijvoorbeeld 350 ml Mirage Plus per 100 I water.Let op dat dit middel maximaal vier keer per groeiseizoen mag worden toegepast. Het is daarom belangrijk in perioden met een lage infectiedruk te kiezen voor andere middelen, zoals Topsin M Vloeibaar, Flint, Ortiva, Kenbyo, Daconil of captan.

    De vochtige zomers van de afgelopen twee jaar hebben op heel wat plaatsen gezorgd voor zware schimmelaantastingen in Buxus in heel West-Europa.

    Er komen twee verschillende schimmels voor namelijk Cylindrocladium buxicola en Volutella buxi.

    Beide schimmels veroorzaken blad –en taksterfte. De aantasting begint meestal met Cylindrocladium en kan gevolgd worden door een secundaire aantasting van Volutella. Beide schimmels dienen dan ook bestreden te worden.

    • Beschrijving Cylindrocladium
    De aantasting begint met zwarte vlekken op het blad. Na enkele dagen vallen de aangetaste bladeren massaal af en er ontstaan zwarte strepen op de jonge twijgen

    • Beschrijving Volutella
    De aantasting begint met bruinverkleuring van de bladeren die daarna verdorren en tijdelijk aan de plant blijven hangen. Onderaan de bladeren ontstaan er bleekroze schimmelsporen.

    Deze ziektes zijn bij een correcte behandeling goed onder controle te houden. Wanneer er bij aantasting echter geen behandeling wordt uitgevoerd, kan de schade enorm zijn. Dit schadebeeld begint meestal met enkele kleine plekken om dan het tweede jaar uit te groeien tot grote aangetaste vlakken .In 2007 werd er al vanaf mei schade geconstateerd, waarschijnlijk te wijten aan de zeer warme aprilmaand. De grootste schade gebeurt in de zomer en herfst, vooral bij vochtige omstandigheden. Extra waakzaamheid is dan zeker geboden. De eerste schade in 2008 werd vastgesteld eind mei/begin juni tijdens een week met veel regen.

    Bestrijding:

    • boomkwekerij/tuinaanleg:
    Er zijn meerdere behandelingen nodig om de ziekte onder controle te houden. Een goede afwisseling van de gebruikte fungiciden is nodig resistentie te voorkomen. Alle informatie verkrijgbaar via het Waarschuwingssysteem voor de Sierteelt

    • particulier:
    Door het beperkt aantal goedgekeurde middelen is bestrijding niet zo evident.
    Meer informatie via gespecialiseerde tuincentra of vakhandel

    Preventie:
    Door een aantal gepaste maatregelen kan de ziektedruk fel verminderd worden.

    • Een goede hygiëne is aanbevolen maar is geen garantie om de ziektes tegen te houden.Vermijd contact tussen besmette planten en gezonde planten.

    • In tuinen met automatische beregening is het beter om, in droogteperiodes, 1 keer per week veel water te geven dan alle dagen te sproeien. Op deze manier kunnen de planten beter opdrogen en zal de schimmel minder kans maken. Ook het gebruik van druppelbevloeiing is aan te bevelen.

    • Ook oordeelkundige bemesting kan heel wat leed voorkomen. Planten die op een rustige manier groeien, blijken minder gevoelig voor aantasting. Het gebruik van gecoate meststoffen heeft dan ook de voorkeur. Overbemesting moet zeker vermeden worden.

    • Ook de manier waarop we Buxus gebruiken, heeft een grote invloed op het voorkomen van deze ziektes. Dichte massieven, geschoren vormen en wolken zijn veel gevoeliger voor aantasting dan natuurlijk gegroeide struiken. In zulke tuinen is wat extra zorg dan ook zeker aangewezen.

    • Afwisseling in het sortiment kan ook heel wat problemen voorkomen. Vermijden van gevoelige soorten is zeker te overwegen. Sommige soorten Buxus blijken niet of weinig gevoelig te zijn.

    Conclusie:
    Het is een feit dat we meer een meer geconfronteerd worden met lange, vochtige periodes in de groeimaanden, mogelijk een gevolg van de opwarming van ons klimaat. Deze omstandigheden bevorderen vooral schimmelaantastingen bij planten. Ook Buxus wordt hierdoor getroffen. Door het vooroordeel dat er met Buxus niets kon gebeuren, werden deze schimmelziektes niet of weinig aangepakt. Door de povere kennis van deze schimmels werden er dikwijls foutieve adviezen gegeven.

    Een adequate opvolging en behandeling zijn volgens mij de enige oplossing om deze plaag onder controle te houden.

    Buxus met gele bladranden
    Wanneer de buxus gele bladranden gaat vertonen is het de hoogste tijd om flink bij te mesten. De gele bladranden zijn te wijten aan gebrek aan meststoffen en kalk. In november een flinke kalkgift toedienen en in het voorjaar flink bemesten met kippenmestkorrels en/of koemestkorrels. Ook in de handel verkrijgbare speciale buxusmeststoffen zijn hiervoor goed bruikbaar. Om snel de groene kleur weer te krijgen bemesten met bitterzout (ook te gebruiken als bladbemester) of kieresiet.

    Buxus met gele bladranden en een bruingroene kleur
    Buxus houdt van een vochtige bodem, maar als ze te lang met hun wortels in het water staan krijgen ze ook gele bladranden en een bruingroene kleur. De afwatering verbeteren door drainage aan te brengen helpt. Ook de buxus herplanten in nieuwe bemeste tuinaarde eventueel vermengen met compost en of dierlijke mest zal de plant een nieuwe impuls geven. wanneer er men geen maatregelen neemt zal de buxus afsterven.

    Bloei in buxus
    Dit kan diverse oorzaken hebben zoals, te droog of te nat ,verplanten e.d.
    nu kan het natuurlijk altijd wel een keer gebeuren dat er een natte of een droge periode is en zou dat betekenen dat de buxus jaarlijks zou gaan bloeien, Ware het niet dat wanneer er regelmatig in de buxus wordt gesnoeid er weinig of geen zaadproductie is.
    wanneer er zaad in de buxus komt , probeer dan te achterhalen wat de oorzaak zou kunnen zijn. Is uw buxus in het voorjaar tijdens het groeien droog geweest, en er word niet tijdig gesnoeid, dan is de kans dat er bloem in de buxus komt erg groot. Zit er eenmaal bloem in de buxus dan is het belangrijk dat er gesnoeid word. Door er flink wat bloem uit te snoeien , is de kans groot dat de buxus weer gaat groeien. Buxus maakt zijn bloem normaal gesproken op zijn eerste gewas (vanaf april / juni) en is pas goed zichtbaar in de nazomer en winter. uit een buxus die veel bloemen heeft komen in mei grote hoeveelheden geel stuifmeel te voorschijn wanneer u ze aanraakt.

    Voorkomen dat de buxus gaat bloeien kun je door ze niet te droog / nat te houden. en tijdig te snoeien.

    Roest
    Zichtbare symptomen zijn de verdikkende bladeren. (puccinia buxi) Deze verschijnen gedurende de zomer op de blaadjes die nog datzelfde jaar werden gevormd. De verdikkingen op de bladeren zijn vlekken met purperachtig – bruine, op blaren lijkende puistjes. In deze puistjes bevinden zich de schimmelsporen. Deze verdikkingen kunnen zowel aan de bovenkant als aan de onderkant teruggevonden worden. Bij zware infectie kunnen, in de nazomer, nieuwe jonge en sappige scheutjes eventueel gaan afsterven aan de top.

    bestrijding :Bayfidan special

    Specifiek meeldauw- en roestmiddel. · Systemische werking. · Zowel voorkomend als genezend (preventief en curatief). · Zeer effectief voor de verbruining van coniferen. · Kwaliteitsformulering met een sterk uitvloeiend vermogen, ook op bladeren met een waslaag. De behandeling tijdig starten (mei), bij het begin van de eerste infectie.De planten goed bevochtigen, maar afdruipen van de spuitvloeistof voorkomen.

    Buxusbladmineerder
    Op enkel individuele bladeren van het vorige jaar kunnen aan de boven- en onderzijde van het blad blaasvormige gallen te zien zijn. (Monarthropalpus buxi) Deze aangetaste bladeren verkleuren geel tot oranje. Aan de onderzijde van deze bladeren zijn vervellingen van de mugjes te zien. De larven en de poppen die in deze gallen zitten zijn niet bereikbaar om chemisch af te doden. Men moet dus proberen te behandelen op het ogenblik dat de mugjes in het late voorjaar (eind april - maand MEI) uit de gallen komen. Dit is het enige moment om een efficiënte bestrijding uit te voeren daar deze galmug maar één generatie per jaar voortbrengt. De larven uit de versgelegde eitjes zullen zich tot het volgende jaar IN het blad verschuilen en er schade aanrichten. Ze overwinteren als larve. De verpopping vindt plaats begin april van het daaropvolgende jaar. Deze plaag komt eerder sporadisch voor ! Planten die op een beschutte plaats staan worden wel eens het vlugst aangetast.

    bestrijding :Talstar 2.5

    Middel spuiten op het ogenblik dat de mugjes ontluiken uit de gallen : eind april en de maand mei. De rest van het jaar is er geen efficiënte chemische bestrijding.

    Info : http://www.buxushof.nl/index.php/nl/


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    19-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dryas octopetala
     

    Dryas octopetala

    Botanische naam  : Dryas octopetala
    Nederlandse naam : Achtster
    Herkomst         : Alpen, Balkan, Pyreneeën
    Bijzonderheden   : stapelmuur, pluizig zaad
    Grondsoort       : alle, humeus, zand, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : zon
    Gebruik          : bodembedekker, rotstuinen
    Hoogte           : 0.10-0.20 m
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : mei, juni, juli
    Blad             : wintergroen, donkergroen

    Standplaats:
    Heeft een tamelijk zonnige plaats nodig en geeft de voorkeur aan een enigszins kalkhoudend grondmengsel
    Verlangt een humusrijke, goed water doorlatende grond.
    Plant ze in de volle zon of halfschaduw.

    Kenmerken:
    Ooit was dit plat op de grond groeiend plantje een heerser op de toendra. Nu is het veel zeldzamer geworden maar we komen dit plantje toch nog overvloedig tegen op de bergkammen o.a. in de buurt van het Franse Ceillac.

    Alhoewel de niet-bloeiende planten weinig opvallen door hun liggende vorm, hebben we in juni geen moeite om ze te herkennen. De vrije grote witte bloemen met hun acht bloemblaadjes

    Bloemen :
    Witte tot 3,5 cm. grote kroonbladeren en gele meeldraden. De bloei concentreert zich voornamelijk op de jonge groeischeuten. Door zijn prachtige witte tot 3,5 cm. grote kroonbladeren en zijn echt gele meeldraden vormt deze plant een echter blikvanger in de rotstuin. De bloemen hebben meestal 7-10 kelkblaadjes
    Bloeit begin van de zomer met grote, opvallende, alleenstaande bloemen.
    De bloemen zijn tot vijf centimeter in doorsnede met in het midden een gele toef meeldraden.
    De bloemen hebben een paraboolvorm en vangen de zonnewarmte op

    Gebruikte delen:
    Het is niet echt een bekende medicinale plant, maar de naam Thé suisse, verwijst wel naar zijn sporadisch gebruik als drank. Er zijn ook looistoffen en flavonoïden in het blad gevonden, zoals er ook in de Chinese thee zitten.

    Werkzame bestanddelen:
    En waarschijnlijk hebben ze daardoor ook een anti-oxydantwerking en bij het drinken van grotere hoeveelheden ook een stoppende werking

    Eigenschappen:
    De plantjes vragen een zonnige en goed gedraineerde grond. De bloei kan soms uitbundig zijn, maar er kunnen ook jaren zijn dat er weinig bloemen verschijnen. Je kan daar weinig aan doen; het is vooral een kwestie van de juiste temperatuur en regen op het juiste moment

    De bladeren van de Dryas octopetala zijn elliptisch van vorm en hebben een gekartelde rand die enigszins omrolt. De bladeren zijn overblijvend en zijn aan de onderzijde licht behaard

    Vermeerderen :
    Vermeerderen kan door zaaien, maar als je eenmaal een plant in de tuin hebt, kun je gewortelde uitlopers af nemen of je kunt de planten vermeerderen door ze te stekken

    Snoeien :
    Snoeien van de plant bevorderd zeker de groeistijl en de bloei. Wanneer men de plant niet snoeit wil hij nogal wat kale takken vormen.

    Soorten :

    • -Dryas octopetala var. argentea.

    • Deze kenmerkt zich door het feit dat het blad tweezijdig behaard is.

    • -Dryas octopetala 'Minor' kenmerkt zich door de kleinere bloemen en bladeren dan de gewone Dryas ocotopetala.

    • Daarnaast bestaat er ook nog een kruising, t.w.

    • -Dryas suendermannii. Dit is een kruising van Dryas octopetala x Dryas drummondii.

    Weetjes :

    Gedurende en na de ijstijden bedekte dit plantje grote delen van de toendra's. In de kleilagen van de morenen zijn er veel resten gevonden van Dryas naast de fossielen van berk en wilg. Die periode is dan ook naar de Achtster genoemd, het dryastijdperk.

    De Duitse naam Silberwürz, zilverwortel en de oude Nederlandse naam zilverkruid verwijzen naar de kleur van het blad. In de noordelijke landen werd de plant naar de sneeuwhoenders genoemd, omdat die zich met het blad en de vrucht voeden.

    Drys is een oude naam voor eik, het blad maar dan vele maatjes kleiner, heeft de typische vorm van het eikenblad. Het tweede deel van de naam octopetala en de Nederlandse naam Achtster, verwijst naar de acht bloemblaadjes

    De naam octopetala komt van het Griekse octo (acht) en petalon (bloemblaadje), verwijzend naar de acht bloemblaadjes van de bloem - een ongebruikelijk aantal bij de Rosaceae, waar vijf het normale aantal is. Nochtans komen ook bloemen voor met maar liefst 16 bloemblaadjes

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    18-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geranium cinereum 'Ballerina'
     

    Geranium cinereum 'Ballerina'

    Botanische naam  : Geranium cinereum 'Ballerina'
    Nederlandse naam : Ooievaarsbek
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : talud
    Grondsoort       : alle, zand
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : weinig gevoelig, zeewind bestendig
    Gebruik          : groepen/vakken, borders, kust/zeewind, rotstuinen
    Hoogte           : 0.10-0.20 m
    Bloeikleur/vorm  : roze, lila
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Blad             : grijsgroen, ingesneden

    Standplaats:
    lichtbehoefte zon, halfschaduw,deze plant vraagt of gedijt goed op droge gronden
    Geranium cinereum 'Ballerina' staat graag op een zonnige tot lichtbeschaduwde plaats. Deze ooievaarsbek is geschikt om te worden toegepast in een rotstuin of in de voorrand van een (roze) vaste plantenborder.

    Kenmerken:
    Geranium cinereum 'Ballerina' is een kleine en laagblijvende geraniumsoort geschikt voor de rotstuin
    Ontstaan uit de kruising van Geranium cinereum ssp. cinereum en Geranium cinereum ssp. subcaulescens.

    Bloemen :
    bloeit met lilaroze bloemen met een opvallende donkere adering en een purper hartje. Komvormige bloemen tot 3 cm groot.

    Planten :
    De geadviseerde plantafstand is 20 cm. (25 st. per m2.)
    Deze plant komt van oorsprong uit de bergen en is dan ook zeer geschikt voor de rotstuin als 'voegenvuller' in de stapelmuur of tussen stenen (ook bestrating).

    Verzorging :

    • -Starten doorgaans uit zaad of scheuren in begin lente of najaar

    • weinig onderhoud

    • - als de planten er op het einde van de bloeiperiode wat slordig gaan uitzien , kan men best de plant stek terugknippen , dat stimuleerd nieuwe bladvorming , en de plant blijft tot de winter mooi groen

    • - in groeiseizoen maandelijks bemesten

    • - uitgebloeide bloemstengels wegsnijden voor nieuwe bloei kan zonder extra voeding , maar wat extra organische mest in het voorjaar kan geen kwaad . -Deel de planten indien nodig in het voorjaar

    Eigenschappen:
    De bloemkleur is roze+lila en de bloeitijd is van ca. juni tot en met augustus. De bladeren zijn groen en ongeveer 10 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 15 cm. Verdraagt een temperatuur tot -25 gr. C.
    Woekert niet of nauwelijks en laat zich goed combineren met andere planten.

    Vermeerderen :
    Geranium cinereum 'Ballerina' kan vermeerderd worden door de plant in het voorjaar op te nemen en te delen.

    Weetjes :

    • Deze geranium vormt kussens die pas na een aantal jaren gescheurd moeten worden. Dit bij voorkeur in het voorjaar doen.

    • Regelmatig wieden tussen de planten.

    • Konijnen eten deze ooievaarsbekken niet.

    • De Geranium cinereum 'Ballerina' wordt ook wel Geranium cinereum var. cinereum 'Balleri genoemd en behoort tot de familie Geraniaceae. De Nederlandstalige naam van deze Geranium is Ooievaarsbek

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)
    17-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fritillaria Bucharica

     

    Fritillaria Bucharica


    • Intro: 1884.

    • Herkomst: Noord-Afghanistan, Tadzjikistan en het oosten van Oezbekistan.

    • De donkergroene bladeren zijn breed lancetvormig die naar de top smaller worden.

    • Zo'n acht tot tien witte bloemen met een grijsachtige waas is normaal.

    • Verlangt een droge en zonnige plek gedurende de zomermaanden.

    • Hoogte: 20-30 cm.

    • Bloeitijd: april-mei.

    • Bolgrootte: 6 cm.


    Hoewel dit bolgewas vaak onder glas wordt gekweekt,zal deze mooie plant ook goed bloeien in een warme,droge border.
    De bloemen zijn meer geopend dan bij veel andere Fritillaria's waardoor de prachtige groengevlekte hartjes goed zichtbaar zijn

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    13-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Caesalpina giliesii
     

    Caesalpina giliesii


    Botanische naam  : Caesalpina giliesii
    Nederlandse naam : Paradijsvogelstruik
    Herkomst         : Mexico
    Bijzonderheden   : roodachtige meeldraden
    Vochtbehoefte    : licht vochtig houden
    Licht            : zon
    Bloeikleur/vorm  : oranje
    Blad             : bladverliezend
    Vermeerdering    : stekken, zaaien
    Voedingsbehoeft  : om de week
    Overwintering    : temperatuur 4- 8 ø, donker

    Standplaats:
    op een warme zonnige plaats; aan de grond worden geen bijzondere eisen gesteld;
    een goed doorlatende, zandige grond met een beetje humus is voldoende om de plant te laten groeien.

    Kenmerken:
    Caesalpinia is eigenlijk een tropisch of subtropisch peulgewas met donkerroze tot roodachtige meeldraden. Caesalpinia gilliesii is een exotische struik of kleine boom
    De Paradijsvogelstruik is bladhoudend als hij bij +5 graden de winter doorkomt.
    Als het rond het vriespunt is dan verliest hij zijn blad. Het blad lijkt op dat van de slaapboom en is ook dubbel geveerd, ook deze bladeren vouwen zich ‘s-avonds samen in de slaapstand

    Bloemen :
    Bloemkleur: goudgeel met rode meeldraden vanaf mei

    Planten :
    ook geschikt voor gebruik in potten, bakken of terraskuipen
    In de volle grond planten kan, mits zeer goed beschermd tegen matige en strenge vorst.

    Eigenschappen:
    Deze plant komt oorspronkelijk uit tropisch Amerika die weinig behoefte heeft aan water en voedingsstoffen.
    Inheems in Argentinië, Uruguay, Texas en Zuid-Amerika.
    Zijn naam Paradijsvogel heeft hij te danken aan de lange, rode meeldraden die uit de goudgele, 3 tot 4 cm lange bloemen steken en zo aan een vogelstaart doen denken. In het wild tot 3 m hoog groeiend, als kuipplant 1.25 m

    Vermeerderen :
    uit zaad; het zaad eerst wat opruwen en daarna weken in heet water om het kiemen te bevorderen.
    Aan het einde van de bloeiperiode die de hele zomer duurt, verschijnen peulen uit de uitgebloeide bloemen. Deze worden 10/15 cm lang.
    Het zaad in deze peulen kiemt in ons klimaat moeilijk.

    Ontkieming kan worden bevorderd door de zaden eerst te scarificeren; met een scherp voorwerp de zaadhuid doorboren zonder de kern te raken. Vervolgens enige uren in warm water laten weken. Daarna bij plm. 21C zaaien in een goed doorlatende zaaigrond. Kiemt gewoonlijk binnen drie weken. Langzamerhand aan volle zon wennen. Eventueel snoeien om de plant wat bossiger te maken. Kan temperaturen tot -7C tijdelijk hebben

    Soorten :
    •Caesalpinia christa:
    •Caesalpinia decapetala:
    •Caesalpinia ferrea (= ijzerboom):
    •Caesalpinia gilliesii: meest winterhard, bloeit vanaf een hoogte vanaf één meter.
    •Caesalpinia pulcherrima: (= pauwenbloem)

    Weetjes :
    Is een echte aanrader vanwege zijn prachtige bladeren en bloemen die de hele zomer tot bloei komen en voor wie iets bijzonders in zijn tuin/terras wil hebben. Winterhardheid zone 9a (-6 graden).

    Verzorging:
    de grond moet de hele zomer voortdurend vochtig gehouden worden, maar niet langdurig tè nat laten; dus zorgen voor een goede drainage!

    Bemesting:
    in groeiseizoen wekelijks kuipplantenvoeding.

    Overwintering:
    voor de eerste vorst naar binnen brengen op een lichte plaats; bij een temperatuur boven 10°C behoudt ze haar bladeren; dan matig water geven zodat de wortelkluit niet uitdroogt

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    04-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cydonia oblonga
     

    Cydonia oblonga

    Botanische naam  : Cydonia oblonga
    Nederlandse naam : Kweepeer, Gewone kwee
    Herkomst         : Centraal-Azië
    Bijzonderheden   : herfstkleur geel, meestal struik
    Grondsoort       : alle, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Gebruik          : parken, tuinen, solitair, vruchthout
    Hoogte           : 5.00-8.00 m
    Vorm             : kegel
    Kroon            : half open
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : herfstkleur, bladverliezend
    Vrucht           : geel, eetbaar

    Standplaats:
    De kweepeerboom of kortweg kwee is een gemakkelijke klant. Hij wil wel niet voortdurend met zijn wortels in
    een plas staan, maar wie wil dat nu wel. Bovendien is dat zijn enige eis.De kwee is kort van stam, maar kan toch nog 12 meter hoog worden. Kort maar krachtig dus. De bladeren voelen zacht aan

    Kenmerken:
    De kweepeer is een bittere vrucht die nauw verwant is aan de appel, peer en de lijsterbes. De harde vrucht groeit aan een boom die vier tot zes meter hoog kan worden.

    Het is een harde, peervormige vrucht met een gele kleur en donzige schil. Het stevige vruchtvlees van kweeperen heeft een aangenaam aroma dat een hele kamer aangenaam doet geuren.

    Bloemen :
    Bloeitijd mei, juni ;Snoeimaand maart
    De bloesems zijn enig mooi. Ze doen een beetje aan grote appelbloesems denken. Je kan eigenlijk het hele jaar door van kweepeer genieten.
    De vrucht van de kweepeer geurt verrukkelijk en kan gebruikt voor verschillende bereidingen zoals o.a. compote, jam, marmelade, gelei, vruchtensap, taart, wijn en likeuren.

    Planten :
    Planten doe je in herfst of winter, wanneer de bladeren zijn afgevallen. Vroeg planten en aanbinden aan een steunpaal zal de hergroei sterk bevorderen

    Gebruikte delen:
    De vruchten zijn vanaf oktober te oogsten en groot: exemplaren van een kilo zijn heel goed mogelijk! Je kunt eigenlijk alleen aan de kleur zien of ze rijp zijn. De kweepeer is vrij lang houdbaar

    Kweeperen worden verwerkt tot compote, jam, marmelade, gelei, vruchtensap, vruchtenpasta (in blokjes lijkend op bonbons), taart, cotignac (vruchtenbrood), gekonfijt, wijn en likeuren

    Werkzame bestanddelen:
    Kweeperen zijn rauw vrijwel niet te eten door het harde en zure vruchtvlees. Ook komen de looistoffen tannine en fenolen in het vruchtvlees voor. Daarnaast bevat de kweepeer veel steencellen, cellen met een harde wand. Kweeperen bevatten veel pectine en 10-14% suiker.

    Eigenschappen:
    De kweepeer Cydonia oblonga is het enige lid van het geslacht Cydonia en behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). De botanische naam Cydonia is afkomstig van Kydonia. Deze Griekse stad ligt aan de westkant van Kreta en heet tegenwoordig Chania

    Vermeerderen :
    Kweeperen kun je vermeerderen door zaaien of stekken. Bij zaaien weet je alleen bij de soortechte variëteiten dat de eigenschappen van de moederplant terugkomen. Je kunt ook stekken. Dat gaat als volgt: gesnoeide takken steek je in het najaar of vroege winter diep in de aarde waarbij je drie tot vier ogen boven de grond houdt. Succes is echter in zijn geheel niet verzekerd! Tijdens de zomer kunt je ook groene takjes laten wortelen met behulp van stekpoeder.

    Soorten :
    Er zijn twee vormen van kweeperen: appel- en peervormig.

    * Agvambari, peervormig
    * Bourgeault, peervormig
    * Ekmek, peervormig
    * Leskovacka, appelvormig
    * Ludovic, appelvormig
    * Rea's Mammoth, peervormig
    * Ronda, peervormig
    * Sobu, peervormig
    * Vranja, peervormig en geurend
    * Champion, peervormig en geurend

    Weetjes :

    Rauwe peren zijn oneetbaar, maar het zijn prima luchtverfrissers: een kweepeer die u in een kast of op de fruitschaal bewaart zal verschrompelen maar niet rotten, en maximaal 4 maanden een heerlijk geur verspreiden

    De kweepeer of kwee (Cydonia oblonga) is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De soort komt oorspronkelijk uit het gebied rondom de Kaspische Zee en is een algemeen bekende vrucht in veel landen, vooral in de zuidelijke landen van Europa en in Japan. In Nederland wordt deze vrucht weer steeds vaker aangeboden op markten, in groentespeciaalzaken en in toko's. Vroeger stond bij veel boerderijen een kweepeer. De boom kan 4-6 m hoog worden. De kweepeer bloeit in vergelijking met de appel en peer laat, namelijk van mei tot in juni. De kweepeer is nauw verwant aan de appel, de peer en de lijsterbes.

    De botanische naam is afkomstig van de Griekse stad Kydonia, tegenwoordig Chania, dat in het noordwesten van het eiland Kreta ligt.

    Het woord "marmelade", dat oorspronkelijk kweeperenjam betekent, ontleent zijn betekenis aan de Portugese naam van deze vrucht, marmelo

    Bereiden
    Kweeperen kan u niet rauw eten, de smaak is bitter. De bittere stoffen verdwijnen echter bij het koken. U kookt kweeperen op dezelfde manier als appelen: u schilt ze eerst en ontdoet ze van hun klokhuis.
    Er zit veel smaak in de schil. Probeer daarom als het kan de schil mee te koken. Enkele rassoorten geven na het koken een mooi rood vruchtvlees. Deze zijn bijzonder geschikt om er gelei van te maken. De jam of gelei kan in verschillende gerechten gebruikt worden.
    Laat kweeperen na het koken een nacht afgedekt staan om de smaak goed in te laten trekken. Dit zal ook de rode kleur ten goede komen. Kweeperengelei smaakt bijzonder goed bij varkensvlees en wildgerechten. Kweeperen combineren goed met appel. Vervang een deel van de appels eens door kweeperen om een bijzondere smaak te verkrijgen, bijvoorbeeld in een appeltaart. Van kweeperen kun je een heerlijke likeur maken.

    Voedingswaarde/Gezondheid
    Kweeperen bevatten veel vitamine C.

    Tips

    1.Koop alleen gele vruchten die stevig aanvoelen en bij voorkeur lekker ruiken. Een bruin plekje mag best.

    2.Zijn de peren nog vrij hard, laat ze dan gerust een paar weken in huis narijpen. Het hele huis ruikt dan lekker naar kweeperen. Controleer wel of ze niet bederven.

    3.Verwijder altijd het vilt door de vruchten te wrijven met een zachte doek. Alles wat je erna van de vrucht maakt krijgt een veel mooier uiterlijk. Vooral voor kweepeer gelei is dit cruciaal.

    4.Veel smaak zit in de schil. Wanneer een recept geschilde kweeperen vereist, probeer dan de schillen mee te koken. Als je veel schillen hebt en klokhuizen, dan kun je hier een uitstekende gelei van maken zelfs zonder vruchtvlees te gebruiken.

    5.Kook de klokhuizen desnoods apart mee bij recepten waarvoor het klokhuis verwijderd moet worden. In de pitten zit veel pectine en zo krijg je toch een mooi gebonden resultaat.

    6.Koop een echte koperen jampan. Het resultaat is verbluffend veel beter dan in een gewone pan. Door de geleiding van koper, krijg je snel een geconcentreerdere gelei met een mooiere kleur en stevigere gelei. De pannen hebben het formaat van een flinke wok, met 2 handvatten, een platte bodem en wanden die licht uitlopen. Kosten: al gauw € 100,- of meer. Inderdaad veel geld, maar je hebt er je hele leven plezier van. Merken die ik aan kan bevelen: De Buyer en Mauviel. In Frankrijk zijn ze goed verkrijgbaar, in Nederland alleen in de betere kookwinkel.

    7.Laat kweeperen na het koken een nacht afgedekt staan. Vruchtensap of vruchtvlees krijgen zo een veel mooiere diep rode kleur en alle smaak trekt in het sap.

    8.Combineer kweeperen met appel. Een gewoon gerecht met appel wordt door een deel te vervangen door kweepeer direct bijzonder van smaak.

    Kweepeerjam
    Ze zien er niet naar uit, maar van kweeperen kan je heerlijke jam maken. Als je mijn recept wil volgen, was je de kweeperen en wrijf je ze eerst goed over hun 'fluwelen' jas. Je kan de peren ook schillen, maar dan worden ze vlug bruin en wordt je jam donkerder van kleur. Snij de kweeperen dan in dunne plakjes. (Verzamel de pitten in een glazen pot. Die heb je nodig voor een ander recept, zie verder.) Overgiet de kweepeerplakjes met warm water tot er twee vingers water boven de kweeperenstukjes zit. Breng alles langzaam aan de kook. Prik er eens met je vork in, zoals je bij aardappels doet. Als ze zacht zijn, neem je de kookpot van het vuur en laat je alles een nachtje staan. Dan doe je de brij in een neteldoek. Druk al het vocht er goed uit. Neem nu een liter vocht, doe er een halve kg suiker bij en een bindmiddel. In de handel kan je een product krijgen dat van sap jam maakt, ook al doe je op 1 liter water maar een halve kg suiker. Volg de instructies op de verpakking en giet de kokend hete jam in glazen bokaaltjes, boordevol. Doe het metalen schroefdeksel erop en zet de potjes op hun kop om af te koelen. Dan sluiten ze zich hermetisch.
    Deze jam is niet alleen heerlijk, hij stopt diarree en is een weldaad voor maag en darmen.
    recept van Daniëlle Houbrechts

    Ziekten en plagen
    De kweepeer is niet speciaal onderhevig aan bepaalde ziekten; soms heeft hij wel een last van monilia, meeldauw, bladvalziekte of bacterievuur. De vatbaarheid voor deze ziekten is afhankelijk van ras en standplaats.

    Gescheurde kweevruchten (kort voor de pluk) zijn erg vatbaar voor schimmelaantasting. Controleer hierop en verwijder de aangetaste vruchten.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    30-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Malus toringo
     

    Malus toringo


    Botanische naam  : Malus toringo
    Nederlandse naam : Appel, Sierappel
    Herkomst         : Japan
    Bijzonderheden   : schurftvrij, verbloeit wit
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Wind             : ongevoelig, zeewind bestendig
    Gebruik          : parken, tuinen, solitair, kust/zeewind
    Hoogte           : 2.50-5.00 m
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : mei
    Blad             : bladverliezend
    Vrucht           : geel, oranje

    Standplaats:
    sierappels groeien op alle, niet te natte en te arme gronden; voor neutrale tot licht kalkhoudende gronden. Ze wensen een plaats in de zon en zijn zeewind-gevoelig.

    Kenmerken:
    glimmend groen; 5-7 cm. doorsnede; later aan langloten groter en meestal 3(-5)-delig; in herfst geel.
    Vruchten: rond; 8-10 mm. doorsnede; geel tot oranjegeel (of rood); tot eind oktober.

    Bloemen :
    enkel; 2,5 cm. doorsnede, wit; in knop rozerood; talrijk; iets minder rijk dan M.floribunda, maar iets meer rozerood; bloeitijd midden tot laat.

    Planten :
    Boom met breed, ovale, tot ronde kroon met iets overhangende takken, gebruikt in straten, lanen en parken; ook in verharding.

    Eigenschappen:
    De nederlandse naam is Appel, familie van de Rosaceae. De bloemkleur is rozewit en de bloeitijd is van ca. mei. De bladeren zijn glimmendgroen. De volwassen hoogte van deze middelgrote heester is ca. 700 cm. Verdraagt een temperatuur tot -25 gr. C. Met opvallende vruchten. Geeloranje Is matig verkrijgbaar

    Vermeerderen :
    Zaad - best zodra het rijp is in het najaar in een koude bak gezaaid. Het ontkiemt meestal in de late winter.
    Opgeslagen zaad nodig stratificatie voor 3 maanden bij 1 ° C en moet worden gezaaid in een koude bak, zodra het is ontvangen. Het is misschien niet ontkiemen voor 12 maanden of meer.
    Prik de zaailingen in afzonderlijke potten zodra ze groot genoeg zijn om te behandelen.

    Indien gegeven een rijke compost zijn ze meestal snel te groeien weg en kan worden groot genoeg om uit te planten in de late zomer, maar overwegen om hen enige bescherming tegen de kou in hun eerste winter.
    Zo niet, bewaar ze in potten in een koude bak en plant ze uit in het late voorjaar van het volgende jaar.

    Snoeien :
    Snoeien doe je best in het voorjaar na de bloei want het is zonde om takken vol met prachtige bloesems weg te snoeien.

    Malus ‘Tina’ verdraagt snoei bijzonder goed. Als jonge boom gekocht, hoeft hij nauwelijks te worden gesnoeid. Verwijder alleen elkaar kruisende scheuten of takken die sterk vanaf de zijtakken in de richting van de stam naar binnen groeien. Zo blijft de kruin luchtig en kan er voldoende zonlicht aan de bladen.

    Verjongingssnoei kan je best in het najaar doen als al het blad van de boom is gevallen. Er worden dan in het voorjaar nieuwe scheuten gemaakt waarmee je terug aan de slag kan om vorm aan het boompje te geven. Deze nieuwe scheuten zijn sterk genoeg om een nieuw gestel te vormen.

    Soorten :
    --Malus toringo 'Tina'
    Dwergvorm; traag groeide malus. Kroon net zo breed als hoog. Bloeit zeer rijk, ook al op 1-jarig hout. Sterk verbloeiend van hard-rose (knop) naar creme-wit (uitbloei). Vruchten soms talrijk, maar te klein (ca 0.5 cm.) om op te vallen. Deze Malus kan goed gesnoeid worden en is zeer ziekte resistent. Leverbaar op stam 60 en 80 cm.

    Weetjes :
    Bekende gevaren van Malus toringo:
    --
    Alle leden van dit geslacht bevatten de toxine waterstof cyanide in hun zaden en mogelijk ook in hun bladeren, maar niet in hun vruchten.
    --
    Waterstofcyanide is de stof die amandelen hun karakteristieke smaak, maar het dient alleen te worden geconsumeerd in zeer kleine hoeveelheden.
    --
    Apple zaden normaal gesproken niet bevatten zeer grote hoeveelheden waterstof cyanide, maar zelfs dan mag niet worden verbruikt in zeer grote hoeveelheden.
    --
    In kleine hoeveelheden waterstof cyanide is aangetoond dat de ademhaling te stimuleren en de spijsvertering te verbeteren, is het ook beweerd dat van de uitkering worden in de behandeling van kanker.
    --
    In eigen risico, echter, kan dit leiden tot ademhalingsproblemen en zelfs de dood.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    26-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Ausbord'
    Gertrude Jekyll 

    Rosa 'Ausbord'


    Botanische naam  : Rosa 'Ausbord' ('Gertrude Jekyll')
    Nederlandse naam : Engelse roos
    Herkomst         : Engeland
    Bijzonderheden   : ook als leiroos
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : engelse rozen
    Gebruik          : groepen/vakken, tuinen
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : spreidend
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : doorns/stekels

    Standplaats:
    Om de bloeitijd en de gezondheid van de rozen te waarborgen, is het belangrijk dat de rozen in een humus-, voedindsrijke grond staan. Ook is een afgewogen en regelmatige bemesting belangrijk voor een goede groei
    Rozen zijn zonaanbidders en staan daarom het liefst op een zonnige, warme en luchtige plaats in de tuin.

    Kenmerken:
    Goed groeiende robuuste roze roos met een vol geurend boeket.
    Bloeit meerdere malen en is zowel een struik- als klimroos.

    Bloemen :
    Roze bloemen van Juni tot Oktober

    Planten :
    Op een Kalkrijke grond,goed gedraineerde
    Zandgrond,Voedselrijk,Kleihoudend,Humusrijk
    Standplaats : Zon

    Gebruik:
    Als Haag en in de Vaste planten border

    Eigenschappen:
    --Geschikt als snijbloem
    --Gedoornd
    --Geurend

    Weetjes :

    Eén van de pioniers voor het gebruik van vaste planten is Gertrude Jekyll geweest. Werden de eerste vaste planten in rijtjes in de tuin geplant en was de samenhang ver te zoeken. Gertrude Jekyll (1843-1932) combineerde als kunstschilderes de bovengrondse eigenschappen van de planten, als kleur, hoogte, bloeitijd en vorm tot een gewenst totaalbeeld. De door haar ontworpen borders zijn dan ook een lichtend voorbeeld van schilderen met planten.

    Gertrude Jekyll was een beroemde tuinarchitect welke een belangrijke invloed heeft gehad op de stijl van de huidige Engelse tuinen. Zij was de grondlegger van de ‘Cottage Garden’

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    23-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lychnis chalcedonica
     

    Lychnis chalcedonica


    Botanische naam  : Lychnis chalcedonica
    Nederlandse naam : Brandende liefde , Constantinopel
    Herkomst         : Klein-Azië, Oost-Rusland
    Bijzonderheden   : zaait uit
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Gebruik          : borders, verwildering, insecten
    Hoogte           : 0.60-0.80 m
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus
    Blad             : groen


    Standplaats:
    Zonnig- halfschaduw, Goed vochtige grond. Beschut

    Kenmerken:
    Lychnis chalcedonica komt van nature voor in Oost-Rusland en wordt in het Nederlands Brandende liefde genoemd. De 80-100 cm hoge plant wordt in de Angelsaksische wereld veel als tuinplant gekweekt. Hij draagt dan namen als Maltezer kruis of Jeruzalemkruis. De bloemen hebben een felrode kleur en staan in schermen van 5-12 cm. De rechtopstaande stengels zijn stijf en bebladerd.

    Bloemen :
    Bloemen in helder scharlakenrood in flinke platte trossen met heldergroene ruw aanvoelende blaadjes

    Planten :
    Geschikt voor perken, borders en achtergrondbeplanting
    De geadviseerde plantafstand is 30 cm. (8-11 st. per m2.)
    Bescherm de plant tegen slakken.

    Eigenschappen:
    --borderplant
    --snijbloem
    --zomerbloeier
    --bladhoogte 40 cm

    Deze plant is zeer geschikt voor de siertuin. Ze heeft opvallend blad, bloei, of vorm en laat zich eenvoudig combineren. Verlangt een zonnige plek en goed doorlatende, voedselrijke grond. Deze plant is zeer geschikt om te combineren met de 'basisplanten'. Verdraagt korte periodes van droogte prima. Natte winters daarentegen niet. Woekert niet of nauwelijks en laat zich goed combineren met andere planten.

    Vermeerderen :
    Uit zaad of delen.
    Bij voorkeur direct op plaats van bestemming zaaien. Dun uitzaaien en zo nodig nog uitdunnen. Bloeit in het 2e jaar
    De planten kunnen best om de 2-3 jaar worden opgegraven en gedeeld om te verjongen.

    Soorten :
    Lychnis chalcedonica 'Alba': witte bloemen
    Lychnis chalcedonica 'Alba plena': dubbelbloemige witte bloemen
    Lychnis chalcedonica 'Carnea'
    Lychnis chalcedonica 'Day and Night'
    Lychnis chalcedonica 'Morgenrot'
    Lychnis chalcedonica 'Plena' : dubbelbloemige variant.
    Lychnis chalcedonica 'Rauhreif'
    Lychnis chalcedonica 'Rosea'
    Lychnis chalcedonica 'Salmonea'

    Bemesting Lychnis chalcedonica
    Bij bloeiende planten is het belangrijk om veel knoppen te hebben en om die knoppen uit te laten komen. De aanmaak van knoppen wordt gestimuleerd met een, verhoudingsgewijs, hoger fosfor gehalte. De bloei van de knoppen wordt gestimuleerd door een hoog kalium gehalte. Het hogere kalium gehalte zorgt tevens voor een langere bloei en verbetert de kwalitatieve eigenschappen zoals geur van de bloemen. Daarnaast zorgt het hogere kalium gehalte voor een efficiëntere waterhuishouding zodat de planten zuiniger zijn met water. Hoe verder de onderlinge gehalten uiteenlopen des te sterker gaat er een stimulerende werking vanuit. Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8

    Weetjes :

    De botanische naam Lychnis is afkomstig van het Griekse woord 'lychnos' dat lamp betekent. Er zijn verschillende verklaringen. Volgens een verklaring slaat de naam op de heldere kleur van de bloemen, volgens een andere verklaring slaat de naam op het gebruik van de wollige bladeren als lampepitten. De naam werd door de Griek Theophrastus gebruikt.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Veronica longifolia
     

    Veronica longifolia


    Botanische naam  : Veronica longifolia 'Blauriesin'
    Nederlandse naam : Aarereprijs ,Lange ereprijs
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Gebruik          : groepen/vakken, randen, borders, insecten, bloemenweide, waterkant
    Hoogte           : 0.60-0.80 m
    Bloeikleur/vorm  : blauw, aar
    Bloeitijd        : juli, augustus
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Zon tot halfschaduw.
    Humusrijke, voldoende vochtige grond. Kalkrijke grond
    Zonnige plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselrijke, humeuze, neutrale tot zwak zure zandgrond.

    Kenmerken:
    De plant komt van nature voor in Europa en wordt ook gebruikt in siertuinen. De plant wordt 60-120 cm lang en heeft eironde tot lancetvormige bladeren, die tegenoverstaand of in kransen van drie tot vier bladeren aan de stengel zitten. De bladeren zijn aan de voet dubbelgezaagd.
    De lange ereprijs bloeit in Nederland in juli en augustus met eindstandige trossen. De bloem is meestal hemelsblauw, maar soms wit.
    De vrucht is een hartvormige doosvrucht.

    Bloemen :
    Violetblauwe bloempjes gegroepeerd in aarvormige trosjes.
    Goede snijbloem.
    Bloeitijd: juli-september

    Planten :
    De geadviseerde plantafstand is 30 cm. (8-11 st. per m2.)

    Gebruik:
    In de border heel mooi te combineren met bijvoorbeeld Alchemilla mollis ´Select´, Eryngium ´Blaukappe´ en Echinacea ´Magnus´

    Eigenschappen:
    * In het najaar snijd je de stengels bij de grond af
    * Scheuren in het voor- of najaar
    * Planten in luchtige grond
    * Gevoelig voor meeldauw

    Vermeerderen :
    Door zaaien het hele jaar door, kiemt makkelijk of door scheuren.
    Ondergrondse uitlopers delen

    Soorten :
    Veronica longifolia 'Blaue Sommer'
    Veronica longifolia 'Blauriesin'
    Veronica longifolia 'Blue Giant'
    Veronica longifolia 'Schneeriesin'
    Veronica longifolia var. subsessilis

    Weetjes :

    Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur. Deze plant heeft in de winter bescherming nodig tegen overvloedige regen en sneeuw. In de zomer moet u ervoor waken dat ze niet uitdroogt.

    Woekert niet of nauwelijks en laat zich goed combineren met andere planten

    Ereprijs of Veronica hebben gauw meeldauw. Dit moment van de zomer komt meeldauw meer voor in de tuin dan bv in de lente of vroege zomer.

    De planten op een luchtige plaats zetten, niet op een hete of ingesloten plek... zou kunnen helpen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    15-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tuintips voor Augustus
     

    Tuintips voor Augustus



    Siertuin -
    plantenborders:
    -Het onkruid in de borders blijven hakken, schoffelen en wieden.

    -Verwijder de uitgebloeide bloemen zodat ze geen energie steken in de zaadvorming waardoor de planten langer doorbloeien en de bloemenborder mooier oogt.

    -Verzamel zaden en steek ze in een koffiefilter of in een enveloppe. Bewaar ze gedurende de winter op een droge plaats.

    -Irissen met een wortelstok kunnen worden gescheurd.

    -Penstemon kan deze maand zeer gemakkelijk door stekken vermeerderd worden.

    -Door regen en wind omgevallen planten zoals zonnebloemen, riddersporen,... opbinden met touw of steunen met bamboestokken, rijshout.

    -De uitgebloeide bloeiaren van de lavendel mag je net boven de bladeren snoeien. De takken die er hier en daar uitspringen en zo een mooi zicht belemmeren mogen ook al worden afgeknipt. U mag zeker niet te diep snoeien, want de plant moet nog weerstand bieden tegen de vorst, vandaar enkel snoeien ter verfraaiing van de lavendel na de bloei.

    -Eind augustus zijn de meeste hagen volledig gestopt met groeien. Als u de hagen met een vlakke bovenkant door de winter wil loodsen dan kan u nog snoeien tot eind augustus. Plaats aan het begin en aan het einde van de haag een paal en span daartussen een touw die je kunt gebruiken als leidraad. Bij de eerste scheerbeurt van de bovenkant controleer je de horizontale touw met een waterpas. Ga aan de haagkant staan waar je het makkelijkst kunt opruimen. Op deze manier komt daar het meeste snoeiafval terecht.

    -Let er bij het snoeien op dat bewolkt weer is, als de zon te fel schijnt heb je steeds kans op verbranding.

    -Scheer coniferenhagen nooit na augustus want dat gaat ten koste van de winterhardheid. Snoei ze bij voorkeur licht conisch zodat het licht ook de onderkant van uw haag kan belichten en de haag ook onderaan mooi gesloten blijft.

    Zolang de gewenste hoogte bij een loofbladerenhaag niet bereikt is, snoeit u de omhoog groeiende takken ieder jaar een stuk terug. Dit bevordert de groei van de zijtakken.

    -Klimhortensia kunnen na de bloei plat tegen de gevel worden terug gesnoeid.

    -Snoei alle snoeivormen van heesters zoals buxus, liguster, lonicera, Taxus,...

    -Vanaf eind augustus kun je buxus stekken.

    -Planten in pot zoals buxusbollen met een groot, dicht bladerdek boven de pot dien je regelmatig water te geven. Het bladerdek fungeert als een paraplu waarbij bijna al het regenwater naast de pot terecht komt.

    -Rozen op aantastingen controleren. Schimmelaantastingen zoals sterreroetdauw en meeldauw komen deze maand veel voor.

    -Vergeet niet om regelmatig op het terras onder de parasol van de tuin te genieten. Let wel op met zoete dranken, want vanaf deze maand zijn de wespen op zoek naar zoetigheid en tracteren ze zichzelf maar al te graag op een cola, limonade of biertje van het huis. Hang in de buurt van het balkon of terras een wespenval om de onuitgenodigde gasten te weren.

    Gazon:
    -
    Het gazon gaan we 1 of 2 keer per week maaien, afhankelijk van de groei. In droge periodes minder vaak maaien en het gras op een hogere stand afrijden. Om uitdroging door te grote verdamping tegen te gaan kan men bij warm weer met maaien beter wachten tot 's avonds. Het zou anders te snel kunnen verbranden (geel worden). De verse snijwondes van het maaien verdampen immers veel meer.

    -In de zomer moet je, als je in het voorjaar langzaam werkende meststoffen gebruikt hebt in juli of augustus een keer bijmesten. Heb je een kortwerkende meststof gebruikt dan verdient het de aanbeveling om elke maand bij te mesten. Als je je gazon bemest, doe dit dan op een wat sombere niet zonnige dag, dit voorkomt gele plekken. Indien mogelijk het liefst bemesten als de weersvoorspellingen voor de komende dag(en) veel kans op regen geven. Mestkorrels verdeel je op een groot gazon bij voorkeur met een strooiwagen. Doe je dat niet dan kan het zijn dat je plekken vergeet of op de ene plek meer strooit dan op de andere, dit heeft als resultaat dat je een gazon met ‘golven’ krijgt op de ene plek groeit het sneller dan op de andere plek.

    -Als je terug komt van enkele weken vakantie en het gras staat zeer lang, dan maai je dit best eerst in een hogere maaistand en pas na enkele dagen op de normale maaihoogte.

    -Om van je maaisel af te raken, kun je het in een dun laagje uitspreiden achteraan in de plantenborders tussen de sierheesters. Op de plaatsen waar zo'n laagje afgereden grasmaaisel ligt hoef je minder of niet meer te wieden en het maaisel wordt door de tuinwormen omgezet tot humus en voedsel voor de planten.

    -Je kunt ook een grasmaaier gebruiken die het gras bij het maaien ineens versnippert en verspreidt over het gazon.

    -Graskanten afsteken zodat ze niet te diep in de bloemenborder groeien. Slordige graskanten zorgen voor een minder net aanzicht van het gazon.

    -Bij aanhoudend droog en warm weer het gazon regelmatig besproeien. Eenmaal per week gedurende enkele uren water geven is beter dan dagelijks een kwartiertje het zand te blussen. Weet wel dat het niet echt noodzakelijk is om een bestaand gazon te besproeien, want na enkele regenbuien zal het zich heel snel herstellen. Bij het water geven met een tuinslang voorkomen tuinslanggeleiders op de hoeken van de tuinborders dat de waterdarm doorheen de plantenborder worden gesleurd.

    Bloembollen en -knollen:
    -Plant vanaf nu paaslelies / narcissen. Als je narcissen in het gazon plant moet je er wel rekening mee houden dat je het gras tot zes weken na de bloei niet mag maaien wil je volgend voorjaar terug bloemen zien.

    -Voor het planten van bloembollen gebruiken we steeds de regel: 'twee maal zo diep planten als de bol hoog is'.

    -Plant bloembollen die in de herfst bloeien zoals bijv. cyclamen.

    -Bij enkelbloemige dahlia's bestaat de kans dat ze na de bloei over gaan tot zaadvorming. Pluk de uitgebloeide bloemen weg zodat de planten deze energie gebruiken om veel beter door te bloeien.

    -Voorjaarsbloembollen moeten in de herfst worden geplant omdat ze een koude periode nodig hebben om in het voorjaar tot bloei te komen. De enige regel is dat voorjaarsbloemen voor de eerste vorst moeten worden geplant. Het is het beste de bollen zo snel mogelijk na aankoop, te planten. Als je ze nog even moet opslaan, zorg dan dat ze droog en koel (tussen de 10 en 15 graden Celsius) bewaard worden. Bloembollen en -knollen die in het vroege voorjaar bloeien zoals Iris reticulata, kievitsbloem (=Fritillaria persica), sterhyacint (=Scilla sibirica), hondstand (=Erythronium pagoda), Naald van Cleopatra (=Eremus), prairielelie (=Camassia) kunnen vanaf half augustus worden geplant in de tuin.

    Moestuin:
    -Tot midden augustus kunt u nog spinazie, winterrammenas, veldsla, radijsjes, raapstelen,... zaaien.

    -Plantjes van koolrabi, bloemkool, sla, andijvie,... kunnen in de moestuin worden uitgeplant.

    -Doorlopend oogsten van de plukrijpe groenten zoals tomaten, pepers, aubergine, peulvruchten,...

    -In augustus wordt het al vochtiger en is de kans op schimmelaantasting groter. Wees alert en pas uw buitentomaten een tomatenhoes aan. De hoofdscheut van uw tomatenplanten mag je ook toppen aangezien er zich toch geen vruchten meer kunnen vormen die voor de winter kunnen geoogst worden.

    -Schoffelen en bij droog weer regelmatig water geven

    -Oogst regelmatig uw komkommers en courgettes en dit als ze nog jong en mals zijn. -Hoe ouder en dikker de vruchten des te grover de structuur. Jonge groente smaakt dan ook veel beter. Wanneer er regelmatig vruchten worden afgesneden zullen de planten ook steeds weer nieuwe bloemen en vruchten dragen tot laat in het najaar.

    -Bonen oogsten en invriezen of liever inmaken als wintervoorraad.

    -De ajuinen kunnen worden gerooid als het bladloof dood begint te vallen. Kies een droge dag want droog zullen ze langer bewaren.

    -Het loof van de gerooide aardappelen bevat vaak ziektekiemen. Voer het blad daarom bij voorkeur af met het GFT-afval en laat het niet op uw composthoop terecht komen.

    -Beschikt u over een serre dan kunt u tegen het einde van de maand de deuren en de verluchtingsramen 's avonds sluiten om de warmte binnen te houden. De volgende morgen doe je ze dan terug open.

    -De onderste bladeren van onze serretomaten kunnen we geleidelijk aan verwijderen. Zo krijgen de rijpende vruchten meer zonlicht en is er meer luchtcirculatie wat dan weer schimmelziektes voorkomt.

    -Bij vochtig weer kunnen in een korte periode grote aantallen slakken actief worden. -Vanaf half augustus worden de nachten langer en zijn er in de ochtend langere dauwperioden. Deze vochtige omstandigheden zijn ideaal voor de naaktslakken. Zodra slakken of slakkenschade wordt opgemerkt en de weersomstandigheden gunstig blijven voor slakken, is bestrijden met slakkenvallen zinvol.

    Fruittuin:
    -Oogsten van vroege appels en peren. De vruchten zijn rijp als het steeltje van de tak lost na een licht draaiende beweging.

    -Snoei bij de druivenranken alle bladeren weg die voor de druiventrossen hangen. Die bladeren houden het licht tegen dat voor de druiven nodig is om te rijpen.

    -Knip oude geoogste frambozenstengels af en bind de nieuwe stengels van dit jaar vast. Deze zullen volgend jaar vruchten dragen.

    -Oogsten van rode bessen, bosbessen, bramen, frambozen, kersen, kruisbessen, perziken, pruimen, vijgen, wijnbessen,...

    -Na de oogst van perziken, pruimen, kersen en bessen mag je deze bomen en struiken snoeien.

    -Plant deze maand ( liefst voor 15 aug)nieuwe aardbeibedden in. Deze kunnen zich voor de winter nog goed ontwikkelen zodat ze volgend jaar een mooie oogst geven.

    Kuipplanten, perkgoed, eenjarige en tweejarige planten:
    -Dit is de maand om te beginnen met stekken te nemen van uw kuipplanten: Pelargoniums (geraniums), Fuchsia's (bellenkensplanten),... Neem krachtige kopstekken van ± 10 cm en verwijder de bloemen. Verwijder de onderste bladeren en snij de stek onderaan net onder een bladknoop schuin af. Bij de Pelargonium kun je best de kleine steunblaadjes op het stengelgedeelte verwijderen want anders kunnen die in de stekgrond beginnen te rotten.

    -Eenjarigen en perkgoed regelmatig water geven en wekelijks bijbemesten om de planten langer te laten doorbloeien.

    -Vanaf augustus kan men volop starten met het zaaien van tweejarige planten. Viooltjes, vergeet-me-nietjes, muurbloemen, duizendschoon,...

    -Uitgebloeide bloemen verwijderen zorgt er voor dat de planten geen energie steken in de aanmaak van zaad maar in de vorming van nieuwe bloemen. De bloembakken staan er alzo ook steeds net en fris bij.

    Vijver:
    -Overtollige bladeren van in de vijver te groot geworden planten en beschadigde bladeren wegknippen. In een vijver die volledig is dicht gegroeid met bladeren van bv waterlelies is er teveel schaduw. Dun de planten maar verwijder per opkuisbeurt niet meer dan 1/3 van de planten.

    -Verwijder eveneens af en toe de uitgebloeide bloemen en dode, beschadigde en afstervende planten. Het voorkomt dat deze in de vijver rotten waardoor de algengroei zou toenemen.

    -Drijvende planten zoals sommige zuurstofplanten kunnen zich tijdens warme dagen zeer snel vermeerderen waardoor het wateroppervlak al snel dreigt dicht te groeien. -Dun deze snel groeiende waterplanten regelmatig uit.

    -Draadalgen groeien bij deze temperaturen ook heel snel. Haal eventuele draadalgen regelmatig weg. Algen verwijderen lukt makkelijk met een stok waar u ze omheen draait. Een riek met daaromheen kippengaas gewikkeld is ook handig om in de vijver te roeren en alzo de wieren op te vissen.

    -Door watervlooien aan het vijverwater toe te voegen kun je ook zwevende algen voorkomen. In een vijver met vissen in heeft het weinig zin watervlooien in te zetten daar deze op het menu staan van de vissen.

    -Controleer de waterwaarden regelmatig om tijdig in te kunnen grijpen. Meet de PH-waarde (zuurgraad), de GH-waarde (gezamenlijke hardheid) en de KH-waarde (carbonaatheid).

    -Kijk bij het kopen van een vijverpomp of er geen spons in zit. Pompen zonder spons zijn minder gevoelig voor slijtage door slib.

    -Leg je nu uw vijver aan? Doe dan het volgende: opengevouwen folie een tijdje in de warme zon leggen om beter te verwerken.

    -Vul een nieuwe vijver met kraantjeswater en lees de watermeter voor en na af. Dat bespaart rekenwerk als u er later producten moet aan toevoegen.

    -Leg een nieuwe vijver in de zomer aan, want dan zijn voldoende zuurstofplanten te koop. Die kunnen na enkele dagen in de vijver.
    -Goede zuurstofplanten zijn waterpest, hoornblad, fonteinkruid, sterrenkruid, vederkruid en waterranonkel.

    -Maak u geen zorgen als pas uitgeplante waterplanten wegkwijnen. Ze zullen snel nieuwe scheuten vormen en zijn dan volledig aangepast.
    -Planten waarvan de namen eindigen op 'Nana', 'Minima' of 'Pygmaea' zijn geschikt voor de kleinste waterpartijtjes, watertonnen en -troggen.

    -Geef nooit steurvoeder aan karperachtigen. Het bevat bloedmeel en veroorzaakt leverziekten bij andere vissen.

    -Geef vissen niet meer voer dan ze binnen de tien minuten kunnen opeten. Het eten dat langer blijft liggen zal naar de bodem zakken en beginnen rotten. Haal voer dat na tien minuten nog in het water drijft weg.

    -Hou de waterstand in de gaten. Op warme dagen verdampen er heel veel liters vijverwater waardoor je het waterniveau van de vijver ziet dalen. Vul regelmatig de vijver bij.

    I-n warm en stilstaand water zal het zuurstofgehalte snel dalen. Bij het bijvullen van de vijver spuit je best op het wateroppervlak waardoor er meer zuurstof in het water wordt opgenomen. Dat is van belang voor de vissen en de waterplanten.

    -Je kunt ook een fontein in de vijver plaatsen om ervoor te zorgen dat het water van zuurstof wordt voorzien.

    -Tijdens hete zomerdagen kunt u de fontein overdag afzetten om te sterke opwarming van het vijverwater te voorkomen. 's Nachts mag hij weer aan. Denk er aan dat ook onderwaterspots veel warmte afgeven. Vooral in kleine vijvertjes.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    13-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liatris spicata
    LIATRIS SPICATA 'KOBOLD'
     

    Liatris spicata


    Botanische naam  : Liatris spicata 'Kobold'
    Nederlandse naam : Lampepoetser
    Herkomst         : N.Amerika
    Bijzonderheden   : trekt vlinders aan
    Grondsoort       : alle, zand
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : zon
    Gebruik          : groepen/vakken, borders, snijbloem, insecten
    Hoogte           : 0.40-0.60 m
    Bloeikleur/vorm  : paars, aar
    Bloeitijd        : juli, augustus, september
    Blad             : groen


    Standplaats:
    Verdraagt goed droge gronden maar haat in de winter natte voeten.
    Liatris groeit op alle gronden en zelfs in een moerassituatie nabij een vijver.
    De Liatris spicata houdt van vochtige, maar goed doorlatende grond en is daardoor ook te planten in de buurt van een vijver, dit in tegenstelling tot de soort Liatris pycnostachya, die het goed doet op droge plaatsen

    Kenmerken:
    Liatris spicata is een overblijvende knolachtige vaste plant afkomstig uit Noord-Amerika
    Liatris spicata is een vaste plant en een populaire zomerbloeier voor gebruik in boeketten en in de border. Deze soort kan een hoogte bereiken die varieert van 30 tot 70 centimeter

    Bloemen :
    De donzige violetpaarse bloemen verschijnen in juli-augustus aan 60-80 cm hoge bloemstelen.
    Opmerkelijk is dat ze niet zoals gebruikelijk van onder naar boven bloeien, maar omgekeerd. Ze beginnen te bloeien aan de top. Deze vaste planten zouden wat meer moeten aangeplant worden: ze trekken zowel bijen als vlinders aan

    Planten :
    Meestal plant men Liatris als solitair in een rotstuin of in de border

    Eigenschappen:

    - geschikt voor gebruik in de vasteplanten border

    - geschikt voor gebruik in de heidetuin

    - deze plant vraagt of gedijt goed op droge gronden

    - deze plant is aantrekkelijk voor bijen (lokt bijen)

    - deze plant is aantrekkelijk voor vlinders (lokt vlinders)

    Vermeerderen :
    Liatris heeft knolachtige wortelstokken waarmee de planten vermeerderd kunnen worden door delen in het voorjaar en scheuren in het najaar
    Ook zaaien behoort tot de mogelijkheden. Selecteer dan echter streng op kleur en eigenschappen

    Snoeien :
    Uitgebloeide bloemen worden na de bloei verwijderd of gebruik ze bij aanvang van de bloei als snijbloem

    Soorten :
    Liatris spicata lichtroze 60
    Liatris spicata 'Floristan' donkerroze 150
    Liatris spicata 'Floristan Violett' donkerviolet 150
    Liatris spicata 'Floristan Weiss' wit 150
    Liatris spicata 'Kobold' paarsroze 40
    Liatris elegans donkerrood 100

    Weetjes :

    Mooie stevige planten voor in de border, vooral in grote groepen komen ze tot hun recht.

    Merkwaardig is dat de bloei bovenaan de aarvormige groeiwijze begint.

    Ze worden 80cm hoog en bloeien purperrood van juli tot augustus.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (10 Stemmen)
    07-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lonicera caprifolium
     

    Lonicera caprifolium


    Botanische naam  : Lonicera caprifolium
    Nederlandse naam : Gewone kamperfoelie, Tuinkamperfoelie
    Herkomst         : Europa, West-Azi‰
    Bijzonderheden   : Klimplant
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw, zon
    Gebruik          : solitair, tuinen en parken
    Hoogte           : 5.00-10.00 m
    Vorm             : slingerend
    Bloeikleur/vorm  : geurend, wit/créme, geel
    Bloeitijd        : mei, juni, juli
    Blad             : bladverliezend
    Vrucht           : oranje

    Standplaats:
    Vraagt een vochthoudende tot vochtige, humusrijke grond met een neutrale tot basische zuurgraad (pH = 7 - 9). Verlangt een plekje uit de volle zon. Dus bij voorkeur in gefilterd licht van andere planten. Deze plant is goed te combineren met 'bosrand' en 'borderplanten', zolang die er niet te dicht op staan.
    Kamperfoelie´s houden van een vochtige grond.
    Daar het een bosplant is staat haar “kop” graag in de zon, maar haar voeten houden van schaduw. Als haar voeten te heet worden is ze gevoeliger voor een aanval van bladluizen. Na de bloei kan de plant gesnoeid worden.

    Kenmerken:
    Lonicera caprifoliumis een sterk groeiende klimplant met glanzend donkergroene bladeren die meestal eirond of breed ovaal zijn. De onderzijde is meestal blauwgroen van kleur. Aan het eind van dìe twijgen die de bloemen dragen, zijn de paarsgewijze bladeren met elkaar vergroeid, en onder de bloeiwijze zelf een breed elliptische schijf vormend.

    Bloemen :
    In mei en juni verschijnen de sterk geurende, buisvormige bloemen vanuit de oksels van de schotelvormig vergroeide bladeren. Deze zijn tot 5 cm lang en crème-wit van kleur, soms wat roze getint aan de buitenzijde. Zes bloemen staan in kransen bij elkaar, meestal twee of drie kransen boven elkaar, maar altijd gescheiden door de schotelvormig vergroeide bladeren. De bloemen zijn tweelippig; de bovenlip iets terug geslagen, de onderlip sterk terug geslagen. Daardoor steken de stamper en meeldraden ver uit. Na de bloei ontwikkelen zich oranje-rode vruchten.

    Planten :
    Bijvoorbeeld voor aanplant in windbeschutte (stads)tuinen en openbaar groen. Deze plant slaat vrij traag aan.

    Eigenschappen:
    zeer winterhard en aangenaam geurend.
    Geschikt voor begroeiing tegen hekken, balustrades, pergola's en lage muren

    Vermeerderen :
    De plant is vrij gemakkeljk te vermeerderen uit zomer- of winterstekken.

    Snoeien :
    Na de bloei snoeien om vertakking te stimuleren en kale plekken onderaan de plant te voorkomen. Echte snoei verder niet noodzakelijk.

    Soorten :

    Lonicera caprifolium ´Anna Fletcher´ heeft bloemen die meer geel van kleur zijn, de buitenzijde zelden roze.

    Lonicera caprifolium `Inga´ heeft iets grotere bloemen dan de soort en bloeit iets vroeger. De twijgen en bladeren zijn sterk behaard. De bloemen zijn creme-wit, aan de buitenzijde roze getint.

    Weetjes :

    Deze soort komt van nature voor in west Europa en noord Azië. In Nederland soms verwilderd.


    Geneeskrachtige eigenschappen
    Als huismiddel werden vroeger de vruchten gegeten, rauw of gekookt, als braak of laxeermiddel.

    Een siroop gemaakt van de bloemen werd vroeger gebruikt bij astma. Zowel de bloemen als de bladeren werden vroeger gebruikt als slijmoplossend middel en tegen krampen.

    Thans wordt de plant nog gebruikt in de Bach bloesemtherapie. Het wordt gebruikt voor mensen die leven in het verleden en geen perspectief zien in de toekomst.

    Vroeger werden de bloemen gebruikt voor het maken van parfum. Thans wordt het nog wel gebruikt in zeep.


    Bemesting Lonicera caprifolium
    Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8

    Ziekten
    Een veel voorkomende aantasting is vraat door bladluis. Kamperfoelie kan overdekt raken met dikke kolonies ervan. Ze zijn te bestrijden met eenvoudige middelen zoals een mengsel van water gemengd met groene zeep en spiritus of een speciaal middel tegen bladluizen.

    Meeldauw ('het wit') overdekt blad en bloem met een wit, pluizig dons.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    03-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Clerodendrum trichotomum
     

    Clerodendrum trichotomum


    Botanische naam  : Clerodendrum trichotomum fargesii
    Nederlandse naam : Kansenboom
    Herkomst         : China
    Bijzonderheden   : purperbruin uitlopend
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : solitair, tuinen, insecten
    Hoogte           : 3.00-5.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, rood/bruin, opvallend
    Bloeitijd        : augustus, september
    Blad             : bladverliezend
    Vrucht           : zwart, blauw


    Standplaats:
    Geeft de voorkeur aan een humeuze grondsoort, die zowel doorlatend als vocht vasthoudend moet zijn
    Plant Clerodendron bij voorkeur op een beschutte plaats waar voldoende zon schijnt. Op zware klei het plantgat voldoende ruim maken en compost en zand mengen met de uitgegraven grond. Waar het flink kan vriezen, de voet van de struik afdekken met bladeren of compost om de wortels te beschutten.

    Kenmerken:
    Een bijzonder kenmerk van deze plant is de bloeitijd: pas laat, in de nazomer. In augustus tot september verschijnen de trossen met bloemen.

    Bloemen :
    Deze hoge struik of kleine boom draagt van augustus tot september witte buisvormige bloemen die gevolgd worden door vlezige, ronde helderblauwe vruchten.
    De bloemen verschijnen pas in grote hoeveelheden als de plant een weinig is uitgegroeid. De eerste jaren zuller er daarom vooral takken en hartvormig toegespitste bladeren worden gevormd, maar na de hevigste groeistuipen verschijnen er losse bundels stervormige, witte bloemen vanuit rode kelkbladeren
    Deze heester bloeit vanaf eind augustus met vele witte bloempjes met roze schutbladeren. De bloemen geuren lichtjes en worden graag bezocht door bijen en vlinders.
    De variëtiet fargesi heeft iets grotere bloemen.

    Planten :
    groeit best op open lichte gronden en houdt van de volle zon.
    Het boompje is zeer goed bestand tegen hittereflectie wat hem ideaal maakt voor de aanplant in kleine besloten, verharde ruimtes.

    Gebruikte delen:
    deze plant bevat geurende plantendelen
    ook geschikt voor gebruik in potten, bakken of terraskuipen

    Eigenschappen:
    Na de bloei worden blauwe bessen gevormd waarrond de rode schutblaadjes blijven zitten. Zeer decoratief in een herfstbloemstuk.

    De parfumachtige geur van de bloemen, die vaak tot tientallen meters reikt, is na een zonnige dag een dankbare herinnering in de zwoele avonduren.

    Hij vormt een elegante, vrij dichte struik met een opgaande en nauwelijks vertakte groeiwijze en dunne, donzige, eivormige bladeren. Bladeren onaangenaam riekend bij kneuzing. Wordt vanwege de geur in Nederland ook wel pindakaasboom genoemd

    Vermeerderen :
    Uit stekken, die op warmte snel aanslaan.
    Bij de vele soorten die wortelopslag vormen, kan wortelstek veel snellere resultaten geven.

    De uitlopers kunnen echter vrij gemakkelijk worden weggehaald. Binnen korte tijd kan elke uitloper tot een nieuwe plant uitgroeien.

    Snoeien :
    In het voorjaar een flinke snoeibeurt geven is dus de boodschap. De bloei heeft daardoor niet te lijden want de struik bloeit op de takken die hetzelfde jaar gevormd werden.
    Het snoeien kan direct worden uitgevoerd na de laatste bloei in oktober.

    Soorten :
    Clerodendron is een telg uit de familie van de Verbenaceae en alhoewel er ongeveer 300 verschillende soorten Clerodendron bestaan, kunnen er maar twee onze winters overleven in volle grond.

    Clerodendron trichotomum is de meest winterharde. Toch zullen de takken ieder jaar invriezen.

    Clerodendron bungei is een matig winterharde heester
    Deze struik gedraagt zich in ons klimaat eerder als een vaste plant dan als een heester. Ieder jaar vriezen de takken af tot tegen de grond, maar in de lente worden nieuwe uitlopers gevormd, die in het zelfde jaar uitgroeien tot 1,5 meter hoog en in augustus en september bloeien met heerlijk geurende paarsrode bloemen die samen grote (tot 20 cm diameter) bloemschermen vormen. Het grote, donkergroene blad is ook zeer decoratief. Het gekneusde blad ruikt onaangenaam. Clerodendron bungei is een woekeraar. Hij vormt ondergrondse uitlopers die op enkele meter van de plant weer boven de grond komen. Deze kunnen wel gemakkelijk verwijderd worden.

    Weetjes :

    Kansenboom of de Clerodendron met prachtige vruchten

    Wil je in september nog wat kleur in de border dan is de Clerodendron een geschikte keuze.

    Bij warm weer flink begieten, want vooral bij C. bungei gaat de bladeren snel slap worden en afvallen.

    Ziekten komen weinig voor en insectenplagen evenmin. Kortom: een struik met weinig problemen en veel voldoening.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    02-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pterostyrax hispida
     

    Pterostyrax hispida


    Grondsoort       : Alle grondsoorten
    Standplaats      : Schaduw,Halfschaduw,Zon
    Groeiwijze       : Ronde kroon
    Bloemkleur       : Wit
    Winterhardheid   : Normaal winterhard
    Wintergroen      : Nee
    Bloeitijd        : Juli,Juni
    Hoogte           : 6 - 8 (12) m
    Vruchten         : langwerpige steenvrucht, circa 1 cm
    Toepassing       : parken, plantsoenen
    Grondsoort       : weinig eisend, verdraagt kalk
    Windbestendigheid: slecht
    Herkomst         : Japan en China

    Standplaats:
    Gedijt in iedere grondsoort en verdraagt ook luchtvervuiling.
    betrekkelijk snel groeit en geschikt is voor standplaatsen in de zon of halfschaduw. Hoewel hij in staat is jaren te leven in de schaduw van andere houtige soorten dichtbij watervlakten, houdt hij niet van al te vochtige bodem.

    Kenmerken:
    Pterostyrax hispida kan 5 à 7 m hoog worden en de bladeren tot 15 cm lang. De roomwitte, lange bloemtrossen komen in mei aan het uiteinde van de takken en geuren naar kamperfoelie. Hij is zeer winterhard en groeit niet vlug.

    De bast is grijs met diepe groeven en de twijgen zijn behaard. Het frisgroene eirond tot ovale blad is 6cm tot 17cm groot.
    Later ontstaan de behaarde vruchten die de gehele winter in de boom blijven hangen,

    Bloemen :
    De witte bloemen verschijnen in juni/juli en staan verzameld in tot 20 cm grote pluimen, ze geuren sterk en aangenaam.
    De klokvormige geurende bloemen hangen in witte pluimen en verchijnen in juni/juli en zijn 10cm tot 20cm lang.

    Planten :
    Deze boom heeft een brede/ronde dichte kroon en kan uiteindelijk een hoogte bereiken van 6m tot 8m.deze boom is ook geschikt voor de kleinere tuin

    Eigenschappen:
    Grote struik, kleine boom met in zomer hangende pluimen met witte bloemen.
    Het verspreidstaande, afvallende blad is langwerpig, ongeveer 17 cm lang en donzig aan de achterkant. De heerlijk geurende bloeiwijzen vormen zich aan de zijtakken. Ze bloeien in juini. De kroonbladeren, haast wit, zijn bijna los, alleen aan de voet nog een klein stukje met elkaar verbonden. De vruchten zijn vlezige steenvruchtjes met 1-2 nootjes, langwerpig, met geribbelde vleugeltjes die verdorren. Pterostyrax hispida is een houtachtig gewas, dat

    Vermeerderen :
    Hij kan tamelijk goed gekweekt worden uit zaad, dat 's winters op een droge plaats bewaard moet worden. Hijkan in juli ook vermeerderd worden uit groene stekken.

    Weetjes :

    Is afkomstig van China en Japan. P. corymbosa lijkt er goed op en is eveneens geurend. Deze heester verdient beter gekend te zijn en zou in de stadsparken of ook in de tuin een mooie blikvanger zijn.

    Gedurende de eerste jaren, die volgden op zijn ontdekking in 1839 en het kweken van de pterostyrax (P. corymbosa in 1850 en P. hispida in 1875), heeft men deze houtachtige gewassen lange tijd beschouwd als Halesiasoorten, afkomstig uit Oost-Azie.

    Toch zijn de verschillen overduidelijk: Pterostyrax is afkomstig uit Japan en China, de bloeiwijzen vormen een 25 cm lange hangende tros. Pterostyrax vormt flinke struiken of bompjes met verschillende stammetjes.

    Bovendien kan hij niet goed tegen lage temperaturen; in elk geval is hij na een vorstperiode wel in staat opnieuw uit te spruiten. De kwalificatie hispida heeft betrekking op de bloeiwijzen, die klierachtig behaard zijn.

    Pterostyrax hispida is een rechtopstaande struik of een struik met verschillende stammetjes, die 15 meter hoog kan worden. Hij heeft een grote esthetische waarde.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laburnocytisus adamii
     

    Laburnocytisus adamii


    Botanische naam  : Laburnocytisus adamii
    Nederlandse naam : Adam's goudenregen
    Herkomst         : Frankrijk (Parijs)
    Bijzonderheden   : vleeskleurig, op leeftijd bonte bloei
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Wind             : ongevoelig
    Gebruik          : parken, tuinen, solitair
    Hoogte           : 2.50-5.00 m
    Vorm             : zuil
    Kroon            : half open
    Bloeikleur/vorm  : geel, roze
    Bloeitijd        : juni,juli
    Blad             : bladverliezend

    Standplaats:
    Deze plant wenst een matig voedselrijke, droge tot vochthoudende, zandige bodem. Heeft een voorkeur voor neutrale tot basische grond (ph = 7 - 9). Verlangt een plekje in de zon of lichte schaduw. Deze plant is in haar jonge jaren eenvoudig met allerlei vaste planten te combineren. Later alleen nog maar met 'bosrand' en 'bosplanten'.

    Kenmerken:
    De nederlandse naam is Laburnocytisus, familie van de Fabaceae. De bloemkleur is geel+rozepaars en de bloeitijd is van ca. mei tot en met juni. De bladeren zijn groen. De volwassen hoogte van deze middelgrote heester is ca. 600 cm. Verdraagt een temperatuur tot -15 gr. C. Heeft een opvallende bloeiwijze.

    Bloemen :
    De boom heeft twee verschillende kleuren bloemen: gele bloemtrossen van de gouden regen en roze bloemtrossen van de brem!

    Planten :
    Zorg ervoor dat de kluit van Laburnocytisus adamii goed vochtig is. Zet de boom eerst in een emmer lauwwarm water. Maak een ruim plantgat van minstens 50 x 50 x 50 cm en maak de grond goed los. Zet de kluit van Adam's gouden regen op de juiste hoogte in het plantgat. De bovenkant van de kluit moet net iets onder het grondniveau komen. Vul het plantgat met aarde en druk stevig aan. Geef na het planten direct water. Adam's gouden regen groeit goed in voedselrijke, kalkhoudende grond. Verbeter arme tuingrond met compost en koemestkorrels. Geef de boom een plekje in de volle zon.

    Eigenschappen:
    Met een grote sierwaarde, vooral bv. als accentplant in het openbaar groen en in de tuin vanwege de mooie vorm, de bloeiwijze of de bladkleur.

    Vermeerderen :
    De bijzondere Laburnocytisus adamii is ontstaan door de brem (Cytisus) op een stam van de bekende gouden regen (Laburnum) te enten. Zo kan het dat deze kleine boom twee verschillende kleuren bloemen heeft: roze bloemtrossen van de brem en gele bloemtrossen van de gouden regen. Werkelijk spectaculair als solitair in uw tuin. Snoeien :
    Laburnocytisus adamii is een makkelijk te kweken boom die het op elke zonnige plek goed zal doen. Deze gouden regen heeft wel een hekel aan zeer natte grond. U kunt na de bloei de zijscheuten toppen om zo een compacte kroon te houden. Snoei zonodig kruisende takken in de kroon weg. Wilt u een hoge kroon? Snoei dan in de winter de onderste takken weg

    Weetjes :

    Bemesting Laburnocytisus adamii
    Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8

    De naam 'Adam's gouden regen' (Laburnocytisus adamii) kunt u wel begrijpen als u naar de schitterende foto's kijkt. Deze zeer speciale soort is ontstaan door een brem (Cytisus) te enten op een stam van de gouden regen (Laburnum).

    Het blad en de peulen zijn giftig.!!!!!!!!!

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    07-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TUINTIPS IN JULI
     
    TUINTIPS IN JULI


    Siertuin - plantenborders:

    --Hakken en wieden zal men niemand verbieden.
    Verwijder de uitgebloeide bloemen, zodat de planten langer doorbloeien en de border mooier oogt.
    --Verzamelen van zaden.
    --Vergeet uw borders niet te bemesten. Je planten kunnen nu wat extra voedsel goed gebruiken!
    --Door regen en wind omgevallen planten steunen met bamboestokken of rijshout.
    Heesters en bomen•Heesters in bakken hebben nood aan een regelmatige begieting. Eenmaal per dag bij gewoon weer en tweemaal bij erg warm weer.

    Snoeien :
    --Wie zijn hagen voor de langste dag nog niet heeft geschoren kan dit ook nu nog goed doen. De meeste haagplanten krijgen nu hun tweede groeischeut waardoor ze zich nog snel kunnen herstellen.
    --De ligusterhaag kan terug een snoeibeurt gebruiken. Knip liguster vrij kort en strak om een mooi geheel te behouden. Door te snoeien dwing je de plant om zich terug te vertakken. Hoe vaker je een haag knipt, hoe bossiger deze wordt waardoor je meer privacy bekomt.
    --Snoei de groene takken weg bij bontbladige heesters of bomen, ze gaan anders spoedig de planten overheersen.
    --Knip lavendel om te drogen.
    --Boerenjasmijn en weigela zijn ongeveer uitgebloeid en moeten gesnoeid worden.
    --Ongewenste scheuten en wildopslag aan de voet van bomen of heesters verwijder je best zo snel mogelijk, want ze tasten de kracht van de boom of heester aan.
    --Coniferenhagen hebben de neiging om heel snel te groeien en moeten vaak gesnoeid worden. Doe dat in juli. Als je extra planten wilt, kan je zelfs een paar gezonde scheuten die verhouten aan de voet als stek gebruiken.

    Vermeerderen :
    --Vanaf half juli is het de ideale periode voor het nemen van kruidachtige kopstekken bij sierheesters.
    --Planten die zich door zomerstek goed laten vermeerderen zijn o.a.
    laurierkers (= Prunus laurocerasus),
    kardinaalsmuts (= Euonymus),
    broodboom (= Aucuba),
    Skimmia,
    hortensia (= Hydrangea),
    Camellia, Taxus,...

    --Hortensia’s zijn klaar om stekken van te nemen. Knip daarvoor niet bloeiende scheuten van ongeveer 10 cm vlak boven een knop.
    --Scheuten van heesters uit hetzelfde jaar die reeds aan de voet verhouten, kunnen gestekt worden om de heester te vermeerderen.
    --Scheur irissen en knip de lelijke bladeren af.
    --Oosterse papaver en tuingeranium knip je vlak boven de grond af. Riddersporen, akeleien en andere hoge planten hoeven enkel een snoeibeurt van de uitgebloeide bloemstengels. Vergeet daarna niet te bemesten en water te geven.
    --Leg grasanjertjes af indien je ze wilt vermeerderen.
    --In het algemeen kunnen vaste planten en late bloeiers (herfstasters en chrysanten) organische meststof goed gebruiken.

    Gazon:
    --Het gazon gaan we 1 of 2 keer per week maaien, afhankelijk van de groei. In droge periodes minder vaak maaien en het gras op een hogere stand afrijden. Bij zonnig en warm weer kun je beter tot 's avonds wachten met maaien om uitdroging door te grote verdamping tegen te gaan. De verse snijwondes van het maaien verdampen immers veel meer.
    --Grasmaaisel op de composthoop goed open spreiden. Indien het maaisel op een hoop wordt gelegd zal het liggen broeien, rotten, stinken en verslijmen wat de composthoop niet ten goede komt. Een goed opgezette composthoop zal nooit stinken.
    --Strooi als er regen wordt voorspeld kunstmest op het gazon en herhaal dat om de vijf a zes weken tot aan de herfst. Zo hou je je gazon gezond! Kunstmest toedienen in droge en warme periodes kan verbranding van het gazon veroorzaken.
    Graskanten afsteken, slordige kanten zorgen voor een minder net aanzicht van het gazon.
    --Steek het gras met een graskantensteker langs de gespannen plantkoord af. Zorg ervoor dat de graskantensteker schuin de grond in gaat. Zo staan de kanten stevig vast dit om te vermijden dat de boord afbrokkelt. Het gras zal dan ook veel minder vlug in de percelen groeien of woekeren.

    --De meeste onkruiden verdwijnen uit het gazon door regelmatig te maaien. Er zijn echter verschillende soorten onkruid die met hun platte bladrozetten weinig last ondervinden van de grasmaaier en rustig verder woekeren in het gazon. Hierbij denk ik onder andere aan madeliefjes, paardebloemen, boterbloemen, klavertjes en weegbree. Verwijder dit onkruid uit het gazon, steek het uit of gebruik onkruidbestrijdingsmiddelen tegen tweezaadlobbige planten. (gras is immers éénzaadlobbig).
    --Maai je gazon een- of tweemaal per week. In drogere periodes is het best om niet te veel te maaien en een hogere messenstand te gebruiken.
    --Gooi je maaisel niet op de composthoop, maar laat het liggen. Dat helpt mee om het vocht in de bodem te houden.
    --Besproeien kan alleen als het echt nodig is. Veelvuldig gras besproeien is een serieuze verspilling van water!
    --Is je gras in heel slechte staat, dan kan het eventueel wat vloeibare meststof gebruiken. Let er op dat je niet teveel gebruikt.
    --Nieuwe gazons hebben extra zorg nodig. Deze mag en moet je wel extra besproeien.

    Bloembollen en -knollen:

    --Steek de bollen van de Colchicum / herfsttijloos in juli in de grond om in hetzelfde jaar vanaf september tot november van de bloemen te genieten. Plant de bloembollen uit op een onderlinge afstand van 15 cm met een plantdiepte van 10 cm. Je kunt de bollen van de herfsttijloos ook in bloembakken aanplanten zodat je ze op de vensterbank of op het terras of balkon kan bewonderen.
    --Geef de gladiolen en de dahlia's bloembollenmest. Deze mest bevat veel kalium en magnesium voor intense bloemkleuren en voor het bekomen van een stevige bol en/of knol.
    --De bladeren van de uitgebloeide lentebloembollen zijn nu volledig uitgedroogd en mogen worden opgegraven en bewaard tot in de herfst. Het bewaren kan het best op een koele, donkere, droge en luchtige kamer. Bewaar de bloembollen in kisten tussen droge turf.
    --Doe wat grasmaaisel of ander organisch materiaal rond de voet van de lelies zodat die niet rechtstreeks door de zon kan worden beschenen.
    --Opbinden van uw dahlia's zodat ze bij wind of bij regen niet onmiddellijk omvallen. Zijn de bloemknoppen of de bladeren van uw dahlia's aangevreten dan zijn de oorwormen wellicht de daders. Vroeger werd verteld dat de diertjes in de oren kropen van mensen die vast sliepen en dat ze het trommelvlies beschadigden. Vandaar de benaming van de oorworm. Deze zijn milieuvriendelijk uit de dahlia's weg te vangen door bloempotten op te vullen met stro. Plaats de opgevulde bloempotten omgekeerd op een bamboestok. De oorwormen zullen na hun nachtelijke eetfestijn onder de (hout)wol een droge en warme schuilplaats vinden. Na enkele dagen kunt u de bloempotvallen leegmaken in uw tuin waar zich bladluizen bevinden. Oorwormen zijn nuttig als biologische bestrijding van bladluizen. De oorworm voedt zich eveneens met mijten, larven en eieren van insecten (appelmade/fruitmot), kommaschildluizen, kleine rupsjes en andere parasieten. Ook eten ze plantaardig voedsel zoals algen.
    --Zorg ervoor dat je de voet van je lelies beschermd tegen direct zonlicht.
    --Geef je Gladiolen en dahlia’s bloembollenmest, zo krijgen ze intensere kleuren en word hun bloembol steviger. Dahlia’s die groter worden geef je best steun met een stok, want bij regen of wind kunnen ze omvallen.

    Moestuin:

    Buiten in de volle grond:

    --Oogsten van de plukrijpe groenten.
    --Laat aardappelen na het rooien nog enkele uren in de tuin drogen vooraleer ze naar binnen te brengen.
    --Laat courgettes niet langer worden dan ± 20 cm. Grotere exemplaren smaken minder lekker en zorgen ervoor dat de plant uitgeput geraakt.
    --Schoffelen en water geven.

    --Zaaien van snel groeiende en vorstbestendige groenten zoals winteruien, herfstandijvie, pastinaak, groenlof en roodlof, veldsla, winterpostelein, radijsjes, worteltjes, Chinese kool, tuinrapen, herfstbloemkool, stamslabomen, struikbonen, kervel, knolvenkel, kropsla, peterselie, winterprei, rode biet, spinazie, winterrammenas,...

    --Planten van slasoorten,...
    De groenten groeien goed, maar ook het onkruid groeit zeer snel. Regelmatig wieden en schoffelen zal nodig zijn.
    --Geef bij droog weer regelmatig water.

    Binnen in een serre of onder glas:

    --Bij warm en zonnig weer de serre tijdig afschermen of aanwitten en regelmatig luchten.
    --Laat de ramen zoveel als mogelijk dag en nacht open staan, maar voorkom tocht.
    --Grijp tijdig in tegen witte vlieg en bladluizen.
    --Groenten onder glas regelmatig begieten. Meloenen en komkommers houden van veel water. Giet bij voorkeur 's morgens zodat de gewassen de nachten droog in kunnen gaan.
    --Als tomaten beginnen rijpen mag je niet meer royaal water toedienen. Door de grote hoeveelheid water groeien de vruchten te snel waardoor de velletjes scheuren en de tomaten open barsten.

    Fruittuin:

    --Bescherm uw rode bessen tegen de vogels want zij vinden ze reeds lekker als wij ze nog te zuur vinden. Witte bessen vallen voor vogels veel minder op en worden dan ook veel minder aangevreten. De smaak van witte bessen is minstens even lekker en zelfs iets zoeter dan rode bes.

    Snoeien :
    --Uitlopers van aardbeien afknippen en op een plantbed laten inwortelen.
    --zomersnoei van druiven. Krenten van buitendruiven kan deze maand gebeuren.
    --Zomersnoei bij pitfruit (= appels en peren). In juli en augustus is dit een snoei waardoor het zonlicht tot aan het fruit kan zodat het beter kan rijpen. Het snoeien gebeurd doorgaans een drie a vier weken voor het oogsten van het betreffende fruit.
    Bij appels en peren kun je nu al zien welke vruchten er klein zullen blijven. Deze mag je nu verwijderen, zodat alle energie naar de andere vruchten kan gaan zodat die dikker kunnen worden.
    --Steenfruit zoals kersen, krieken, perzik, abrikozen en pruimen worden steeds na de oogst gesnoeid. Dit bij voorkeur bij droog weer zodat de wondes snel opdrogen.
    Na de oogst van de zomerdragende frambozen, worden de takken die vruchten hebben gedragen tot aan de bodem af gesnoeid. Er zullen massaal nieuwe twijgen uit de grond verschijnen die volgend seizoen frambozen zullen dragen. Beperk het aantal takken echter tot maximum tien stuks per plant.
    --Zwarte bessen snoei je best onmiddellijk na de oogst. Hierbij snoei je de besdragende takken terug tot op de lager gelegen jongere scheuten.
    --Struiken van de braambes bloeien en dragen vruchten op het éénjarige hout. Daarom moet je de lange uitlopers naar de grond leiden en verankeren zodat ze op die plaatsen nieuwe wortels kunnen aanmaken.

    Kuipplanten, perkgoed, eenjarige en tweejarige planten:

    --Eenjarigen en perkgoed regelmatig water geven en wekelijks bijmesten.
    --Uitgebloeide bloemen verwijderen zorgt er voor dat de planten geen energie steken in de aanmaak van zaad maar in de vorming van nieuwe bloemen. De bloembakken staan er alzo ook steeds netjes en fris bij.

    Zaaien :
    --Vanaf juli kan men volop starten met het zaaien van tweejarige planten. Viooltjes (=Viola), vergeet-me-nietjes (=Myosotis), madeliefjes (=Bellis), muurbloem (=Cheiranthus cheiri), duizendschoon (=Dianthus barbatus).

    --De knoppen van knolbegonia’s in potten of perken moeten uitgedund te worden. Het doel is om de grote mannelijke bloemknop in het midden te behouden en de kleinere vrouwelijke knoppen aan de zijkant te verwijderen. --Tweejarige zaailingen (muurbloemen, vergeet-mij-nietjes, meizoentjes, Mariëtteklokjes en sierkolen) die in mei en juni zijn gezaaid, kunnen nu verplant worden op een kweekbed. In de herfst verhuizen ze dan naar hun definitieve standplaats. Het is belangrijk om de plantjes voor en na het verplanten water te geven

    Onderhoud

    --Controleer planten op ongedierte en ziekten.
    --Water is van levensbelang voor de planten. Besproei de planten elke dag. Spendeer niet veel tijd aan je gras, dit zou sterk genoeg moeten zijn om er tegen te kunnen. Extra aandacht is nodig voor pas geplante bomen en heesters, dorstige groenten, planten in borders, bakken en hangmanden.
    --Blijf uitgebloeide bloemen verwijderen. Dit zorgt ervoor dat je vaste planten langer blijven doorbloeien.

    Rozen
    Verwijder uitgebloeide bloemen voor een betere doorbloei. Als je wilt dat je rozen tot in de herfst blijven bloeien, is het niet voldoende om alleen de oude bloemen weg te halen. Knip tot een lager gelegen knop in de bladoksel. Na de snoeibeurt kunnen je rozen een extra bemesting goed gebruiken.

    Kruiden
    Oogst nu je kruiden en droog ze om ze te bewaren.

    Klimplanten
    In juli is het tijd om op een eenvoudige manier je clematis te stekken. Snijd een stek tussen de bladknopen en dus niet vlak onder een blad.
    --Blauwe regen kan in deze periode heel wild staan met veel nieuwe scheuten. Kort deze in tot vijf of zes knoppen van de hoofdstengels. Zo krijg je het volgende jaar veel nieuwe bloemknoppen.

    Vijver
    --Hou het waterpeil in de gaten en vul bij wanneer nodig.
    --Bij warm weer en stilstaand water kan er een gebrek aan zuurstof in de vijver optreden. Dat is nefast voor de eventueel aanwezige vissen. Voorzie daarom een fonteintje of een andere waterstraal.
    --Zuurstofplanten die woekeren in de vijver dun je het best uit. Haal ze uit de vijver met een hark en laat ze aan de rand drogen. Zo geef je de kans aan eventueel meegereisde beestjes om terug te keren naar het water.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    24-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prunus gondouinii
     

    Prunus gondouinii


    Botanische naam  : Prunus gondouinii 'Schnee'
    Nederlandse naam : Sierkers
    Herkomst         : Duitsland
    Bijzonderheden   : rijke bloei, weinig vrucht
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Gebruik          : straten/pleinen, parken, tuinen, solitair
    Hoogte           : 2.50-5.00 m
    Vorm             : bol
    Kroon            : half open
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : april, mei
    Blad             : bladverliezend, rood/bruin
    Vrucht           : rood/bruin


    Standplaats:
    stelt weinig eisen aan de bodem en heeft een voorkeur voor kalkhoudende bodems die matig vochtig zijn.
    Hoge grondwaterstand vermindert de vitaliteit en maakt de plant meer gevoelig voor ziekten en aantastingen.

    Kenmerken:
    Boom met brede, afgeplatte, ronde, halfopen kroon, gebruikt als straatboom; als drachtplant.

    Bloemen :
    Bloemen :gevuld; wit, iets roze; bloeitijd midden - laat.
    Vruchten :weinig; dieprood; erwtgroot; niet eetbaar.
    'Schnee' is rijkbloeiend met grote enkelvoudige en zuiver witte bloemen van eind april tot begin mei, vóór de bladontwikkeling. De bloemen staan in bundels (tot 10 bloemen per bundel) bijeen.
    Kleur wit, zeer rijkbloeiend, enkele bloem (2 cm) in bundels van 8-10 stuks, 6-9 cm
    Bloeiperiode april, mei

    Planten :
    Hij wordt gebruikt voor aanplant in parken, straten en kleine tuinen. Prefereert een voedzame, vochthoudende grond.

    Gebruik :
    Toepassing: stedelijk gebied, straten, parken en plantsoenen

    Eigenschappen:
    Omgevingsfactoren: verdraagt half-open verharding
    Bodem: goed doorlaatbare, niet te natte grondsoort
    Bloemen: rijkbloeiend met enkelvoudig, zuiver witte bloemen (eind april)
    Vruchten: rijpe, niet talrijke vruchten zijn rood gekleurd
    Bladeren: ovale donkergroene kleur, oranjerode herfstkleuring
    Bijzonderheden: zeer winterhard

    Weetjes :

    Herkomst: W. Pfitzer heeft de soort in de handel gebracht in 1910 in Duitsland
    Hoogte: 4-6 meter, aanvankelijk vaasvormig en later afgeplat bolvormig


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    16-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Agrimonia eupatoria
     

    Agrimonia eupatoria


    Botanische naam  : Agrimonia eupatoria
    Nederlandse naam : Gewone agrimonie
    Herkomst         : Nederland
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : droog, normaal, vochtig
    Licht            : zon
    Groep            : vast
    Gebruik          : grasland, ruigte, bos en struweel
    Hoogte           : 0.10-0.30, 0.30-0.60, > 0.60
    Vorm             : pol
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Vermeerdering    : zaaien voor de winter
    Voedingsbehoeft  : voedselarm, matig voedselrijk, voedselrijk, zeer voedselrijk


    Standplaats:
    De gewone agrimonie prefereert matig droge tot vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke of leemachige grond op licht beschaduwde plaatsen.

    Kenmerken:
    De gewone agrimonie (Agrimonia eupatoria) is een kruidachtige plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). Deze plant met zijn helgele bloemen in lange, slanke aren is vrij algemeen op kalkrijke bermen en dijken in België en Nederland.

    De gewone agrimonie is een 40-100 cm hoge, donkergroene plant met een behaarde, weinig vertakte bloemstengel, talrijke verspreid staande, gedeelde bladeren en lange, slanke aarvormige bloeiwijzen.

    Bloemen :
    De aren zijn dicht bezet met gele bloemen. De bloemen openen zich het eerst onderaan de aar en naarmate het bloeiseizoen vordert, gaan ook de hogere bloemen open. Zodra de bloemen uitgebloeid zijn, verlengen de aren zich zodat de schijnvruchten ver uit elkaar komen te staan.

    De bloemen zijn klein en staan dicht op elkaar. Elk bloempje wordt ondersteund door een gedeeld steunblaadje. De bloemen hebben 5 wijd uitgespreide, eivormige en heldergele kroonblaadjes en tot twaalf meeldraden, die tevoorschijn komen uit een kelkbuis.

    De bloemen van de gewone agrimonie hebben een vage, zoete geur die doet denken aan abrikozen.

    De bloeitijd is van juni tot september.

    Planten :
    Hij is vooral te vinden op dijken, spoorweg- en wegbermen, holle wegen, bosranden, tussen laag struweel, langs akkerlanden en hooilanden.

    In zandige, kalkarme streken, zoals de Antwerpse Kempen, wordt hij nogal eens aangetroffen in bermen van dolomietpaden.

    Gebruik :
    Men gebruikt de gehele bovengrondse plant zowel voor de tinctuur als de thee. Het is een smaakvolle thee, die ook graag door kinderen wordt gedronken. Men kan de plant het best plukken wanneer de bloemen net bloeien,

    Constitutie
    Agrimonie bevat veel vitamine B en kiezel. Een uitstekend constitutiekruid met een opbouwende en genezende werking. Het ondersteunt het hele organisme door stimulering van de stofwisseling en kalmeert het zenuwstelsel.

    Spijsvertering
    Wordt gerekend tot de Amara aromatica: speelt dus een rol bij de spijsvertering, lever, darmen en alvleesklier wordt aangezet (diabetes). Het werkt regulerend en reinigend op darmen en nieren; hierdoor is het een goed kruid bij reuma en allerlei maag - en darmklachten van nerveuze aard. Specifiek middel bij diarree bij kinderen. Bij blindedarmontsteking. Bij bloedend tandvlees, tandvleesontsteking.

    Luchtwegen
    Agrimonie is een uitstekend versterkend kruid in het bijzonder voor kinderen met nerveuze aandoeningen en KNO-problemen, zoals chronische verkoudheid, oorinfecties, infecties van keel of amandelen, angina of bronchitis. Ook bij hooikoorts en de ziekte van Meniere.

    Huid
    Bij zweren, gezwelletjes, cysten, poliepen en droge eczemen. Het is door silicium herstellend en genezend.

    Werkzame bestanddelen:
    Looistoffen (tot 5%)
    Mineralen kiezelzuur, ijzer,
    Bitterstoffen
    Vitaminen B en K
    Etherische olie

    Eigenschappen:
    De gewone agrimonie is ruim voorzien van bladeren, variërend in grootte van bijna 20 cm onderaan tot slechts 10 cm bovenaan. De bladeren zijn afgebroken geveerd; grote paren zijblaadjes worden afgewisseld met kleinere. De lagere bladeren hebben het meeste blaadjes, naar boven toe worden ze eenvoudiger. De blaadjes zijn elliptisch, de bladrand ervan gezaagd. De blaadjes zijn bezet met lange haren en kunnen aan de onderzijde klieren dragen.

    Uit de kelkbuis ontwikkeld zich na de bloei een schijnvrucht, die aan de buitenzijde over de volledige lengte gegroefd is en bezet met haken. De onderste rij haken staan schuin tot bijna recht af. Deze kenmerken onderscheiden de gewone agrimonie van zijn soortgenoot, de welriekende agrimonie (Agrimonia procera)

    Vermeerderen :
    De zaden van de gewone agrimonie bezitten kleine weerhaakjes, waarmee ze zich aan de vacht van passerende dieren vasthechten. De zaden hebben zo meer kans om in een wijde omgeving verspreid te raken. Deze eigenschap verklaart de Nederlandse volksnaam 'verkeerde klis' en de Engelstalige namen 'Cockeburr' (haneklit) en 'Sticklewort' (stekelkruid).

    Soorten :
    Verwante en gelijkende soortenDe gewone agrimonie lijkt zeer sterk op de welriekende agrimonie (A. procera). Hij kan ervan onderscheiden worden door de groeven op de kelkbuis of schijnvrucht, die tot op de voet doorlopen, en door de buitenste rij haken, die schuin of recht afstaan en niet terugbuigen. De gewone agrimonie is ook donkerder groen gekleurd en dichter behaard dan de welriekende.

    Weetjes :

    Naamgeving en etymologieDuits: Gemeiner Odermennig, Gewöhnlicher Odermennig
    Engels: Common Agrimony, Church Steeples, Cockeburr, Sticklewort
    Frans: Aigremoine eupatoire
    Nederlands: Avermonie, Zangerskruid, Leverkruid, Verkeerde Klis, Drakenbloed, Edelleverkruid

    De meest waarschijnlijk herkomst van de botanische naam Agrimonia is het Oudgriekse Argemone, letterlijk vertaald 'vlek op het oog', waarmee planten werden aangeduid die heilzaam waren voor de ogen.

    De soortaanduiding eupatoria zou verwijzen naar Mithridates VI Eupator, een Pontische koning die bekend was vanwege zijn kruidenkennis.

    De gewone agrimonie is een hemikryptofyt, een meerjarige plant overwintert met een knop boven de grond, omgeven door een bladrozet.

    De gewone agrimonie komt voor in heel Europa tot in Schotland en zuidelijk Scandinavië, verder tot in Midden-Azië en Noord-Afrika.

    In Nederland is hij vrij algemeen in Zuid-Limburg, langs de grote rivieren en de aangrenzende laagveengebieden, in Zeeland en in de duinengordel. Komt niet voor op de Waddeneilanden.

    In België is hij vrij algemeen over heel het land, vooral in het Maasgebied.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lilium `Mona Lisa'

     

    Lilium `Mona Lisa'


    Botanische naam  : Lilium `Mona Lisa'
    Nederlandse naam : Lelie (Oriental)
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : met donker hart
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : bol
    Gebruik          : borders, kuipen/potten
    Hoogte           : 0.60-1.00 m
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : augustus, september
    Plantdiepte      : 0.10-0.15 m


    Snij-Lelies zullen langer houden op water als de stengels voor het schikken 10/12 uur tot tegen de bloemhals in water gezet worden. In de vaas de bladeren die onder water komen verwijderen . Zet ze nooit in felle zon. Gebruik snijbloemvoedsel of ververs troebel water regelmatig. Verwijderen van de dikke stuimeel stampers voorkomt vlekken , maar doet afbreuk aan de bloem.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    07-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dorotheanthus
     

    Dorotheanthus


    Botanische naam  : Dorotheanthus bellidiformis
    Nederlandse naam : IJsplantje, Middagbloem
    Herkomst         : Zuid-Afrika
    Bijzonderheden   : diverse kleuren, bloeit alleen in zon
    Grondsoort       : alle, zand, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : zon
    Groep            : 1 jarig
    Gebruik          : borders, rotstuinen, perkplant
    Hoogte           : < 0.10 m
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, geel, oranje, rood/bruin, roze
    Bloeitijd        : juli, augustus
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Zet uw ijsbloemetjes in de volle zon, u geniet dan het meest van de prachtige bloemen. Veel meer hebben ze niet nodig, een lichte, zanderige, (kalkrijke) grond is goed genoeg. Ze zijn zeer geschikt voor de voorkant van uw border, rotstuinen maar ook in potten of bakken op uw balkon doen ze het prima. Als het maar in de zon is

    Kenmerken:
    Het bekende laag kruipende kleverige plantje, vol van verschillende kleuren bloemen.
    De bloem die in de volksmond ook wel ijsbloem wordt genoemd heet officieel Dorotheantus en vroeger ook wel Mesembryanthemum. Het is een eenjarige plant die in het voorjaar, april en mei volop in tuincentra te verkrijgen is. Ze zijn niet duur maar u heeft er heel veel plezier van. IJsbloemen kunnen goed tegen de droogte, ze houden niet van (te)veel regen. Zet u de plant op een zonnige plek in de tuin of in een pot op uw balkon. Mits niet te nat zult u verbaast staan van het aantal bloemen en de prachtig schitterende druppels aan de stelen en bladeren van deze plantjes

    Bloemen :
    IJsbloemen bloeien de gehele zomer. De soorten die u in een tuincentrum koopt hebben meestal eerder bloemen dan planten die u zelf zou hebben gezaaid. Zolang het zonnig is en niet te nat zullen de bloemen blijven bloeien. In augustus zal het aantal bloemen minder worden. U kunt ze niet overhouden.

    De ijsbloem heeft vaak een mengeling van kleuren, in één pot ziet u vaak al drie verschillende kleuren naast elkaar terugkomen. Daarnaast heeft vaak ook één bloem meerdere kleuren. Meestal varieert dit van roze tot geel, roodachtige tinten komen ook voor. Ook vaak in combinatie met wit in de bloembladeren. Steel en bladeren zijn lichtgroen van kleur en bedekt met parelachtige verdikkingen, waaraan de plant ook zijn naam dankt

    Planten :
    Dit eenjarige plantje zorgt voor wat vrolijke kleuren in de border,het zijn langslapers want ze gaan tegen de middag pas helemaal open. Na een forse regenbui slaan ze het water op en dan is het net of ze voorzien zijn van een laagje ijs vandaar ook de naam ijsbloemen.

    Gebruikte delen:
    In de keuken gebruikt men de blaadjes in een salades.

    Eigenschappen:
    De ijsbloem is een lage breed uitgroeiende plant die fraai lichtgroen blad heeft. Dikke bladeren en stelen met daarop de typische druppelachtige doorzichtige verdikkingen. Meestal vindt u meerdere kleuren naast elkaar in een potje. Hierdoor ontstaat een bonte, zonnige mengeling van kleuren. Bloemen verlopen vaak van kleur. Binnenin zijn ze wit, aan de buitenrand van de bloemblaadjes kan dit knalroze zijn. De bloemen gaan alleen open bij als de zon schijnt. De hoogte zal tussen de 10 en 20 centimeter liggen, ze groeien breed uit

    Vermeerderen :
    Half maart tot half april onder glas of half april tot half mei buiten op een zaaibed.
    Als de plantjes 3 blaadjes hebben , verspenen . Na het verspenen wat vloeibare mest toevoegen aan het gietwater.
    5-6 weken na de uitzaai uitplanten.
    Ze zijn vanaf mei ook massaal en goedkoop te verkrijgen in tuicentrums.

    Soorten :

    Dorotheanthus bellidiformis
    Dorotheanthus bellidiformis 'Gelato Deep Pink'
    Dorotheanthus bellidiformis 'Gelato White'
    Dorotheanthus bellidiformis 'Lunette'
    Dorotheanthus bellidiformis 'Magic Carpet'
    Dorotheanthus bellidiformis 'Yellow Ice': zie Dorotheanthus bellidiformis 'Lunette'
    Dorotheanthus gramineus
    Dorotheanthus littlewoodii: zie Dorotheanthus bellidiformis
    Dorotheanthus oculatus: zie Dorotheanthus bellidiformis

    Weetjes :

    De bloempjes gaan open bij volle zon, bij donker weer blijven ze dicht.
    Te gebruiken in perken, op balcon,in bloembakken,als randbeplanting, rotstuin
    Voor licht zanderig kalkhoudende grond


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    06-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ptelea trifoliata
     

    Ptelea trifoliata


    Botanische naam  : Ptelea trifoliata
    Nederlandse naam : Lederboom
    Herkomst         : Oostelijk Noord-Amerika
    Bijzonderheden   : gevleugelde vrucht, herfstkleur geel
    Grondsoort       : alle, zand
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw
    Gebruik          : parken, tuinen, solitair
    Hoogte           : 2.50-5.00 m
    Vorm             : bol
    Bloeikleur/vorm  : geel, groen
    Bloeitijd        : juni
    Blad             : herfstkleur, bladverliezend
    Vrucht           : opvallend

    Standplaats:
    Zet deze kleinblijvende boom in de schaduw (van bijvoorbeeld andere grotere bomen) in een goed doorlatende grond en hou de bodem steeds goed vochtig door bijvoorbeeld een dikke mulchlaag aan te brengen.
    Dus niet te zware of te lichte grond en een vrij neutrale zuurgraad (pH = 6 - 8). Verlangt een plekje in de zon of lichte schaduw. Kan bij nachtvorst in april-mei schade oplopen.

    Kenmerken:
    Ptelea trifoliata is afkomstig uit het koele oostelijk deel van Noord-Amerika.
    De ovale, donkergroene bladeren zijn tot 10 cm groot.
    Bij aanraking (kneuzing) geuren de bladeren lekker zoals bij bladeren van de citrusfamilie, die ook olieklieren bezitten.
    Ook de kleine, groene tot witte bloemen geuren lekker.
    Na de bloei verschijnen gevleugelde vruchten die lijken op iepenzaden.
    De schors heeft een mooie, rijkbruine kleur.
    Op het eind van het seizoen wordt u dan nogmaals verwend met zijn mooie gele herfstkleur.

    Bloemen :
    De boom bloeit in hoofdzaak in mei - juni met tamelijk platte schijnschermen vol witte bloemen.
    Omstreeks juni-juli verschijnen de lichtgroene bloemen in tot 10 cm grote, halfbolronde schermen. Afzonderlijke bloemen zijn ongeveer 1 cm groot. De mannelijke en vrouwelijke bloemen staan bij elkaar in de schermen. Vooral tegen de avond geuren de bloemen sterk en aangenaam. De bloemen worden erg goed door bijen en hommels bezocht

    Planten :
    voor stedelijk openbaar groen (parken) en bostuinen

    Gebruik :
    Kan zowel als boomvorm of struikvorm gehouden worden.

    Eigenschappen:
    deze plant bevat geurende plantendelen

    - de plant heeft mooie herfsttinten

    - geschikt voor onderbeplantingen (heesters, bomen)

    - geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema

    - deze plant vraagt of gedijt goed op vochthoudende gronden

    Vermeerderen :
    In de herfst uit zaad, in het voorjaar door afleggen of enten.

    Zaaien:
    Kiemtemperatuur 3.8 > 21 °C. Januari gedurende 3 maanden een koudeperiode van maximaal 3.8 °C laten ondergaan om de kiem te activeren. Vervolgens zal het zaad in het voorjaar erop ontkiemen.

    Let op: Deze zaadsoort is voor echte liefhebbers. Het is boomzaad en het duurt een lange tijd om er een boom van formaat mee op te kweken.

    Soorten :
    Ptelea trifoliata
    Ptelea trifoliata 'Aurea'

    Weetjes :

    De nederlandse naam is Lederboom, familie van de Rutaceae. De bloemkleur is geelgroen en de bloeitijd is van ca. juni. De bladeren zijn heldergroen. De volwassen hoogte van deze grote heester is ca. 300 cm. Verdraagt een temperatuur tot -25 gr. C. Heeft een opvallende bladkleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    01-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tuintips in Juni
     


    Tuintips in Juni

    • Sierheesters:

      • Haal alle peulen weg die worden gevormd na de bloei van de blauwe regen of Wisteria. Indien je ze verwijderd krijg je volgend jaar een rijkere bloei. Je kunt ze ook laten hangen als decoratief element, maar weet dat de peulen zeer giftig zijn.

      • Verwijder de uitgebloeide bloemen en zaaddozen van rododendrons voorzichtig tussen duim en wijsvinger.

      • Uitgebloeide struiken zoals Kolkwitzia, Deutzia, Philadelphus, Psychocarpus, Weigela mogen nu worden gesnoeid. Ze zullen volgend jaar bloeien op de takken die ze dit jaar vormen. Verwijder ook elk jaar een paar van de oudste, dikste takken. Snoei deze tot helemaal bij de voet van de plant weg. De struiken lopen van onder af weer uit en blijven zo als het ware 'eeuwig jong'. Heeft u dit een aantal jaren uitgesteld, dan is het een hele klus om de dikste takken met een takkenzaag uit te dunnen.

      • Snoeien van Buxus mag in juni gebeuren. Bij het snoeien van Buxus wacht je best tot het een bewolkte dag is. Als je een Buxushaag op een warme zonnige dag snoeit dan zal deze na enkele dagen verbrandingsverschijnselen tonen. Buxushaagjes snoei je indien mogelijk best niet met een elektrische haagschaar. Bij het gebruik van een manuele heggeschaar spuit je de buxushaag eerst nat zodat deze nog soepeler doorheen de takjes kan glijden. Dit is beter voor uw armen en voorkomt ook weer verbranding van de gesnoeide toppen.

      • Hagen van taxus, thuja, beuk, haagbeuk, liguster, hulst en de snelgroeiende Leyland-coniferen kunnen in de maand juni worden geschoren. Als u hagen snoeit voor de langste dag (21 juni), dan vormen deze nog nieuwe scheuten. Meestal zult u in augustus een tweede keer moeten knippen. Daarmee is het snoeiwerk van de hagen voor dit jaar achter de rug en gaat u met redelijk strakke en gesloten hagen de winter in. Snoeien doet u altijd op een wat sombere, bewolkte dag.

      • Snoei de groene takken weg bij bontbladige heesters of bomen, ze gaan anders overheersen.

    • Plantenborders:

      • Onkruid wieden zal men niemand verbieden.

      • Verwijder de uitgebloeide bloemen van o.a. lupinen, riddersporen, euphorbia's, veronica's,...

      • Stekken snijden van vaste planten gaat nog vrij gemakkelijk oa. Nepeta (kattenkruid), Sedum, Anthemis, Dianthus,...

      • Vergeet uw borders niet te bemesten. Je planten kunnen nu wat extra voedsel goed gebruiken!

      • Door regen en wind omgevallen planten steunen met bamboestokken of rijshout.

      • Rozen staan in juni volop in bloei. Controleer de planten dagelijks op bladluis of andere ziekten. Onderneem direct maatregelen bij de eerste waarneming van dit ongedierte waar rozen gevoelig voor zijn. Verwijder ook regelmatig de uitgebloeide bloemen van de rozen zodat ze geen energie steken in het vormen van de bottels, maar in het aanmaken van nieuwe bloemen.

      • Nu de rozen in bloei staan is het ideaal om in kwekerijen of bij open tuinen te kijken welke cultivars je mooi vindt. Noteer de namen om deze dan in het najaar aan te kopen of koop ineens rozen die in potten werden opgekweekt (containerplanten). Deze potplanten kunnen het hele jaar door geplant worden, maar zijn uiteraard ook een stuk duurder dan de planten die in de rustperiode met blote wortel worden verkocht. Anderzijds ben je wel 100% zeker van de kleuren en de geuren van de gewenste roos en kun je ineens van de bloemen genieten. Bij het aanplanten van rozen uit pot dompel je deze eerst even in een emmer water.

      • Planten die in potten zijn opgekweekt kunnen het jaar rond worden uitgeplant. Denk er wel aan van ze de eerste weken bij warm weer van water te voorzien.


    -
    Gazon:

      • Het gazon gaan we 1 of 2 keer per week maaien, afhankelijk van de groei. In droge periodes minder vaak maaien en het gras niet te kort afrijden. Om uitdroging door te grote verdamping tegen te gaan kan men bij warm weer met maaien beter wachten tot 's avonds. De verse snijwondes van het maaien verdampen immers veel meer.

      • Grasmaaisel op de composthoop goed open spreiden. Indien het maaisel op een hoop wordt gelegd zal het liggen broeien, rotten en verslijmen wat de composthoop niet ten goede komt.

      • Verwijder onkruid uit het gazon, steek het uit of gebruik onkruidbestrijdingsmiddelen.

      • Strooi als er regen is voorspeld kunstmest op het gazon, herhaal dat over een maand. Zo hou je je gazon gezond! Controleer het gazon op zieke plekken.

      • Graskanten afsteken, slordige kanten zorgen voor een minder net aanzicht van het gazon.
        Steek het gras met een graskantensteker langs de gespannen plantkoord af. Zorg ervoor dat de graskantensteker schuin de grond in gaat. Zo staan de kanten stevig vast dit om te vermijden dat de boord afbrokkelt. Het gras zal dan ook veel minder vlug in de percelen groeien of woekeren.

    • Bloembollen:

      • Er zijn minstens zes weken verstreken na de bloei van de tulpen, hyacinten, paaslelies, blauwe druifjes, krokussen,... De bladeren mogen dan ook worden afgesneden. Indien men te snel na de bloei de bladeren zou verwijderen dan bloeien de bollen het volgende jaar veel minder tot niet. Bloembollen kunnen wanneer het blad is afgestorven ook worden opgegraven, gedroogd en bewaard.

      • Gerooide voorjaarsbloembollen op een beschutte plek laten opdrogen. Daarna de aarde eraf schudden en op een droge donkere plek bewaren tot in het najaar.

      • De op pot gekweekte Canna's (Indisch bloemriet) en de lelies moeten nu dringend de grond in. Je kunt ze uiteraard ook verder in potten laten uitgroeien voor op het balkon of op een terras. In potten zullen ze wel veel water nodig hebben.

      • De bolletjes van de herfstanemonen mogen drie maanden voor het bloeien de grond in. Door de knolletjes nu te planten zullen ze bloeien als de meeste planten over hun hoogtepunt heen zijn.

      • Zomerbloeiende bollen en knollen zoals de bekende dahlia, begonia, gladiolen kunnen nog steeds de grond in, alhoewel het nu toch begint te dringen. Er zijn naast de gekende eerder genoemde zomerbloembollen ook minder gekende soorten die voor extra sfeer in de tuin kunnen zorgen zoals fresia's, tijgerbloem, aronskelk, ranonkel, ixia,...

    • de moestuin:

      • oogsten van de plukrijpe groenten zoals de vroege erwten,sla, radijzen,...

      • Buiten zaaien en planten:

        • kolen, rode bietjes, wortelen, witloof, sla, erwten, boontjes, radijs, knolrapen,pompoenen, courgettes, suikermaïs,...

        • planten van seldersoorten, uitplanten van prei, pompoenen, courgettes, tomaten,...

      • Geef bij droog weer regelmatig water

      • Uitdunnen van de op rijen uitgezaaide groenten.

      • Schoffelen en water geven

      • Beschermen van de jonge koolgewassen tegen de vogels. Duiven, fazanten,... zijn verlekkerd op net geplante koolplantjes. Het meest effectieve beschermmiddel is om er netten over te spannen.

      • De eitjes van het koolwitje verschijnen in juni op de onderzijde van de koolbladeren. Controleer af en toe of er groepjes gele eitjes te vinden zijn. Knijp ze plat of spuit met een milieuvriendelijk product op basis van pyrethrum. Afdekken met een vliesdoek is een alternatief waardoor de vlinders worden verhinderd om bij de kolen te geraken.
        Het klein koolwitje veroorzaakt meer schade dan het groot koolwitje. Het wijfje van het grote koolwitje legt de eitjes in pakjes waardoor de rupsen bij elkaar zitten waardoor de schade beperkt blijft tot enkele planten per veld. Het klein koolwitje daarentegen legt slechts één geel, ovaal eitje per plant. De rupsen richten vooral schade aan in het hart van de plant.

      • Vliesdoek kan ook nuttig zijn om de wortelvliegen weg te houden van onze wortelen. Vliesdoek beschermt het gewas niet alleen tegen insecten maar bewijst ook zijn nut tegen koude, stuifzand, storm en slagregens. Het maakt tevens klimaatbeïnvloeding en oogstvervroeging mogelijk. Vliesdoek reduceert verder ook grote en plotselinge temperatuurverschillen.

    de fruittuin:

      • aardbeien oogsten + onkruid en uitlopers verwijderen. Deze uitlopers of kindplantjes kun je oppotten in bloempotjes gevuld met potgrond. Eenmaal de worteltjes door de onderste gaatjes van het potje groeien, kun je er een nieuw aardbeiperceel mee beplanten.

      • De eerste aardbeien uit de eigen tuin kunnen geoogst worden. Pluk ze met het kroontje, de vruchten blijven langer goed en het voorkomt schimmel op de planten.

      • perziken, nectarines en pruimen mogen nu gesnoeid worden. Hoe sneller de snoeiwonden zich afdichten, hoe minder kans op een aantasting van loodglans. Doe rond de dikste perzikvruchten een papieren broodzak en het tere velletje zal vrij blijven van vlekken.

      • Voor een grote oogst van amandelen, kersen, perziken en pruimen worden de vruchten deze maand nog uitgedund. Door het uitdunnen wordt ook voorkomen dat de takken onder het gewicht afbreken.

      • De bessen zoals de aalbessen, kruisbessen en frambozen kleuren stilaan rood, roze, zwart of wit naargelang de soort. De vogels wachten vol ongeduld tot de bessen rijp zijn. Indien je wil voorkomen dat de vogels alle bessen opeten vooraleer jij er kan van proeven, dan kun je best netten aanbrengen over de bessenstruiken. Zorg er dan wel voor dat de netten tot helemaal onderaan de struiken goed afsluiten, want anders kruipen de vogels er toch nog onder. Je kunt ook vogelverschrikkers plaatsen om de vogels uit de buurt te houden van jouw fruit. Dat kan een klassieke vogelschrik zijn, maar een goed blinkende CD die je omhoog hangt aan een touwtje zal de vogels ook verjagen.

      • Wachten met het uitdunnen van appelen en peren tot na de junival. Controleer uw appelbomen wekelijks op meeldauw

      • zomersnoei van druiven.

      • Kiwi's kunnen geplant worden.

    • de vijver:

      • Probeer deze maand van de vijver te genieten en laat de beplanting zoveel mogelijk met rust.

      • Eendekroos vormt in veel vijvers een vervelend probleem. De eendekroos is een klein drijfplantje. Dit plantje groeit 20 x sneller dan maïs en wordt daardoor soms tot een plaag die andere waterplanten verstikt. De kroos is makkelijk te verwijderen met een schepnet.

      • Algen / wieren zijn over het algemeen een indicator voor de waterkwaliteit waarin zij voorkomen. Te veel algen in de vijver wijst op te voedselrijk water. Overdag produceren ze zuurstof maar 's nachts zullen de algen zoveel zuurstof uit het water opnemen dat andere organismen niet kunnen overleven. Algen verwijderen lukt makkelijk met een stok waar u ze omheen draait. Een riek met daaromheen kippengaas gewikkeld is ook handig om in de vijver te roeren en alzo de wieren op te vissen.

      • Het is een goed tijdstip om nieuwe vissen in de vijver te zetten. Het water is nu al een stuk opgewarmd en de vissen zullen zich snel aanpassen aan de watertemperatuur. Als je vissen koopt in een plastiek zakje, breng deze dan zo snel mogelijk naar huis want de zak bevat slechts een beperkte hoeveelheid zuurstof. Laat de vissen voorzichtig in de vijver glijden.

      • De winterharde drijfplanten en waterplanten mogen vanaf nu terug de vijver in.

      • Bij warm weer zal er heel wat water uit de vijver verdampen en is het nodig de vijver regelmatig bij te vullen.

    • kuipplanten, perkgoed en eenjarigen:

      • Eenjarigen en perkgoed mogen nog steeds worden uitgeplant maar geef ze de eerste weken na het planten wel regelmatig water

      • Sommige eenjarigen kunnen nu nog buiten ter plaatse worden gezaaid: Clarkia, Godetia, Calendula,...

      • De Brugmansia of engelentrompet kan afhankelijk van waar deze werd overwinterd al beginnen bloeien. Plant een Brugmansia in een voldoende grote plantkuip zodat deze voldoende grote waterbuffer, potgrond en voedsel bezit om rijkelijk te bloeien.

      • Alle planten die in kuipen of in bloembakken staan kun je best dagelijks gieten. Bij warm weer zelfs meerdere keren per dag.

      • Geef alle bloeiende kuipplanten die in potten of bakken staan een wekelijks gietbeurt met daarin vloeibare meststof of strooi voorzichtig wat meststofkorrels op de potgrond. Wees voorzichtig dat je niet teveel mest in één keer toedient, want dan verbranden de wortels en sterven de planten af.

    • Kamerplanten:
       

      • Geef uw kamerplanten wekelijks vloeibare meststof mee in het gietwater.

      • Als het buiten zeer warm is, zullen de kamerplanten ook regelmatiger een gietbeurt kunnen verdragen.



    Weerspreuken voor juni (zomermaand)

    • Juni regen is Gods zegen. Komt de zon daarbij, dan maakt hij boer en stadslui blij

    • Natte zomers, de klavers komen

    • Vlug gras, slecht gewas

    • Mei koel en juni nat, is voor de oogst een ware schat

    • Half juni schapenscheerders kan

    • Juni koud en guur, wordt alles duur



    • Juni koud en nat, komt er weinig in het vat

    • Met een zomerwervelwind, is het weer ons goed gezind

    • Als het koud en nat in juni is, dan is de rest van het jaar ook mis

    • Komt in mei en juni veel onweer opdraven, dan is dat goed voor de klaver

    • Hoort men in juni de donder kraken, maakt de boer slechte zaken

    • Te veel koude regens in juni aan de rok, schaden wijn en bijenstok

    • Donderweer op junidagen, vult de korenaren

    • Tips van Fonz


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    27-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Korliluc'
    Rosa 'Korlilub' 

    Rosa 'Korliluc'


    Synoniem Rosa    : LICHTKÖNIGIN LUCIA
    Nederlandse naam : Klimroos
    familie          : Rosaceae
    planttype        : Rozen
    grondsoort       : Alle
    vochtigheid      : normaal
    licht            : half schaduw, zon
    hoogte           : 200-250 cm
    takken           : doorns/stekels
    bloemkleur       : geel, geurend
    bloeivorm        : gevuld
    bloeitijd        : juli, aug., sept., okt.
    winterhardheid uitstekend (-34,4 tot -28,9ºC), USDA zone 4

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    26-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cornus alba 'Elegantissima'
     

    Cornus alba 'Elegantissima'


    Botanische naam  : Cornus alba 'Elegantissima'
    Nederlandse naam : Kornoelje
    Herkomst         : Oostenrijk
    Bijzonderheden   : purperrode twijg
    Grondsoort       : alle, kalkarm
    Vochtbehoefte    : droog, normaal, nat
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, tuinen
    Hoogte           : 2.00-3.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, onopvallend
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : bladverliezend, witbont
    Vrucht           : wit
    Twijg/stam       : kleurig

    Standplaats:
    Gedijt goed op een zonnige tot halfschaduwrijke plaats die voldoende vruchtbaar is. Vocht wordt goed verdagen.

    Kenmerken:
    Cornus alba ´Elegantissima´ is afkomstig uit Oostenrijk. De mooie, witgerande en gevlekte bladeren welke in de herfst karmijnrood verkleuren maakten hem tot de populairste. Heeft ook nog purperrode twijgen die in de winter aantrekkelijk ogen.

    Witte kornoelje (Cornus alba) munt uit door zijn felgeel, rood of groen gekleurde stengels.

    De volwassen hoogte van deze middelgrote heester is ca. 300 cm. Verdraagt een temperatuur tot -35 gr. C. Heeft een decoratieve vorm.

    Bloemen :
    De nederlandse naam is Witte kornoelje, familie van de Cornaceae. De bloemkleur is wit en de bloeitijd is van ca. mei tot en met juni. De bladeren zijn wit gerand.

    Planten :
    Met een grote sierwaarde, vooral bv. als accentplant in het openbaar groen en in de tuin vanwege de mooie vorm, de bloeiwijze of de bladkleur. Deze plant wenst een voedselrijke, vochthoudende tot vochtige bodem. Voor wat betreft de zuurgraad is ze vrij tolerant (pH = 5.5 - 8). Verlangt een plekje in de zon of lichte schaduw. Deze plant is goed te combineren met 'bosrand' en 'borderplanten', zolang die er niet te dicht op staan
    Aanplant in groepen of als solitair

    Eigenschappen:
    - de plant heeft mooie herfsttinten
    - geschikt voor groepsbeplantingen
    - plant heeft opvallende takken, twijgen of schors

    Vermeerderen :
    Door afleggen of het nemen van winterstekken.
    De bolvormige rode vruchten kan men in het najaar verzamelen en zaaien.
    Het zaad heeft vorst nodig om te kiemen

    Soorten :
    »Cornus alba
    »Cornus alba 'Aurea'
    »Cornus alba 'Gouchaultii'
    »Cornus alba 'Kesselringii'
    »Cornus alba 'Sibirica'
    »Cornus alba 'Spaethii'
    »Cornus alba 'Westonbirt'
    »Cornus alba 'argenteomarginata'

    Weetjes :

    Bemesting
    Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8

    Onderhoud
    Het jongste hout kleurt het mooiste rood, vandaar dat u deze struik in het voorjaar diep moet insnoeien. Om te voorkomen dat er een groot gat na de snoei ontstaat, verwijdert u alleen de oude takken. Het jonge hout, te herkennen aan de felrode kleur, laat u staan.

    Snoeien
    Cornus (kornoelje) De meeste kornoeljes hebben geen snoei nodig. De planten die we gebruiken vanwege hun mooie twijgkleur moeten we echter wel snoeien. Die mooie twijgkleur zit namelijk alleen op de scheuten en jonge takken. Zonder snoei zouden we de kenmerkende kleur na een jaar of drie kwijt zijn. De snoei kan op twee manieren plaatsvinden. We kunnen elk jaar in maart de heester terugsnoeien tot enkele cm boven de grond. Ze wordt dan niet hoger dan ongeveer een meter. Bij de tweede manier verwijderen we in maart slechts een derde van de heester tot vlak boven de grond. De kornoelje wordt in dat geval ruim twee meter hoog. De gele kornoelje (Cornus mas) groeit in zijn jeugd erg langzaam. Deze kornoelje hoeven we daarom pas na ongeveer drie jaar voor het eerst en vrijwel laatst te snoeien. We laten bij deze snoei slechts drie tot vijf mooie, stevige taken staan. Dit worden de gesteltakken. We moeten ervoor zorgen dat deze gesteltakken evenwichtig verdeeld zijn over de plant. Als dat lukt hoeven we later nauwelijks meer te snoeien.

    Ziekten
    Bij een ernstige aantasting door de langwerpige kommaschildluizen kunnen jonge takjes afsterven.
    Verwijder aangetaste delen.
    Vanaf juni kan men ook enkele keren met een parafineoliehoudend middel spuiten.
    Niet gebruiken in de winter of als de planten uitlopen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    23-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Impatiens balsamina
     

    Impatiens balsamina


    Botanische naam  : Impatiens balsamina
    Nederlandse naam : Balsemien
    Herkomst         : Azié
    Bijzonderheden   : diverse rassen
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw
    Groep            : 1 jarig
    Gebruik          : borders, verwildering, kuipen/potten, perkplant
    Hoogte           : 0.30-0.60 m
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september, oktober
    Blad             : groen

    Standplaats:
    De plant verdraagt volle zon maar kan slecht tegen droogte. Ze is ook vorstgevoelig
    Het Vlijtige liesje houdt niet van zon ,maar heeft wel veel water nodig .De Balsemienen voor de tuin houden van een lichte vochtige standplaats.

    Kenmerken:
    De stengels zijn stijl rechtopstaand en weinig vertakt.
    Ze bereikt hiermee hoogten van meestal 0,5 meter.
    De bovenste bladeren staan vertakt.
    De bladeren zijn langwerpig, glad maar langs de rand getand

    Bloemen :
    De tweeslachtige, roze tot witte bloemen kunnen alleenstaand zijn, maar ook in groepjes. Het spoor is recht en langer dan de kroon, maar kan ook ontbreken.
    De bloeitijd loopt van juni tot september.
    Een vlijtig liesje bloeit het hele jaar door. Als je een mooie volle bloeiende plant wilt, is het belangrijk om te voorkomen dat zaden worden aangemaakt. Daarom moet je het uitgebloeide bloemetje met steeltje en al eruit halen. Als je dat niet doet steekt de plant zijn energie in het maken van zaden. Wanneer het uitgebloeide bloemetje is weg gehaald gaat de plant snel weer een nieuw bloemetje vormen.

    Planten :
    Het vlijtig Liesje kan op vele manieren worden gebruikt, zoals perken, randen, bloembakken en hanging-baskets.

    Gebruikte delen:
    Het sap van de bloemen wordt tegen slangebeten gebruikt

    Eigenschappen:
    Het zijn kamerplanten die in de zomermaanden prima in de tuin kunnen staan. We moeten wel oppassen dat ze niet op de tocht komen te staan want dan komen de spinten en bladluizen er op af.

    • Compacte, vorstgevoelige vaste plant.

    • De hele zomer rijkbloeiend. Bloeit door tot de eerste vorst.

    • Mooi in potten en bakken of in een hangmand.

    • Binnen zaaien in het voorjaar, uitplanten na ijsheiligen.

    • De plant heeft veel water nodig en bloeit goed in de schaduw.

    • Haal uitgebloeide bloemetjes steeds weg om zaadvorming te voorkomen.

    Vermeerderen :
    Door stekken te nemen in april. Deze zetten we in potgrond waar ze gaan wortelen en eind mei kunnen ze naar buiten. De tuinbalsemien zaaien we in het voor of najaar direct op de plaats van bestemming.

    Vanaf februari tot half april in kweekbakje bij ca. 20°C of vanaf begin april tot mei onder "koud" glas. Begin mei buiten uitplanten.

    Als er een takje van een vlijtige liesje afbreekt hoef je die alleen maar in een fles water te doen en er komen binnen 3 dagen wortels aan. Hij is dus makkelijk te stekken. Het zijn éénjarige planten. Eventueel kun je de zaden bewaren en volgend jaar opnieuw in de grond stoppen.

    Springzaad
    Als je de bloemetjes niet weghaalt ontstaat er een kokertje waarin het zaad van de plant zich ontwikkeld. Dit puntige kokertje wordt steeds groter, totdat het barst. Alle zaden vliegen in het rond. Vandaar de naam “springzaad”. Als je het aanraakt springt het open. Impatiens betekent in het Latijn ongeduldig. Het is alsof de plant niet meer kan wachten en zo snel mogelijk nieuwe zaadjes wil verspreiden

    Soorten :

    Impatiens balsamina "Camelia flower pink"

    Impatiens balsamina "Camelia flower red"


    Weetjes :

    De plant is populair bij bijen en andere insecten.



    http://youtu.be/L03bJZ0X-Ts

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    19-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sandersonia aurantiaca
     

    Sandersonia aurantiaca


    Botanische naam  : Sandersonia aurantiaca
    Nederlandse naam : Chinese lantaarnplant
    Herkomst         : Zuid-Afrika
    Bijzonderheden   : klimplant
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : knol
    Gebruik          : borders, kuipen/potten
    Hoogte           : 0.60-1.00 m
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Bloeitijd        : juli, augustus, september
    Plantdiepte      : 0.05-0.10 m

    Standplaats:
    Klimplantje voor teelt in potten en schalen in warme of matig warme kas en op het terras, liefst licht tot volle zon.

    Kenmerken:
    De bloemen van Sandersonia staan in de baldoksels aan de bovenste helft van de stengel. Ze zijn opvallend van kleur en vorm: oranje en lampionvormig

    Bloemen :
    De talrijke bloempjes lijken op oranje lampionnetjes, hangend aan dunne steeltjes.

    Planten :
    De knollen gaan in het voorjaar 8-10 cm diep in een grote pot en kunnen in de kamer, in de kas of in de serre in bloei worden getrokken.

    ’s Zomers kan de plant naar buiten en in de winter in de pot bewaren op een koele plaats.

    De vingervormige knollen worden in het voorjaar in potten en schalen met doorlatende, zandig-lemige en goed bemeste aarde gelegd en bij een temperatuur van 16-18°C weggezet. De verzorging beperkt zich tot matig gieten, totdat de knol uitloopt: daarna goed gieten, met tweewekelijkse bemesting. In de herfst wordt het gieten minder, waarmee de rustperiode wordt ingeluid. Na volledig afsterven worden de knollen in de schalen bewaard, bij een temperatuur die niet lager mag zijn dan 12-15 ° C.

    Eigenschappen:

    --Standplaats lichtbehoefte: zon

    --deze plant is vorstgevoelig

    --geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema

    --deze plant moet gesteund worden

    Vermeerderen :
    Door delen van knollen of zaaien. Zaaien is tijdrovend en het duurt verscheidene jaren voordat de planten gaan bloeien. Daarom vermeerdert men het beste door middel van jonge knollen, die overigens slechts met mate worden gevormd.

    Soorten :
    S. aurantiaca. Dit geslacht komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika.
    Deze plant wordt op relatief grote schaal geteeld in Nieuw-Zeeland.

    Weetjes :

    Sandersonia aurantiaca is een niet winterharde klimplant afkomstig uit Zuid-Afrika. De kweekwijze komt overeen met Gloriosa.

    Door de knollen in de droge grond te bewaren drogen de knollen niet uit en kan het groeipunt niet worden beschadigd. In april worden de knollen in verse potgrond geplant. De pot wordt op een zonnige en warme plek gezet. zet de planten op de vensterbank, op het zuidoosten, voor het raam. De potgrond wordt gedurende het gehele groeiseizoen vochtig gehouden. mest de potgrond circa 1 maal in de drie weken bij met kunstmest (K:N:P 10:10:10): zo'n 1,5-2 gram per liter. Als de plant begint af te sterven, stop met watergeven. Pas als de gehele plant is afgestorven én verdoogd haal de plant van z'n plek af en haal voorzichtig de steel van de plant.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waldsteinia ternata
     

    Waldsteinia ternata


    Botanische naam  : Waldsteinia ternata
    Nederlandse naam : Goudaardbei
    Herkomst         : Zuidoost-Europa, Siberië en Japan
    Bijzonderheden   : half-wintergroen
    Grondsoort       : droog,normaal
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zonnig halfschaduw schaduw
    Wind             :
    Gebruik          : bodembedekker
    Hoogte           : 10 - 25 cm
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Bloeitijd        : april - juni
    Blad             : lichtgroen,


    Standplaats:
    Verlangt een doorlatende humusrijke grond.

    Kenmerken:
    groeit breed uit met uitlopers en vormt een zeer dichte mat. Verdraagt goed schaduw maar heeft zon nodig voor een rijke bloei. Makkelijke plant.

    Bloemen :
    Gele stervormige bloemen in trosjes.

    Planten :
    bos, bosrand, droge, frisse bodem. Woon- en werkomgeving.

    Gebruik:
    bodembedekker,groep,grote groep,middelgrote groep,onderbeplanting

    Eigenschappen:
    --wintergroen
    --borderplant
    --kruipend
    --bodembedekker
    --vakbeplanting

    Vermeerderen :
    Met uitlopers , die kunnen gescheurd of gedeeld worden.

    Soorten :

    W. ternata
    wordt ongeveer 15 cm hoog met goudgele, boterbloemachtige bloemen van ruim 1 cm groot, en is een prima bodembedekker, bestand tegen zeewind.

    W. geoides
    heeft een grover blad en is de langstbloeiende soort, van april tot juni. In tegenstelling tot W. ternata maakt zij geen uitlopers

    Weetjes :

    De nederlandse naam is Waldsteinia, familie van de Rosaceae. De bloemkleur is geel en de bloeitijd is van ca. mei tot en met juni. De bladeren zijn groen en ongeveer 10 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 15 cm. Verdraagt een temperatuur tot -35 gr. C. en blijft de gehele winter groen. De geadviseerde plantafstand is 30 cm. (8-11 st. per m2.) Is ruim verkrijgbaar.

    Deze plant is zeer geschikt voor tuinen met meerdere (vrijwel) volwassen bomen en heesters. Verlangt een plaats met volle schaduw tussen of bij bomen of struiken en een humusrijke bodem. Deze plant neemt echter ook genoegen met een meer beschaduwde standplaats en zelfs een vrij droge bodem is zelden een probleem. Groeit bodembedekkend en laat zich goed combineren met andere planten.

    De Waldsteinia is een groen blijvende bodembedekker die zeer laag blijft. Ondanks zijn snelle groei is het geen woekerend ‘onkruid’ te noemen, één á twee keer per jaar de randen bijknippen is ruim voldoende om de plant op zijn plaats te houden. De plant verkleurt in het najaar en in de winter brons/groen en is in die periode prima af te harken met een bladhark om zodanig de oude bladeren te verwijderen en de plant klaar te maken voor het voorjaar. In het voorjaar komen snel de eerste fris groene blaadjes uit gevolgd door een korte periode gele bloei. De bloei wordt snel gevolgd door een tweede uitbundige groei van nieuw fris groen blad waardoor de plant er uitziet als nieuw.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (22 Stemmen)
    12-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prunus lusitanica
     

    Prunus lusitanica


    Botanische naam  : Prunus lusitanica
    Nederlandse naam : Portugese laurierkers
    Herkomst         : Zuidwest-Europa, Canarische eilanden
    Bijzonderheden   : zelden vrucht, matig winterhard

    Grondsoort       : humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, solitair, tuinen, insecten
    Hoogte           : 2.00-3.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : wintergroen

    Standplaats:
    Houdt van humusrijke, goed doorlatende tot vochtige bodem

    Kenmerken:
    solitair--haagplant--breed uitgroeiend--wintergroen--vakbeplanting--donkergroene bladkleur--rode vruchten na de bloei--makkelijk te snoeien
    Bladeren : glanzend, 8 tot 10 cm lang, elliptisch, gijn gezaagd, met overhangende punt. De jonge, fijne twijgen kleuren donkerrood.
    Vruchten : klein, groenrood, naar donkerpaars verkleurend

    Bloemen :
    Bloemkleur : wit
    Bloeiperiode : mei - juni
    Bloemen : klein, geurend, in trossen tot 25cm lang, die enkele weken bloeien

    Planten :
    Deze laurierkers heeft een donkergroen, fijn blad.
    De bladeren van deze soort zijn fijner dan van de gewone laurierkers.
    Ideaal voor het vormen van strakke, hogere hagen.
    Begin zomer heeft ze een overvloed aan hangende aren met kleine witte bloemen.

    Gebruik :
    groep,grote groep,haag,kleine groep,middelgrote groep,solitair,solitair (snoeivorm),windbreker

    Eigenschappen:
    Grote struik of kleine boom met gespreide groei.
    In volwassen toestand neemt hij een piramidale vorm aan.
    Groeit breed uit, waardoor hij ook als haag kan worden aangeplant.

    Vermeerderen :
    Vermeerdering door stek
    Laurier stekken doe je best met half verhoutte kopstekken. Je kunt het best je plant in het oog houden en zodra je merkt dat de scheuten houterig worden, snoeien maar. Je stekken vochtig houden, niet TE nat, de hele winter.

    Misschien kun je je stekken in doorzichtige potten planten, dan kun je na en tijdje door de pot heen de beworteling opvolgen

    Soorten :
    Prunus l--Variegata’
    groeit minder hard, met lichtgroen blad met een roomwitte tot gele rand omheen.

    Prunus l--'Myrtifolia' (syn. 'Angustifolia')
    groeit langzamer en wordt niet hoger dan 3 meter.

    Weetjes :
    laat zich heel makkelijk snoeien in allerlei vormen. Snoei na de bloei. De plant kan ook in pot, mits een zekere bescherming tegen koude wind

    De Prunus lusitanica (Portugese laurier) is een bladhoudende struik die mooi donkergroen glanzend blad heeft.
    De bladeren van de Prunus lusitanica zijn 8 tot 10 cm lang met een overhangend puntig blad.

    De Prunus lusitanica kan 3 tot 4 meter hoog worden. De twijgen van de struik zijn donkerrood van kleur.

    In het voorjaar rond de meimaand vormen zich bloemknoppen die uitgroeien tot lange elegante bloemtrossen. Deze bloei duurt slechts een paar weken.

    De Prunus lusitanica is goed winterhard mits hij beschut wordt geplant. Bij zeer extreme vorstperiodes kan deze struik bladschade oplopen door vorst in combinatie met veel wind.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (20 Stemmen)
    10-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oenothera macrocarpa
     

    Oenothera macrocarpa


    Botanische naam  : Oenothera macrocarpa
    Nederlandse naam : Teunisbloem
    Herkomst         : Zuid-U.S.A.
    Bijzonderheden   : drachtplant, grote bloem
    Grondsoort       : alle, humeus, zand
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : zeewind bestendig
    Gebruik          : groepen/vakken, borders, verwildering, kust/zeewind, insecten, rotstuinen
    Hoogte           : 0.10-0.20 m
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus
    Blad             : groen

    Standplaats:
    zon tot halfschaduw op droge, goed doorlatende grond, beschut

    Kenmerken:
    "Een bekroonde vaste plant. De grote, citroengele bloemen gaan tegen de avond open. De teunisbloem is het mooist in kleine, bodembedekkende groepjes vooraan in de zonnige border. Ze staat graag in schrale zandgrond met iets kalk."

    De nederlandse naam is Teunisbloem, familie van de Oenotheraceae. De bloemkleur is geel en de bloeitijd is van ca. juni tot en met augustus. De bladeren zijn groen en ongeveer 15 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 20 cm. Verdraagt een temperatuur tot -25 gr. C. De geadviseerde plantafstand is 26 cm. (11-15 st. per m2

    Bloemen :
    Bloei: juni - oktober
    Liggende tot kruipende plant. Grote, gele bloemen

    Planten :
    Plant ze vooraan in de border of de rotstuin in combinatie met Sedum ´Czar´s Gold´, Veronica ´Blue Feathers´ en Dracocephalum ´Blue Dragon´.

    Gebruikte delen:
    De olie uit de zaden van teunisbloem is rijk aan onverzadigde vetzuren. Het gehalte aan gamma-linoleenzuur kan oplopen tot 14%. Door de bijzondere samenstelling kunnen ontstekingen in het lichaam gunstig worden beïnvloed.

    De symptomen van neurodermitis kunnen door het innemen of via de huid absorberen verlicht worden. Ook uitwendig te gebruiken bij de volgende klachten: huidschilfers, roodheid van de huid, psoriasis, droge huid.

    Inwendig is teunisbloemolie te gebruiken bij de volgende klachten: menopauze, reuma, pms, overgewicht door stofwisselingsstoornissen, hart en vaatziekten, hoge bloeddruk, astma, hooikoorts, allergieën, leverklachten door alcohol, hyperactiviteit, geïrriteerdheid, huidklachten, ontwenningsverschijnselen (alcoholisme), katers. Het kan belangrijk zijn bij de opbouw van de myelinelaag bij M.S.

    Gebruik van teunisbloemolie is af te raden bij manische depressiviteit of epilepsie.

    Er is bloedonderzoek mogelijk, waarin het gehalte van verschillende vetzuren, waaronder gamma-linoleenzuur, in het bloed gemeten wordt

    Teunisbloemolie best niet combineren
    Zoals heel vaak staan bloedverdunners ook hier in het rijtje van medicijnen waarmee interacties kunnen verwacht worden, maar ook bepaalde antipsychotica, bloeddrukverhogende middelen, bloedsuikerverlagende middelen enz…

    Werkzame bestanddelen:
    Teunisbloemolie bevat een hoog gehalte (tot 70 %) aan cis-linoleenzuur en ook een behoorlijk gehalte (tot 9%) van het vetzuur gamma-linoleenzuur (GLA). Dat gamma-linoleenzuur is een stof die in het lichaam gebruikt wordt bij de synthese van met name prostaglandines, hormoonachtige stoffen die tussenkomen in een hele reeks verschillende processen. Bovendien speelt GLA ook een rol in de opbouw van de celmembranen.

    Eigenschappen:
    geschikt voor gebruik in de vasteplanten border
    geschikt voor gebruik in de rotstuin
    goed bruikbaar voor bodembedekking
    geschikt voor groepsbeplantingen
    deze plant vraagt of gedijt goed op droge gronden

    Vermeerderen :
    De plant valt ook niet te schreuren, om meerdere planten te hebben, want ze heeft een pinwortel zoals alle teunisbloemen,dus zaaien
    Zaden kunnen van het late voorjaar tot de vroege zomer in de volle grond gezaaid worden.

    Soorten :
    Teunisbloem (Oenothera) is een geslacht van zo'n 125 soorten eenjarige, tweejarige en vaste planten uit de teunisbloemfamilie (Onagraceae). De soorten komen van nature voor in Zuid- en Noord-Amerika, maar zijn ondertussen ingeburgerd in vele landen.

    Weetjes :

    De teunisbloem wordt vooral in de nacht bezocht door insecten. Dan worden de bloemen bestoven

    Deze teunisbloem is afkomstig uit Kansas een van de Verenigde Staten van Amerika.

    Deze plant bloeit van juli tot oktober en wordt ongeveer 20 cm hoog.

    Een rijk en langdurig bloeiende plant.Met zeer grote zwavelgele bloemen.

    Als bodembedekker toepassen in een rotstuin

    De botanische naam Oenothera betekent 'ezelsvanger', van het Oudgriekse 'oeno' = ezel en 'thera' = vangen, achtervolgen. Men gelooft dat de naam refereert aan de giftigheid van de plant die gebruikt kan worden om ezels en andere dieren te vangen.

    Het geslacht is verwant aan het wilgenroosje. Veel soorten zijn nachtbloeiers en hebben de gewoonte de bloemen 's avonds in de schemering te openen. De knoppen ontvouwen zich in enkele minuten tot bloemen. De volgende dag verwelken ze, maar 's avonds gaan weer nieuwe bloemen open, zo wekenlang. Ze worden door nachtactieve insecten bestoven.

    De bladeren van verschillende soorten zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog wel gebruikt als vervanging voor tabak.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    07-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corokia cotoneaster
     

    Corokia cotoneaster


    Botanische naam  : Corokia cotoneaster
    Nederlandse naam : Zigzagstruik
    Herkomst         : Nieuw-Zeeland
    Bijzonderheden   :
    Vochtbehoefte    : matig/spaarzaam
    Licht            : half schaduw, zon
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Blad             : wintergroen ,grijs
    Vermeerdering    : stekken
    Voedingsbehoeft  : om de week
    Standplaats      : halfschaduw, zon
    kenmerken        : wintergroen,decoratief,compacte groei,rode bessen na de bloei


    Deze heester wordt ook wel eens zig-zag struik genoemd door zijn specifieke takstand. De twijgen zijn viltig grijswit en geliefd in de bloemsierkunst. De plant heeft kleine gele stervormige bloempjes gevolgd door kleurige bessen. Voorkeur voor volle zon of halfschaduw en een vruchtbare goed doorlatende grond. Indien men na de bloei de struik terug snoeit behoudt deze zijn dichte en compacte vorm. Halfgroenblijvende heester met grijsgroene blaadjes.


    Twijgen viltig grijswit, z ig-zag-groeiend, kleine sterbloemen. De hoogte na 10 jaar is 50 cm. De bloemkleur is geel. Deze plant is matig winterhard. De bloeiperiode is mei - juni.


    Groenblijvende struik uit Nieuw-Zeeland. Bloeit met kleine, stervormige, gele bloemen. Bloeitijd mei/juni. Gevolgd door rode bessen. Standplaats in volle zon of halfschaduw. Vruchtbare, goed doorlatende grond. Na bloei snoeien voor dichte en compacte vorm. Verdraagt circa -15 graden vorst.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Clematis 'Madame Baron Veillard'

     

    Clematis 'Madame Baron Veillard'


    Botanische naam  : Clematis 'Madame Baron Veillard'
    Nederlandse naam : Bosrank, Bosdruif (Jackmanii-type)
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : roodachtig purper
    Grondsoort       : alle, humeus, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : weinig gevoelig, gevoelig
    Gebruik          : tuinen en parken
    Vorm             : klimmend
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin, paars
    Bloeitijd        : juli, augustus, september
    Blad             : bladverliezend


    Kenmerken :

    Jackmanii-groep lichte streep op kelkblad. De hoogte na 10 jaar is 4 m. De bloemkleur is rose. Deze plant is zeer winterhard. De bloeiperiode is juli - september.

    Clematis 'Madame Baron Veillard heeft rooskleurige bloemen tot 10 cm groot.

    deze plant verlangt een kalkhoudende bodem (pH 6,5 of hoger)

    De Jackmanii groep bloeit zeer rijk gedurende de gehele zomer en kan ieder jaar sterk teruggesnoeid worden. Het zijn over het algemeen grootbloemige clematissen maar er zijn cultivars met relatief kleinere bloemen en ook zijn er gevuldbloemigen (dubbelbloemigen). De bloemen hebben 4 tot 6, meestal bedekkende, bloembladen. Ze bloeien meestal rondom juli-augustus waarbij sommige cultivars nog een tweede maal nabloeien.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rhododendron 'Apple Blossom'
     

    Rhododendron 'Apple Blossom'


    Botanische naam  : Rhododendron 'Apple Blossom'
    Nederlandse naam : Mollis azalea
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : zuiverrose, 15/5-25/5, spint
    Grondsoort       : humeus, veen, kalkarm
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw
    Groep            : rhododendrons
    Gebruik          : groepen/vakken, solitair, onderbeplanting, tuinen, heidetuinen
    Hoogte           : 0.50-1.00 m
    Vorm             : breed
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : mei
    Blad             : bladverliezend


    De nederlandse naam is Rododendron, familie van de Ericaceae. De bloemkleur is zuiverroze en de bloeitijd is van ca. mei. De bladeren zijn groen. De volwassen hoogte van deze middelgrote heester is ca. 100 cm. Verdraagt een temperatuur tot -20 gr. C. Heeft een opvallende bloeiwijze. Is slecht verkrijgbaar.

    Bijvoorbeeld voor stedelijk openbaar groen (parken) en bostuinen. Deze plant wenst een matig voedselrijke, vochthoudende tot vochtige, 'gemiddelde' bodem. Dus niet te zware of te lichte grond en een vrij neutrale zuurgraad (pH = 6 - 8). Verlangt een plekje in de zon of lichte schaduw. Kan bij nachtvorst in april-mei schade oplopen. Deze plant is goed te combineren met 'bosrand' en 'borderplanten', zolang die er niet te dicht op staan.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (6 Stemmen)
    02-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Platanus acerifolia
     

    Platanus acerifolia


    Botanische naam  : Platanus acerifolia
    Nederlandse naam : Plataan
    Herkomst         : Engeland
    Bijzonderheden   : donker/lichtgroen gevlekte stam
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : ongevoelig
    Gebruik          : straten/pleinen, parken, tuinen, verkeer, industrie
    Hoogte           : > 15.00 m
    Vorm             : bol
    Kroon            : half open
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin, groen, onopvallend
    Bloeitijd        : mei
    Blad             : bladverliezend
    Vrucht           : opvallend
    Twijg/stam       : gekleurd, afschilverend


    Standplaats:
    Platanen groeien goed op klei-, leem- en zandgrond en is een liefhebber van kalk in de grond.

    Kenmerken:
    De boom heeft een koepelvormige kroon met grote, gespreide takken aan een lange stam. De boomschors is glad, dun en grijsbruin. Door afschilferen ontstaan groenachtige of gele vlekken. De boom heeft bleekgroene twijgen, die later fors en bruin van kleur worden. De knoppen zijn kegelvormig, roodbruin en hebben een grote voet die uitsteekt. Ze zijn 6-8 mm groot.

    De plataan heeft vijflobbige bladeren, waarvan elke lob driehoekig is en een ruwe getande rand heeft.De bladkleur is aan de bovenzijde helder, glanzend groen en aan de onderzijde bleker.

    De plataan is eenhuizig. De mannelijke en vrouwelijke bloemen vormen katjes. Het zijn ronde hoofdjes aan lange stelen. De mannelijke zijn geel, de vrouwelijke karmijnrood.

    De boom heeft bruine dopvruchten (nootjes) die in bolvormige groepjes staan. Deze hebben een doorsnede van 8 cm. In de winter blijven de bolletjes aan de boom zitten. De zaden verspreiden zich in de lente. Dit zaad is voorzien van gele haartjes die als parachute dienen

    Bloemen :
    Bloemkleur : groen
    Bloeiperiode : mei -
    Bloemen : groen-roodbruin, vallen nauwelijks op

    Planten :
    De boom wordt veel aangeplant voor schaduw en om de sierwaarde in stadsstraten en op pleinen. De boom kan de luchtvervuiling in de stad goed verdragen, evenals de beperkte beschikbare ruimte voor de wortels. Ook flink snoeien kan de boom hebben. De gewone plataan kan ongeveer 35 m hoog worden.

    Gebruikte delen:
    Het roze-bruine hout van de plataan kan gebruikt worden voor speelgoed, fineer, etc.

    Eigenschappen:
    snelgroeiende boom met rechte, verticale, afschilferende stam met een attractief vlekkenpatroon in grijs, bruin en wit. De kruin wordt zo'n 5 à 6 meter breed

    Vermeerderen :
    Even gemakkelijk te stekken als populieren (in oktober; stek best met voetje tweejarig hout).

    Soorten :
    Een veel gebruikte cultivar is Platanus hispanica 'Malburg'

    --Platanus acerifolia, met langgesteelde handvormige bladeren tot dertig centimeter groot. Groeit snel en is geschikt om op te leiden als dak- en leiplataan. Vrij groeiend wordt een hoogte van dertig meter bereikt bij een kroonomvang van twintig tot vijfentwintig meter. Heeft een karakteristieke geelgroen afschilferende stam.

    --Platanus acerifolia 'Tremonia', vormt een mooie rechte stam met piramidale kroon. Vrijwel gelijk aan voorgaande.

    --Platanus orientalis, met diep ingesneden en gelobd lichtgroen blad. Jonge bomen moeten beslist beschut staan en op een warme plaats worden geplant. Heeft 'zuidelijk bloed', daardoor in jeugdfase licht vorstgevoelig. Beslist mooi als solitair groeiende boom.

    --Platanus orientalis 'Digitata', met zeer diep ingesneden blad. Tot twintig meter hoog groeiend. Goed als solitair.

    Weetjes :

    Het jonge blad en twijgen zijn dicht bezet met stervormige haren. Als de haren uitvallen kunnen deze soms allergische reacties, zoals jeuk en irritaties aan de slijmvliezen, veroorzaken.

    De plataan kan aangetast worden door de schimmel Apiognomonia errabunda, die het blad aantast en kankerplekken op de twijgen en takken veroorzaakt. Bij aantasting kan het noodzakelijk zijn de takken fors terug te snoeien om zo de schimmel kwijt te raken, maar meestal herstelt de boom vanzelf.

    De plataanvouwmijnmot kan veel bladen aantasten, op een blad zijn wel tot zestig mijnen aangetroffen, maar de boom schijnt hiervan verder weinig schade te ondervinden.

    Een plataan met een kroon op stam heeft alleen in de jeugdfase snoei nodig om een goede harttak te vormen. De kroon van een dergelijke boom moet zich op een hoogte van drie meter kunnen gaan vormen. Alle scheuten vanuit de stam die lager groeien dan drie meter, worden systematisch in de herfst tot het einde van de winter weggesnoeid.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    30-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kalimeris incisa
     

    Kalimeris incisa

    Latijnse naam    : Kalimeris incisa
    Nederlandse naam : Zomeraster
    Familie          : asteraceae
    Bladkleur        : Groen
    Bloeikleur       : blauw, wit
    Bloeimaand       : juni, juli, augustus, september
    Hoogte           : 50 - 70 cm, 70 - 100 cm
    Soort gewas      : Vaste plant

    Grondsoort       : Normale bodem
    Standplaats      : Zon
    Wintergroen      : Bladverliezend
    Winterhardheid   : Goed winterhard

    Standplaats:
    Zonnig. Normale tuingrond. Liefst kalkrijk.

    Kenmerken:
    Kalimeris incisa is afkomstig uit Japan, Korea, Noord-China en Mantsjoerije. De bladeren zijn lancetvormig ingesneden (incisa) en getand. Tijdens de bloeiperiode zijn de planten overdekt met lilablauw of witte bloemen. Het is een op aster lijkende vaste plant met lancetvormige ingesneden bladeren. In tegenstelling tot de asters hebben ze geen last van meeldauw.

    Deze plant is zeer geschikt voor de siertuin. Ze heeft opvallend blad, bloei, of vorm en laat zich eenvoudig combineren. Verlangt een zonnige plek en goed doorlatende, voedselrijke grond. Deze plant is zeer geschikt om te combineren met de 'basisplanten'. Verdraagt korte periodes van droogte prima. Natte winters daarentegen niet. Geeft een goede snijbloem.

    Bloemen :
    Bloeitijd: juni-september
    Bloemkleur: wit of paars + geel hart
    Mooie struikachtige plant waarvan de bloemen op asters lijken.
    Ze zijn wit met een geel hart en worden 50cm hoog.

    Planten :
    Je zou Kalimeris nog het best kunnen omschrijven als een vroegbloeiende aster. Het is een plant met een bossige groei, die in vergelijking met asters sterker is en minder gevoelig voor meeldauw. De bloemen trekken bijen en vlinders aan.

    Eigenschappen:
    *Standplaats lichtbehoefte: zon
    *geschikt voor gebruik in de vasteplanten border
    *geschikt voor groepsbeplantingen
    *deze plant verlangt een kalkhoudende bodem (pH 6,5 of hoger)
    *deze plant moet gesteund worden
    *deze plant is ziekteresistent (meeldauw)

    Vermeerderen :
    Scheuren of delen.

    Soorten :

    -- 'Blue Star': blauwe bloemen
    -- 'Madiva': een hoger wordende soort (80-90cm) met witte bloemen met een blauwe tint.
    - Kalimeris pinnatifida var. hortensis: wordt zo'n 60cm hoog en draagt dubbele witte bloemen.

    Weetjes :

    Kalimeris is een langbloeier, als je niet oppast bloeit hij zich dood. Je moet hem dus (hoewel hij nog steeds bloeit !) terugknippen (net zoals Gaura), zodat hij zijn laatste krachten spaart om sterk genoeg de winter in te gaan. 'Alba' hoef je eigenlijk nu niet meer aan de naam van de witte Kalimeris toe te voegen, dat is recent veranderd. 'Nana Blue' is de lichtblauwe mini-vorm die slechts een 20 cm hoog wordt, een rond compact bolletje, ook zo'n langbloeier; zet hem in de zon, vooraan in de border.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    25-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mandevilla of Dipladenia
     
    Mandevilla of Dipladenia

    Standplaats:
    Mandevilla houdt van een lichte standplaats. Dit betekent dat U de plant in de zon kunt plaatsen.
    Hoe donkerder de plant staat, hoe minder bloemen.
    heeft een warme, beschutte plaats in de halfschaduw nodig om echt hoog te klimmen. De klimstruik kan goed in de morgenzon, maar volle zon in de middag is uit den boze.

    Kenmerken:
    Niet winterharde klimplant die in de natuur tot 4-5m hoog kan worden. Bij ons toegepast als terrasplant De plant heeft steun nodig en wordt langs een steun- frame geleid.

    Bloemen :
    Roze of rode bloemen die aan de bloemen van Oleander doen denken. De bloemen verschijnen enkel als de plant
    voldoende klimruimte heeft.
    Bloeit van vroege zomer tot ver in de herfst, april-oktober
    De kroonbuis van de bloemen is wijd en meestal van buiten bleekroze en van binnen geel of donkerroze. In de natuur worden de bloemen gevolgd door sigaarvormige vruchten. Deze verschijnen bijna nooit aan de cultuurplanten.

    Planten :
    Plant Mandevilla in grond voor heideachtigen en verschraal de grond met zand. Geef de klimstruik in de zomer op warme dagen veel water. Zorg ervoor dat het water gemakkelijk door de grond kan wegzakken.

    Eigenschappen:

    Dipladenia bloeit met grote witte of roze trompetvormige bloemen een ganse zomer lang. De groene leerachtige bladeren van deze zomerbloeier zijn ook zeer decoratief. Deze terrasplant houdt van veel zon en vraagt weinig zorgen. Slechts matig water geven.

    Vermeerderen :
    Door stekken die in warme aarde na een paar weken wortels vormen.
    De stekken zijn de licht verhoute tussenstekken met 1 bladpaar. Per moederplant kunnen 10-15 stekken gesneden worden.Bij het stek snijden kan er wit melksap uit de wonden lopen. Daarom worden de stekken in lauw water gedompeld.

    Snoeien:
    Te lange ranken kunt U het gehele jaar verwijderen door ze af te knippen. Het terug knippen tot een bloemtros geeft extra bloemen.

    Soorten :
    --Mandevilla x amoena 'Alice du Pont' 6 - 9
    Bloeit met geurloze donkerroze bloemen. Met donkergroen, ovaal blad. Vorstgevoelig.

    --Mandevilla laxa 6
    Bloeit met witte, geurende bloemen. Groenblijvend. Vorstgevoelig. Snoeien in de lente.

    --Mandevilla sanderi 4,5 Met roze bloemen.
    Bladeren zes centimeter lang. Is zelf windend. Vorstgevoelig.

    --Mandevilla sanderi 'My Fair Lady' 4,5
    Met rozewitte bloemen. Bloemen in knop roze. Is zelfwindend. Vorstgevoelig.

    --Mandevilla sanderi 'Red Riding Hood' 4,5
    Helderroze bloemen. Lang bloeiend. Is zelfwindend. Vorstgevoelig.

    --Mandevilla sanderi 'Scarlet Pimpernel' 4,5
    Donkerrode bloemen. Bloeit het hele jaar. Is zelfwindend. Vorstgevoelig.

    --Mandevilla splendens 3 Rozerode bloemen met geel hart.
    Bloeit vanaf de lente tot de herfst. Vorstgevoelig

    Weetjes :
    Genoemd naar de Engelse diplomaat en botanicus Henry Mandeville.
    In zijn tijd heette de plant wel Dipladenia

    Overwinteren:
    Mandevilla is een niet winterharde plant. Dit betekent dat U de plant in de herfst, als er kans op nachtvorst is, de plant naar binnen moet halen.
    Zorg ervoor dat de potkluit niet te nat is, vanwege de kans op wortelrot. Eventuele te lange ranken mag U verwijderen.
    Plaats de plant op een lichte plaats bij een een temperatuur van 10 graden of meer.
    Zorg ervoor dat de potkluit nog net voldoende nat is. Dit betekent dat U om de week water moet geven.
    Maar dit is natuurlijk afhankelijk van de standplaats en de temperatuur.
    Controleer dit door regelmatig de plant op te tillen.

    In de winter heeft de plant minder water nodig. De plant overwinteren op een lichte,vorstvrije plaats met een minimale temperatuur van 10°C. In het voorjaar de slappe scheuten inkorten. Opgelet: bevat giftig melksap dat kan irriteren.

    De verzorging is supereenvoudig. Vanaf half mei kan de plant dag en nacht buiten staan. Bij heel zonnig weer krijgt Dipladenia elke dag water. Wel is belangrijk dat het teveel aan giet- en regenwater gemakkelijk uit de pot kan weglopen. Ook stelt de plant wat voeding op prijs. Deze voeding kan in het gietwater worden opgelost. Ook kunnen er aan het begin van het seizoen wat gecoate mestkorrels bij de plant in de aarde worden gestoken.

    Dipladenia of mandevilla kan, voordat de vorst invalt, naar binnen. Het grote voordeel van deze plant is dat hij dan genoegen neemt met een temperatuur tussen de 10 en 16 graden. Ideaal is een plek voor het raam op een slaapkamer waar in de winter de verwarming niet volop brandt. Geef de plant in de winter weinig water, maar zorg wel dat de aarde niet uitdroogt. Vervolgens kan hij dan in april/mei van het volgend jaar gewoon weer naar buiten!

    Ziekten:
    Om ziekten te voorkomen is het best om de afgevallen en aangetaste bladeren te verwijderen tijdens de stekfase. Op de Dipladenia kunnen volgende parasieten voorkomen: witte vlieg, spint, bladluizen, schilluis en wolluis

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (103 Stemmen)
    23-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Myosotis sylvatica
     

    Myosotis sylvatica


    Botanische naam  : Myosotis sylvatica
    Nederlandse naam : Vergeet-mij-nietje
    Herkomst         : Europa
    Bijzonderheden   : variabele bloemkleur, grijsgroen blad
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Groep            : 2 jarig
    Gebruik          : borders, rotstuinen, verwildering, kuipen/potten
    Hoogte           : 0.30-0.60 m
    Bloeikleur/vorm  : geurend, wit/créme, roze, blauw
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : grijsgroen

    Standplaats:
    vraagt een losse, humusrijke grond op een zonnige plaats. De plant wordt ongeveer 15-20 cm hoog.
    Groeien het best in stevige grond die in lente en herfst vochthoudend is.
    Hebben weinig last van zomerse droogte.
    In zon tot halfschaduw geven ze het meeste bloemen.

    Kenmerken:
    Zoom van de bloemkroon vlak, 5-8 mm in doorsnede, lichtblauw (bij cultuurplanten soms roze blijvend). Niet-bloeiende, tamelijk grootbladige rozetten aanwezig.

    Bloemen :
    De bloeitijd is van april tot augustus. De bloemen zijn klein en variëren in grootte van 5-8 mm. De bloemkroon is vlak.

    Planten :
    Het klassieke tweejarige Vergeet-me-nietje, om te combineren met alle mogelijke voorjaarsbloeiers: viooltjes, muurbloemen, bolgewassen
    Verrijk lichte grond met compost,dan kan de aarde beter vocht vasthouden
    In oktober de zelfgekweekte plantjes op de gewenste plaats zetten.
    Bedek de grond met mulch

    Eigenschappen:
    -Geurend
    -Gemakkelijk te verzorgen
    - geschikt voor gebruik in de vasteplanten border
    - geschikt voor gebruik in de vijvertuin
    - goed bruikbaar voor bodembedekking
    -Is niet altijd winterhard. Zeer strenge winters zonder sneeuw hebben altijd een grote uitval tengevolge. Ook voortdurende nattigheid in de winter en in het vroege voorjaar kan veel verlies veroorzaken.

    Soorten :
    Er zijn twee soorten, één die vaak bijna zuilvormig groeit en ongeveer 30 cm hoog wordt en die door de kweker als snijbloem wordt gekweekt; een boeketje vergeetmijnietjes is lang houdbaar, de knoppen komen allemaal uit. ´Blaues Wunder´ is daarvoor heel geschikt, hij wordt ongeveer 40 cm hoog, met vele hemelsblauwe bloemen, die ongeveer 1 cm breed worden.

    Vermeerderen :
    zaait zich uit op alle soorten grond – 15 cm
    Zaaien : In mei / juni in een zaaibak. Strooi er wat zaaigrond over en duw de aarde aan . Geef water met een nevelsproeier.
    Leg daarna op de grond gedurende 1 week een blad krantenpapier. Hou de grond vochtig tot de eerste blaadjes 8 tot 10 dagen later verschijnen.
    Haal een maand later de zwakste exemplaren weg zodat er om de 10cm een plantje overblijft.
    Plant de jonge exemplaren in sept/okt op hun definitieve plaats.Plantafstand : 15/20 cm

    Weetjes :

    Het bosvergeet-mij-nietje (Myosotis sylvatica) is in Europa in tuinen een veel voorkomende plant met blauwe bloemen uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae). In tuinen komen ook vormen voor met witte en roze-rode bloemen. Ook zijn er gekweekte cultivars met meer dan vijf kroonslippen en met min of meer gevulde bloemen. Deze verwilderen vaak.

    In Nederland komen alleen in Zuid-Limburg op bosrijke heuvels echt wilde bosvergeet-mij-nietjes voor. Het bosvergeet-mij-nietje is tweejarig (soms meerjarig)

    Laat de bloemen na de bloei staan voor de zaadvorming.

    Als u de verdroogde planten weghaalt , schud ze dan even zodat dit zaad op de grond valt.

    Let in de herfst op de spontaan uitgezaaide jonge plantjes.

    Na de zaadvorming sterft de plant af. Hij zaait zich echter zeer gemakkelijk uit en kan dan overal in de tuin weer opkomen. In een gram zaad zitten ongeveer 1200 zaden.

    Het bosvergeet-mij-nietje lijkt sterk op het akkervergeet-mij-nietje (Myosotis arvensis).

    De vergeet-mij-nietjes kunnen last hebben van echte meeldauw

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
    20-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fritillaria imperialis
     

    Fritillaria imperialis


    Botanische naam  : Fritillaria imperialis 'Aurora'
    Nederlandse naam : Keizerskroon, Stinklelie
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Groep            : bol
    Gebruik          : borders, solitair
    Hoogte           : 0.60-1.00 m
    Bloeikleur/vorm  : oranje
    Bloeitijd        : april, mei
    Plantdiepte      : > 0.15 m


    Standplaats:
    Ze verlangen een vruchtbare grond die niet te vochtig of alkalisch is wil men steeds opnieuw jaarlijks bloemen bekomen.
    Lichtomstandigheden: volle zon tot halfschaduw

    Kenmerken:
    De keizerskroon is een winterhard bolgewas met een circa 8 x 13 cm grote bol. De afgeronde bollen hebben twee tot drie hele dikke en stijve schubben. Boven op de bol zit in het midden een opvallende holte op de plek, waar de stengel uitgroeit.

    De stevige stengel groeit snel tot 90-120 cm lengte. Het onderste derde of halve deel van de stengel is bezet met vele, brede, staande tot hangende bladeren. De bovenste helft van de stengel draagt geen bladeren tot aan de bloemtros. Boven op de tros zit een kroon van glanzende, smalle bladeren

    Bloemen :
    De keizerskroon bloeit van het midden tot het eind van de lente. De bloemen zitten met tot zes stuks in een cirkelvormige bloeiwijze gerangschikt. Het zijn grote klokvormige bloemen. Wilde vormen hebben gele of oranje bloemen met soms een wat donkerdere adering. Aan de binnenkant hebben de bloemen dezelfde kleur, maar met een zwarte of donkergroene vlek rond de witte honingklieren. De stijl is net zo lang als de kroonbladeren en driehokkig. De vierkante, dikke zaaddozen hebben vier vleugels.

    Planten :
    De bloembollen mogen het jaarrond in de grond blijven.
    Koop steeds bollen van uitstekende kwaliteit. Plant ze vroeg in het najaar (begin oktober) op een diepte van 15-25 cm diepte (tot 3 maal de grootte van de bol en meer).

    Toepassingen: verwildering en borders
    Plant deze grote, vreemd gevormde bollen zo vroeg mogelijk in het seizoen, en meteen nadat je ze gekocht hebt. Dit is noodzakelijk omdat de wortels al beginnen te ontwikkelen in de verpakking, en dit kan resulteren tot beschadiging tijdens het planten. De grond moet snel en geheel opdrogen; klei heeft extra zand nodig. Soorten die goed worden verzorgt komen jaar na jaar terug. Soms gebeurt het dat stengels niet meer gaan bloeien. Plant in dat geval nieuwe bollen op een andere locatie het liefst in de buurt van bodembedekkers. De bloemen hebben een muskus-achtige geur en hebben grote druppels nectar.

    Gebruikte delen:
    Als men de keizerskronen voor de vaas snijdt,Mag men de stengels alleen tot de bladeren afsnijden,verwijder de bladeren nooit

    Bemesten :
    U kunt de planten in het najaar met rijpe compost bemesten.
    Wil men in het voorjaar mest geven, dan is een organische volledige meststof aan te raden.
    Keizerskronen zijn soms niet winterhard,enige bescherming is raadzaam

    Eigenschappen:

    * Opvallend bolgewas met trossen klokvormige bloemen aan een lange stengel

    * Ideaal in groep in een zonnige border

    * Zo weinig mogelijk snoeien

    * Verwijder beschadigd en dood hout

    * Geef nooit verse meststoffen

    * Bollen 20 cm diep planten

    De bloem van de keizerskroon verspreidt een geur die mollen zou afschrikken. De geur komt overeen met die welke door de vos wordt verspreid. Deze geur is door Wageningse onderzoekers van Plant Research International herleid tot 3-methyl-2-buteen-1-thiol, een zwavelhoudende terpeen.(Deze geur wordt ook door mensen als onaangenaam ervaren.)

    Vermeerderen :
    Door zaaien of delen kan maar is moeilijk. Doordat ze niet makkelijk zijn te vermeerderen zijn de bollen vaak prijzig. Het makkelijkst zijn ze te vermeerderen door het afnemen van broedbollen. De zaden zijn koudkiemers en vragen een koudeschok om tot kieming te kunnen komen. Zaai ze in het najaar (oktober-november) buiten. Het kan tot 12 maanden duren vooraleer de zaden ontkiemen.

    Soorten :

    Fritillaria imperialis 'Garland Star': oranjerode bloemen

    Fritillaria imperialis ‘Aurora’: oranjerood

    Fritillaria imperialis 'Lutea': fel geel

    Fritillaria imperialis ‘Lutea Maxima’: geel

    Fritillaria imperialis 'Rubra': diep rood

    Fritillaria imperialis ‘Rubra Maxima’: grote diep vermiljoen rode bloemen

    Fritillaria imperialis ‘The Premier’: oranjerood


    Weetjes :

    Dit is de bekendste soort fritillaria. Het is ook één van de eerste planten die gekweekt werd. Clusius introduceerde de keizerskroon al in de 16e eeuw in Nederland. Tekeningen dateren van 1610! De plant is gevonden op locaties in Turkije, Iran en Afghanistan

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    19-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Swan Lake'

    foto : MijnTuin.org 

    Rosa 'Swan Lake'


    Botanische naam  : Rosa 'Swan Lake'
    Nederlandse naam : Leiroos, grootbloemig
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : doorbloeiend
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : leirozen
    Gebruik          : tuinen
    Hoogte           : 3.00-5.00 m
    Vorm             : leirozen
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : doorns/stekels

     Standplaats:
    Op zonnige ,doorlatende en voedselrijke gronden
    Ideaal is een plekje met avond-en ochtendzon,een plaats waar de warmte blijft hangen verdraagd deze roos niet

    Bloemen :
    Van juni tot augustus
    Het is een staande, nette plant met mooie, grote, welgevormde witte bloemen met lichtroze centra die worden uitgevoerd tijdens de zomer.
    De overvloedige bladeren zijn afgerond, donkergroen en ziekte resistent.

    Planten :
    Leirozen vragen een goede verzorging anders gaan de planten snel achteruit. Dat betekent voldoende voeding tussen maart en september.

    Gezonde leirozen maken elk jaar nieuwe scheuten vanuit de grond: dat zijn de beste bloeitakken voor het volgende seizoen.

    Eigenschappen:
    -Ongevoelig voor ziekten
    -Gemakkelijk te verzorgen
    -Geurend

    Snoeien :
    van begin januari tot begin april
    verwijder alleen dode en dwarsgroeiende takken

    Weetjes :

    Bij lange aanhoudende warmte en droogte kunnen bladluizen toeslaan.
    Bestrijden alsvolgt :
    Los 250 gram groene zeep op in 10 liter warm water en laat de oplossing afkoelen
    Daarna onverdund spuiten

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    15-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Digitalis purpurea
     

    Digitalis purpurea


    Botanische naam  : Digitalis purpurea
    Nederlandse naam : Vingerhoedskruid
    Herkomst         : West-Europa
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw
    Groep            : 2 jarig
    Gebruik          : borders, solitair, verwildering, drachtplant, giftig
    Hoogte           : > 0.90 m
    Bloeikleur/vorm  : paars
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Digitalis is een makkelijke plant om te houden als er maar een vochtig humeuze en het liefst halfschaduwrijke plaats is
    Een wilde plant die toch veel voorkomt in onze tuinen, omdat ze ook op moeilijke plaatsen nog wil groeien, diepe schaduw, tussen bomen en struiken maar wel niet te droog.

    Kenmerken:
    Naar beneden hangende vingerhoedachtige klokjes, aan een hoogopstaande stengel
    Vingerhoedskruid wordt 30-150 cm groot. De plant heeft eironde tot lancetvormige bladeren, die aan de onderzijde grijs behaard zijn. De stengel en bloemstelen zijn bezet met korte, zachte haren.

    Bloemen :
    Vingerhoedskruid bloeit van mei tot oktober met meestal donkerrood gevlekte bloemen. Er zijn drie kleuren: donkerrood (hardroze), lichtpaars en wit. Om de rode vlek zit een witte rand. De witbloeiende planten worden soms als aparte soort gezien. De bloemkroon is 4-5 cm lang. De hommels moeten in de bloemkroon kruipen om bij de nectar te kunnen komen. Soms wordt echter een gaatje in de bloemkroon gebeten om zo bij de nectar te kunnen komen. Een plant kan meer dan negentig bloemen hebben en duizenden zaadjes.

    Planten :
    De plant komt zeer verbreid in het gehele land voor in bossen, op gekapte plekken in het bos en op bewerkte, in de schaduwliggende grond. Of het om wilde of verwilderde tuinplanten gaat is eigenlijk niet vast te stellen.

    Gebruikte delen:
    De plant wordt gerekend tot de zogenaamde heksenkruiden, het wordt soms genoemd als ingrediënt voor heksenzalf.

    De geneeskrachtige eigenschappen zijn te danken aan de digitalisglycosiden in de bladeren gedurende het jaar van de bloei. Zij produceren het bekende digitaliscomplex: saponine, digitonine en kleurstoffen.

    De grens tussen geneeskrachtig en gevaarlijk is hier echter erg nauw. De symptomen beginnen meestal met maagdarmstoornissen en kunnen in heel ernstige en uitzonderlijke gevallen leiden tot een hartstilstand. Na direct contact met de plant kun je een huidirritatie oplopen.

    Werkzame bestanddelen:
    De plant bevat de glycosiden: digoxine, gitoxine en gitaline en is erg giftig. Digoxine wordt gewonnen uit de bladeren van tweejarige planten en wordt gebruikt bij behandeling van bepaalde hartritmestoornissen (atriumfibrilleren) en (steeds minder) bij de behandeling van hartfalen. Deze toepassing is voor het eerst beschreven door de Engelse arts William Withering (1741-1799) uit Birmingham, die waarnam dat een kruidenmengsel van een lokale kruidengenezeres ("old Mother Hutton" uit Shropshire) zeer effectief was bij ernstig oedeem van de benen. Hij ontdekte dat vingerhoedskruid het effectieve bestanddeel in het mengsel was en publiceerde deze bevinding in 1785 in zijn boek "An Account of the Foxglove and some of its Medical Uses". Hoewel hij het middel voor oedemen aanbeval en de werkingswijze hem niet bekend was, was hem wel opgevallen dat het de pols verlangzaamt

    Eigenschappen:
    Het eerste jaar wordt er een rozet gevormd en het tweede jaar verschijnen de bloemen. Daarna sterft de plant af.(=tweejarige plant)

    Vermeerderen :
    Ze zaait zich fel uit, tenzij men na de bloei de bloemstengel afknipt.

    Soorten :
    'Alba' 120cm, wit
    'Camelot Creme' 90cm, wit, binnenin rode vlekken
    'Camelot Rose' 90cm, rose, binnenin rode vlekken
    'Camelot Lavender' 90cm, zachtrose, binnenin rode vlekken
    'Snow Thimble' 120cm, zuiverwit

    Weetjes :

    Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea), ook wel gewoon vingerhoedskruid genoemd, is een tweejarige plant die veel in siertuinen wordt gebruikt. De witbloemige variant Digitalis purpurea 'Alba' heeft op de Nederlandse Rode lijst van planten gestaan.


    tweejarige plant die zich makkelijk uitzaait. Alle delen van de plant zijn giftig


    Het blad kan door schimmelziekten als meeldauw en de bladvlekkenziekte lelijk worden. Giet daarom niet op het blad en de stengel. Verwijder aangetast blad.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    10-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dictamnus albus
     

    Dictamnus albus


    Botanische naam  : Dictamnus albus 'Albiflorus'
    Nederlandse naam : Vuurwerkplant
    Herkomst         : Midden- en zuid-Europa; Oost-Azië
    Bijzonderheden   : drachtplant, etherische olien
    Grondsoort       : alle, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : droog
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Gebruik          : groepen/vakken, solitair, borders, snijbloem, insecten
    Hoogte           : 0.60-0.80 m
    Bloeikleur/vorm  : geurend, wit/créme, tros
    Bloeitijd        : juni, juli
    Blad             : donkergroen

    Standplaats:
    een warme, zonnige standplaats en een kalkrijke, humeuze grond.

    Kenmerken:
    De plant wordt 40-80 cm hoog. Het fototoxische blad is onevengeveerd en heeft zeven tot elf eivormige, 5-8 cm lange, fijn getande deelblaadjes

    Bloemen :
    In mei - juli bloeit de plant met witte (Dictamnus albus 'Albiflorus') of donker paarsrode (Dictamnus albus 'Purpureus') bloemen. Na de bloei ontwikkelen zich zaden in markante zaaddozen

    pas na enkele jaren bloeit hij massaal met rode/roze of witte bloemen, daarvoor bloeit hij maar met een paar bloemen.

    De bloem ruikt naar een mengsel van vanille en citroen. De bloeiwijze is een tros

    Planten :
    Deze plant is zeer geschikt voor vrij open tuinen met slechts een enkele volwassen boom of heester. Verlangt een vrij zonnige plek met af en toe wat schaduw van bomen of heesters.

    De planten laten zicht moeilijk verplanten. Eenmaal ze in de groei zijn kan je ze beter met rust laten.

    Gebruikte delen:
    De plant bevat etherische olie welke onder meer bestaat uit bergapteen, fraxinellon, thymolmethylether, pineen, anethol, estragol, myrceen, limoneen, cineol en alkaloïden als skimmianine, fagraine en dictamine. Verder komt saponine, bitterstof, anthocyaan en flavonglycoside voor.

    Volgens de volksgeneeskunde zou de plant koortsverlagend en bacteriedodend zijn. Een tinctuur van de bloemen en bladeren werd tegen reuma gebruikt.

    De wortelbast zou goed werken tegen wormen en malaria.

    Werkzame bestanddelen:
    Tijdens de bloei produceert de plant zoveel etherische olie dat deze al op grote afstand geroken kan worden. Op extreem hete dagen vat de olie vlam door de brandglaswerking op de druppeltjes etherische olie. Als het ook nog windstil is kunnen blauwe vlammetjes gezien worden.

    Eigenschappen:
    -Geurend
    -Ongevoelig voor ziekten
    -Goede snijbloem
    Aan de vuurwerkplant (Dictamnus albus) of vroeger essenkruid genoemd werd door Dodonaeus en Tabernaemontaeus een geneeskrachtige werking toegeschreven. Zo zou het helpen tegen brandende ogen en een reinigende werking hebben op de huid.

    Vermeerderen :
    Door zaaien,de plant doet het ook wel zelf .
    Zaai het rijpe zaad direkt na het oogsten,het heeft licht en kou nodig om te kiemen.
    de jonge planten bloeien pas na 3 jaar
    Vermeerderen door delen is niet echt gemakkelijk

    Soorten :
    »Dictamnus albus 'Albiflorus'
    »Dictamnus albus 'Purpureus'
    »Dictamnus albus var. purpureus
    »Dictamnus fraxinella

    Dictamnus albus 'Albiflorus', wit met geel dooraderd / Hoogte: 80 cm / Bloeimaanden: 6-7

    Dictamnus albus (fraxinella), rood / Hoogte: 80 cm / Bloeimaanden: 6-7

    Verzorging :
    In het voorjaar;
    Zodra de eerste jonge scheuten verschijnen wat compost rond de voet van de planten door de grond werken
    De in het najaar in een zaaibed gezaaide planten op 15 cm onderlinge afstand uitdunnen
    Zomer ;
    Zorg voor een nieuwe mulchlaag
    Geef royaal water als er lage tijd geen regen gevallen is
    Jonge planten 90 cm van elkaar op de definitieve plaats planten
    Najaar ;
    Dit is de gunstige planttijd.
    Zaai rijp zaad in kistjes of direkt in de volle grond
    Bereid de grond goed voor,hark deze glad en zaai maximaal 1 cm diep in gleuven
    Geefdaarna voorzichtig water

    Weetjes :

    De naam 'vuurwerkplant' heeft de plant te danken aan de vrijkomende vluchtige olie, die door alle delen van de plant wordt uitgescheiden. De tweede naam albus is ontleend aan de witte wortels en witachtige bloemkleur.

    Het aanraken van het blad kan huidirritatie veroorzaken die erger wordt door zonlicht.

    De bloemen ruiken net als de geveerde bladeren sterk naar citroen maar je kunt de plant beter niet aanraken, zeker niet als het zonnig is. De plant is net als de reuzenberenklauw fototoxisch. Dat wil zeggen dat je huid na aanraking van de plant onder invloed van last kan ondervinden van lichte irritatie zoals jeuk, een rode huid, schilfering of zelfs brandwonden!

    De plant wordt ook wel vuurwerkplant genoemd, omdat je 's avonds op een zeer zonnige en windluwe dag een vuurwerk van blauwe vlammetjes kunt creëren door de etherische oliën die de plant uitscheidt aan te steken.

    Hieronder de link naar een filmpje waar je kunt in zien waarom deze plant "vuurwerkplant" word genoemd

    http://youtu.be/c8yDWkwu5aI

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    09-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pelargonium
     

    Pelargonium


    Latijnse naam    : Pelargonium
    Nederlandse naam : Geranium
    Familie          : Geraniaceae
    Bloeikleur       : rood, roze, wit, roodpaars, meerkleurig
    Bloeimaand       : mei, juni, juli, augustus, september, oktober
    Bladkleur        : Groen, Bont / gestreept
    Hoogte           : 20 - 30 cm
    Wintergroen      : Bladverliezend
    Winterhardheid   : Niet winterhard
    Standplaats      : Zon
    Soort gewas      : Eenjarige plant
    Speciale kenm    : Bijen aantrekken

    Standplaats:
    Staat graag in de zon en mag dan begoten worden als de grond bijna droog is, eens overslagen bij bewolkt weer.
    Teveel water geeft geel blad, en teveel mest weinig bloemen dus ook hiermee niet overdrijven

    Kenmerken:
    Zeer geschikt voor de siertuin. Heeft opvallend blad, bloeiwijze, of vorm en laat zich eenvoudig combineren. Deze eenjarige plant verlangt een zonnige plek en goed doorlatende, voedselrijke grond. Is zeer geschikt om te combineren met de 'basisplanten'. Ook bruikbaar in potten en bloembakken. Deze plant wordt meestal als kuipplant toegepast. U kunt haar redelijk overhouden door haar koel, maar vorstvrij te laten overwinteren.

    Bloemen :
    Pelargoniums bestaan in wit, roze, rood, bordeaux, zalm en meerkleurige.
    Ook mini-Pelargoniums met heel kleine schattige bloempjes
    Regelmatig de verwelkte bloemen en lelijke bladeren uitknippen zorgt voor meer bloei.
    De bloemen kunnen verscheidene kleuren hebben en bestaan uit 5 bloembladeren (waarvan er 2 bovenaan staan en 3 onderaan). Dit met uitzondering van de spec. soort die 2 zijdige symetrische bloemen heeft.

    Planten :
    voorzie een goeie kompost en drainage in de plantbak. Gebruik eventueel potscherven of kleikorrels als onderlaag. Geef regelmatig vloeibare meststoffen, daar de plant het hele jaar doorgroeit. Watergiften kunnen beter met mate maar regelmatig gegeven worden
    Na de ijsheiligen kunnen we meestal met een gerust hart onze planten terug buiten zetten.

    Gebruikte delen:
    uit enkele soorten wordt een stof geëxtraheerd die het immuunstelsel zou versterken. Sommige planten zouden
    tevens antiseptische werkingen hebben alsook schimmelwerend zijn. Alsook etherische olie wordt teruggewonnen uit de Pelargonium graveolens (= sterk ruikend) voor zijn rozengeur en uit de Pelargonium Bourbon verkrijgt men de fijnste etherische olie.


    Eigenschappen:
    Pelargonium is een éénjarige die in de volksmond ook geranium genoemd wordt, niet te vergelijken met de vaste Geranium die dan weer in het nederlands ooievaarsbek genoemd wordt

    Vermeerderen :
    De vruchten: na de bloei vormt zich per bloem 1 zaadje per zaaddoos, die na verdroging openspringt en zorgt voor de nakomeling.

    kan perfect door stekken te nemen in stekzand of door ze in water te zetten voor beworteling. Laat maximaal per stek 2 blaadjes staan en zorg dat je steel (voor stek) minimaal 15 cm is. We snijden de steel schuin aan en steken hem ook schuin de grond in,

    De beste stekperiode is vlak na de zomerperiode. Controleer of de planten niet besmet zijn met schimmels of andere belagers. Voorzie verder een goede belichting en warmte. Zaaien kan ook het ganse jaar door.

    Soorten :

    --Pelargonium zonale-hybriden, die bijna ronde bladeren hebben. Tot deze groep behoren de meeste rechtopgroeiende soorten..

    --Pelargonium peltatum-hybriden, in tegenstelling tot de Zonale-hybriden met gladde, wasachtige bladeren en (half)hangende stengels

    --Franse pelargoniums, die als kamerplant worden gehouden, stammen overwegend van P. cucullatum en P. grandiflorum af.

    --Unique-pelargonium

    --Angel-pelargonium

    --Geurpelargonium, bijvoorbeeld P. odoratissimum, die voor een deel van kweek afkomstig is. Er zijn echter ook wilde soorten in cultuur zoals Pelargonium graveolens, de citroenpelargonium of rozenpelargonium. In (sub)tropische gebieden worden enkele soorten op grote schaal verbouwd voor de productie van etherische oliën.

    Pelargoniums die bekend staan om hun welriekendheid zijn Pelagonium graveolens (citroengeranium) en Pelagonium odier. Het gaat hier om bladpelargoniums, die weliswaar bloeien, maar minder spectaculair dan hun Franse collega´s. De geur varieert van fris (citroen) tot zoet (´zuurtjes´). Als het blad wordt aangeraakt, verspreidt hun geur zich in de hele huiskamer. De citroengeranium wordt om die reden ook wel ingezet om muggen te verdrijven

    Weetjes :

    De Citroenpelargonium zou de muggen verdrijven of alvast op afstand te houden, van zodra je over de bladeren gaat wrijven. (citroenolie).

    Pelargonium (afgeleid van pelargos = ooievaarsbek), dat in de omgangstaal "geranium" wordt genoemd, is een geslacht uit de familie Geraniaceae. Tot dit geslacht behoren 220 tot 280 soorten, waarvan de meeste soorten oorspronkelijk in Namibië en Zuid-Afrika voorkomen. Er komen ook soorten voor in tropisch Afrika, Voor-Azië, Australië en op sommige eilanden in de Indische Oceaan.

    De artsen uit het oude Griekenland merkten de gelijkenis op tussen de zaden van deze geneeskrachtige planten, en de bek van de kraanvogel en noemen hem Gerarion. In 1632 brengt een koopman uit Venetië kleine plantjes mee uit Kaap de Goede Hoop die onmiddelijk bij het publiek in de smaak vallen.

    Deze soort is vervolgens terechtgekomen in de plantentuin van de Universiteit van Padua waar ze werd bestudeerd, deze was waarschijnlijk de Pelargonium triste, de stamvader van de Pelargonium.

    Ziekten:
    Bladluizen zijn vaak aanwezig op de Pelargonium. Deze bladluizen richten voornamelijk zuigschade aan. Door de zuigschade ontstaan er op de bladeren gele plekken. Ze brengen virussen over. De bladluizen scheiden honingdauw af. Deze ligt als een glimmende massa op de bladeren die dan kleverig aanvoelen. Hierop ontwikkelen zich zwarschimmels en de plant krijgt een vies grauwzwart uiterlijk.

    Bij droog weer en warm weer is de spint aanwezig op de Pelargonium. De spint zuigt het plantensap op om zich te voeden. Hierdoor verkleuren de plantencellen geel, wat gele puntjes veroorzaakt op het blad. Zo heeft de Pelargonium minder bladgroen ter beschikking van de groei.

    Er zijn nog verschillende oorzaken waardoor de Pelargoniums ziek kunnen worden: rupsen, witte vlieg, bacterien, virussen, ... .


    Pelargonium stekken

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (17 Stemmen)
    05-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ledum groenlandicum
     

    Ledum groenlandicum


    Botanische naam  : Ledum groenlandicum
    Nederlandse naam : Moeraspalm, Moerasrozemarijn
    Herkomst         : Oostelijk Noor-Amerika, Groenland
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : humeus, kalkarm
    Vochtbehoefte    : normaal, nat
    Licht : half schaduw
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : solitair, heidetuinen
    Hoogte           : 0.50-1.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : wintergroen

    Standplaats:
    heeft een vochtige plek nodig en groeit in de schaduw, zon of halfschaduw. Vorstbestendig tot -15°C.

    Kenmerken:
    De struik (1,5 – 1,5 meter) is groenblijvend en groeit overvloedig in Canada en Scandinavië, vooral op veengronden en in moerassige gronden, samen met de Picea marina en de Picea glauca. Heeft het vermogen om te regeneren vanuit de rhizome, na bijvoorbeeld vuur.

    Bloemen :
    Bloeit eind mei tot begin juni en de vruchten worden rijp van eind augustus tot de late herfst. De geurige kleine witte bloemen zijn hermafrodiet (hebben mannelijke en vrouwelijke organen) en worden bestoven door bijen.

    Planten :
    Zeer geschikt voor tuinen en openbaar groen met een hoge grondwaterstand of aan de waterkant. Wenst een vochtige tot natte, zure, voedselarme veengrond en een plekje in de zon of halfschaduw. Bij voorkeur niet in de volle middagzon. Deze plant is goed te combineren met planten voor een 'open plaats'.

    Gebruikte delen:
    De bladeren geven een apart aroma af en worden gebruikt als infusie of om bier te aromatiseren. In Scandinavië gebruikt ter vervanging van hop.

    Werkzame bestanddelen:
    De bladeren zijn analgetisch, bloedzuiverend, diaphoretisch, diuretisch, tonisch. De thee werd gedronken tegen hoofdpijn, astma, verkoudheid, maagklachten, nierproblemen, enz. Uitwendig gebruikt bij verbrandingen, zweren, jeuk, roos, insectensteken/-beten, huidproblemen.

    Eigenschappen:
    Hij draagt veel harige takken. De bladeren zijn leerachtig, donkergroen bovenop, aan de onderkant roodachtig met dichte wollige haren. De schors is grijs tot roodbruin.

    Vermeerderen :
    Vermeerdering door zaad en vegetatief.

    Weetjes :

    In de volksgeneeskunde gebruikt voor alle huidproblemen, de thee zou de zenuwen en de maag stimuleren. Stond in de oude tijden bekend als een alleskunner. Van de thee werd een siroop gemaakt tegen hoest , heesheid en keelpijn. De thee is rijk aan vitamine C.

    De bladeren zijn kruidig en worden gebruikt als smaakmaker en voor de bereiding van thee. De Indianen gebruikten de thee tegen verschillende kwalen.

    De nederlandse naam is Moerasrozemarijn, familie van de Ericaceae. De bloemkleur is wit en de bloeitijd is van ca. mei tot en met juni. De bladeren zijn donkergroen. De volwassen hoogte van deze kleine heester is ca. 100 cm. Verdraagt een temperatuur tot -50 gr. C. en blijft de gehele winter groen. Heeft een opvallende bloeiwijze. Is matig verkrijgbaar

    Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, ‘Ledum’, komt van het Griekse woord ‘ledon’ en dat is het woord waarmee die Grieken de cisteroos aanduidden. De cisterozen zijn een groep bloemen uit een plantengeslacht van de zonneroosjesfamilie, een familie van wat kruidachtige planten en kleine struikjes die in het wild groeien in het Middellandse Zeegebied. Maar da’s niet het einde van het verhaal: ‘ledus’ betekent ook ‘wolvet’. Griekse herders stuurden hun schapen bosjes in waar de cisterozen groeiden. Die rozen scheidden een vet af en dat bleef aan de vacht kleven. Dat vet werd door de herders verkocht. Het tweede deel, ‘palustre’ betekent ‘moeras’ in het Latijn.

    Ledum wordt gebruikt bij wonden die weinig bloeden gevolgd door pijn, opzwellen en een koud gevoel, waarbij koude compressen verbeteren. De wond voelt ook koud aan.

    Ook gebruikt bij wonden veroorzaakt door puntige voorwerpen en bij kneuzingen en verstuikingen die niet reageren op Arnica, flink blauw zijn, koud aanvoelen en verbeteren door koude compressen.

    Ledum wordt ook gebruikt om tetanus te voorkomen. Een blauw oog ten gevolge van sneeuwballen of burenruzies geneest vaak sneller met Ledum dan met Arnica. Als de ogen zelf pijn doen, dan is Symphytum het juiste middel.

    Ledum helpt ook bij reumatische ontstekingen van de gewrichten zonder koorts en bij een stijve rug na lang in één houding zitten. Koude compressen op de pijnlijke plek verlichten de pijn, hoewel de aangedane plek koud aanvoelt.

    Vermindert de jeuk en zwelling bij insectensteken (bijen- en wespensteken) en muggenbeten.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    02-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lantana camara
     

    Lantana camara


    Botanische naam  : Lantana camara
    Nederlandse naam : Verkleurbloem
    Herkomst         : India,Amerika
    Bijzonderheden   : ook als stamboompje
    Vochtbehoefte    : matig/spaarzaam
    Licht            : zon
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, geel, rood/bruin, roze, lila
    Blad             : wintergroen
    Vermeerdering    : stekken
    Voedingsbehoeft  : om de week
    Overwintering    : temperatuur 4- 8 ø, temperatuur 8-12 ø, donker

    Standplaats:
    Zon, Halfschaduw. Lantana doet het zeer goed op een warme, windluwe en zonnige standplaats.
    Plant de struik in een voedzame, goed doorlatende potgrond. In de zomer de struik buiten in de tuin of op het balkon een plaats in de volle zon geven.

    Kenmerken:
    Een exotisch ogende kuipplant die zeer geliefd is bij de vlinders die de bloemen massaal bezoeken. De uit India afkomstige Lantana is een warmteminnende en vorstgevoelige plant. Aan de struik komen diepgroene bladeren die in tegenover elkaar staande paren staan. De Nederlandse naam verkleurbloem heeft de plant te danken aan de kleurverschillen die ontstaan bij het verbloeien van de prachtige bloemschermen. Hierbij verkleuren de bloemen van binnen naar buiten toe

    Bloemen :
    Bloemen staan in schermen en verbloeien van binnen naar buiten. Na de bloei kunnen zich braamachtige vruchten vormen.
    Lantana wordt bij ons wisselbloem of bourbontje genoemd.
    De bloemen groeien in 3-5 cm brede, meerkleurige bloemhoofdjes. De buitenste bloemen zijn roze, oranje of rood. Ze hebben een tot 2 cm lange kroonbuis en een 0,8-1 cm brede zoom van vijf ongelijke kroonslippen. De middelste bloemen zijn meestal geel, kleiner en regelmatiger van vorm. De vruchten zijn bolvormige, zwarte, 5-7 mm grote steenvruchten

    Planten :
    Geef deze kuipplant die in de volle zon staat voldoende water zodat de potkluit niet uit kan drogen. Doe in de potgrond wat waterkristallen zodat de er een grotere waterbuffer voorzien is. Zorg wel voor afwateringsgaten zodat het overtollige water uit de pot kan weg vloeien. Doe wekelijks in het gietwater wat vloeibare mest of steek in de kuip aan het begin van het groeiseizoen een gecoate meststofpil die meerdere maanden mest afgeeft bij het gieten.

    Eigenschappen:
    De wisselbloem (Lantana camara) is een plant uit de ijzerhardfamilie (Verbenaceae). Het is een weinig verhoutte, tot 3 m hoge halfheester die op sommige plekken met kromme stekels is bezet. De twijgen zijn vierkantig. De tegenoverstaande, iets gerimpelde bladeren zijn eivormig, gezaagd, ruwharig en 4-10 cm lang. Bij kneuzing ruiken de bladeren onaangenaam.

    Vermeerderen :

    stekken:
    in het voorjaar jonge scheuten van ongeveer 7 cm lang nemen en bij 15 a 20°C laten inwortelen in zaai- en stekgrond

    zaaien:
    in februari kun je zaden bij een temperatuur van 15 a 20°C zaaien. De zaden uit de gevormde bessen zijn goed kiemkrachtig.

    Met de afgeknipte scheuten kan worden gestekt. Zet ze in potjes met zanderige grond, waarin ze snel wortels zullen vormen. Als de stekken flink beworteld zijn, kunnen ze opnieuw worden opgepot. De jonge planten kunnen begin juni buiten worden uitplant. Lantana zaaien kan in januari - februari in een kamerkasje bij een temperatuur van 20 °C. Een nadeel van zaaien is, dat het kiempercentage nogal laag is.

    Snoeien :
    Lange takken die uit het model van de struik groeien mag je gerust weg snoeien, zodat de vorm kan worden behouden. Je kunt de planten ook snoeien als ze voor jouw smaak of veranda, serre te groot geworden zijn. De dikste takken mag je dan tot de helft terug snoeien. Doe dit bij voorkeur in het vroege voorjaar als je de nieuwe bladknopjes ziet verschijnen

    Soorten :

    Lantana camara 'Chelsea' oranje/rood

    Lantana camara 'Snowflake' wit

    Lantana camara 'Drap d'Or' geel

    Lantana camara 'Radiation' Oranje/roze

    Weetjes :

    Overwinteren van Lantana's:
    Deze kuipplanten zullen probleemloos binnen in huis koel overwinteren bij ongeveer 7°C. Geef matig water zodat de potkluit niet kan uitdrogen. Aanvankelijk blijven de bladeren nog aan de planten, maar vanaf januari beginnen ze massaal af te vallen en lijkt het erop dat de Lantana's afsterven. Een plant met weinig of geen bladeren verdampt in deze rustperiode zo goed als geen water meer en het is dan ook aangewezen zeer weinig water te geven. Vanaf maart mag je de kale Lantana wat warmer plaatsen en je zal spoedig nieuwe bladknoppen zien verschijnen. Vanaf het moment dat alle vorstgevaar is geweken mogen deze kuipplanten naar buiten het terras of balkon op. Je kunt ze ook met kuip en al in de plantenborder inplanten. In het voorjaar kun je de planten regelmatig toppen om een sterk vertakte en compacte struik te bekomen. De getopte scheuten kun je ineens gebruiken als kruidachtige stek.

    De stengels staan vol met kleine brandhaartjes die bij aanraking met de huid voor op een zonnige dag brandwonden kunnen veroorzaken vergelijkbaar met reuzenberenklauw.

    De wisselbloem trekt veel vlinders aan, maar is voor andere dieren te giftig. De plant is op veel plaatsen als sierplant ingevoerd. De plant vormt na verwildering een agressief onkruid, die alleen met de natuurlijke plaaginsecten is te bestrijden.

    Verzorging
    Tijdens de bloei moet de plant regelmatig water krijgen.
    De grond mag nooit droog worden.
    Gebruik potten die voorzien zijn van een drainagegat.
    Bedek de bodem met een laagje hydrokorrel.
    De wortelkluit goed vochtig houden en niet laten uitdrogen.
    In de winter kan de plant redelijk droog worden gehouden

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (12 Stemmen)
    30-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elaeagnus ebbingei
     

    Elaeagnus ebbingei


    Botanische naam  : Elaeagnus ebbingei
    Nederlandse naam : Olijfwilg
    Herkomst         : Nederland (Den Haag)
    Bijzonderheden   : verdraagt humusarme/zoute zandgrond
    Grondsoort       : humeus
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : half schaduw
    Wind             : ongevoelig, zeewind bestendig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, kust/zeewind, tuinen, insecten
    Hoogte           : 3.00-5.00 m
    Vorm             : breed
    Bloeikleur/vorm  : geurend, wit/créme
    Bloeitijd        : oktober, november
    Blad             : wintergroen
    Vrucht           : roze

    Standplaats:
    Deze plant wenst een matig voedselrijke, droge tot vochthoudende, zandige bodem. Voor wat betreft de zuurgraad is ze vrij tolerant (pH = 5.5 - 8). Verlangt een plekje in de volle zon en verdraagt zomerse hitte redelijk, mits de standplaats voldoende vochthoudend is. Kan bij nachtvorst in april-mei schade oplopen.

    Kenmerken:
    Bladeren : glanzend, leerachtig, breed ovaal blad dat onderaan zilvergrijs is
    Vruchten : lichte, vlezige, roze steenvruchten
    De volwassen hoogte van deze middelgrote heester is ca. 300 cm. Verdraagt een temperatuur tot -15 gr. C. en blijft de gehele winter groen.

    Bloemen :
    Bloemkleur : roomwit
    Bloeiperiode : okt - nov
    Kleine, welriekende, klokvormige bloemen.
    Na de bloei verschijnen de vitaminerijke, oranjerode bessen.

    Planten :
    Een vrij snel groeiende, brede, opgaande heester.
    Is bestand tegen luchtvervuiling en zeewind. Wordt dan ook als haagplant gebruikt langs drukke wegen en aan de kust.
    Toe te passen in groepen (in blokken gesnoeid), als windkering

    Snoeien :
    Verdraagt flinke snoei. Snoeien gebeurt in het late voorjaar of in de zomer als de planten als haag worden toegepast.
    Losse struiken kunnen in maart worden gesnoeid.

    Eigenschappen:
    Deze snelgroeiende (tot 3x3m) groenblijvende heester is een prima haagplant. Het glanzend groen leerachtig blad met witte onderzijde is taai en verdraagt sterke zilte zeewind. De sterk geurende witte bloemen vormen een wolk van parfum in het najaar. Uiterst vitaminerijke oranjerode bessen. Dankzij stikstoffixerende bacteriën in de wortels groeit deze plant op de armste zandgronden. EERSTEKLAS KUSTPLANT !
    Heester geënt op stam met grote glimmend donkergroene bladeren waarvan de onderzijde zilverachtig wit is.

    Vermeerderen :
    Door zaad, uitlopers , stekken en veredeling

    Soorten :

    •E.x e. 'Albert Doorenbos'- zeer grote bladeren.

    •E.x e. 'Coastal Gold'- grijsgroen blad met een opvallende gele vlek in het centrum.

    •E.x e. 'Gilt Edge'- grote groene, goudgeel tot lichtgeel gerande bladeren.

    •E.x e. 'Lemon Ice'- 1.5m hoog. Gele vlek in het blad

    •E.x e. 'Limelight'- 1.5m hoog. In het midden van het blad gele tot geelgroene vlekken.

    Weetjes :

    Draagt ook rode bessen met een zilveren schijn,daarom ook zilverbes genoemd

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    28-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ceanothus
     

    Ceanothus


    Botanische naam  : Ceanothus del. 'Gl. de Versailles'
    Nederlandse naam : Amerikaanse sering, Sikkelbloem
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : invriezend
    Grondsoort       : humeus, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, randen/hagen, solitair, tuinen, insecten
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : blauw
    Bloeitijd        : september, oktober
    Blad             : bladverliezend

    Standplaats:
    Deze sering houdt absoluut niet van kalk in de grond en zeker niet van een vochtige, koele en natte zomer. Plant Ceanothus in een goed gedraineerde, luchtige en humusrijke grond.

    Kenmerken:
    De nederlandse naam is Herfstsering, familie van de Rhamnaceae. De bloemkleur is donkerblauw en de bloeitijd is van ca. juli tot en met september. De bladeren zijn groen. De volwassen hoogte van deze kleine heester is ca. 100 cm. Verdraagt een temperatuur tot -15 gr. C. Heeft een opvallende bloeiwijze

    Bloemen :
    Ceanothus bloeit in de voor- of nazomer, afhankelijk van de soort of variëteit. Er zijn er die wit, witroze, licht- of diepblauw bloeien.

    Planten :
    Een plek op het zuiden, tegen een muur is dan ook de ideale plek voor de Ceanothus. Ook als je hem, in pot of kuip, op terras of balkon wilt zetten kies dan de meest beschutte en warme plek die er is, het zal de groei en bloei zeker ten goede komen.

    De plant kijgt graag regelmatig voeding en water. Als ie buiten overwintert geef hem dan een lekkere afdeklaag op z'n wortels.

    Eigenschappen:

    Standplaats lichtbehoefte: zon

    deze plant is vorstgevoelig

    deze plant is wintergroen (groenblijvend)

    goed bruikbaar voor bodembedekking

    geschikt voor groepsbeplantingen

    compacte groei

    rijkbloeiend

    helderblauwe bloemen

    Snoeien :
    Elk beginnend voorjaar moet je dan de scheuten tot op 2/3 terugsnoeien, op een naar buiten gericht oog. Grote en volwassen struiken mag je tot op de helft inkorten. Van struiken, die te vol of verwaarloosd zijn, mag je, om weer voldoende licht in de plant te krijgen het teveel aan takken terugsnoeien.

    Vermeerderen :
    Vanaf augustus kun je stekken maken. Dat gaat als volgt: Snijd een niet bloeiende scheut met een hieltje (= stukje bast) van 10 à 15 cm lang. Verwijder de onderste bladeren, knip de top eruit, en steek de stekken in een bak met stekgrond. Je kunt ze nu afdekken met folie maar je kunt ze ook op een beschut en beschaduwd plekje buiten zetten> Zorg ervoor dat de stekken niet uitdrogen. Als ze geworteld zijn pot ze over in een ruime pot met goede potgrond.

    Soorten :
    Van de Amerikaanse sering zijn zo'n veertien soorten en tien cultuurvariëteien bekend. De meeste daarvan groeien langs de kust van Californië.

    »Ceanothus 'Burkwoodii'

    »Ceanothus 'Gloire de Versailles'

    »Ceanothus 'Marie Simon'

    »Ceanothus 'Perle Rose'

    »Ceanothus 'Topaze'

    »Ceanothus americanus

    »Ceanothus arboreus 'Trewithen Blue'

    »Ceanothus repens

    »Ceanothus thyrsiflorus var. repens

    »Ceanothus x delilianus 'Topaze'

    »Ceanothus x pallidus 'Marie Simon'

    »Ceanothus x pallidus 'Perle Rose'


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)
    26-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Magnolia kobus
     

    Magnolia kobus


    Botanische naam  : Magnolia kobus
    Nederlandse naam : Valse tulpeboom, Beverboom
    Herkomst         : Japan
    Bijzonderheden   : geen kalk, herfstkleur geel
    Grondsoort       : alle, zuur
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Gebruik          : parken, tuinen, solitair
    Hoogte           : 5.00-8.00 m
    Vorm             : bol
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : april, mei
    Blad             : herfstkleur, bladverliezend
    Vrucht           : oranje


    Standplaats:
    Vraagt een vochthoudende tot vochtige, humusrijke bodem met een zuur tot neutrale zuurgraad (pH = 5 - 7). Verlangt een plekje in de zon of lichte schaduw en verdraagt zomerse hitte redelijk, mits de standplaats voldoende vochtig is.

    Kenmerken:
    Magnolia Kobus is een magnolia bloeit met stervormige witte bloemen in de maand april-mei. Staat graag in de zon-halfschaduw. Vraagt weinig snoei. Kan 5 tot 8 mtr. worden. Bij een jonge boom kunnen de bloemknoppen gevoelig zijn voor late nachtvorst.

    Magnolias hebben ongedifferentieerde bloembladeren: de bloemen hebben een bloemdek bestaande uit bloemdekbladeren (tepalen). De bloemdekbladeren, de meeldraden, en de vruchtbeginsels zijn spiraalsgewijs op de kegelvormige bloemas ingeplant. Deze bloembouw komt overeen met de oudst bekende fossiele bloemen en duidt erop dat de oorsprong van de groep in de buurt van de eerste bloemplanten moet liggen.

    Bloemen :
    Bloemkleur : wit
    Bloeiperiode : april - mei
    Bloemen : de alleenstaande, stervormige bloemen verschijnen voor de bladeren. Lange smalle, ongetande kroonbladen die aan de basis soms roze gevlekt zijn. Geurend.

    Planten :
    Bijvoorbeeld voor aanplant in windbeschutte (stads)tuinen en openbaar groen
    Een boom heeft vooral de eerste paar jaren voldoende water en voedselnodig. Bij het planten moet u er rekening mee houden dat er voor de meeste bomen een boomcirkel van 1 meter wordt gemaakt, zodat meststoffen en organische koemestkorrels beter door de boomwortels kunnen worden opgenomen. Tevens worden stenen of een dikke laag grind slecht verdragen om dat het de boomwortels afsluit van voldoende zuurstof.

    Eigenschappen:
    Het geslacht Magnolia bestaat uit groenblijvende of bladverliezende bomen en struiken met grote, doorgaans opvallende bloemen.

    Twijgen
    Magnolias hebben twijgen die bij kneuzing sterk aromatisch zijn, vaak met een anijsachtige geur. Daarnaast dragen ze veel, meestal elliptische, lenticellen die in de lengterichting van de twijg liggen.

    Knoppen
    De blad- en bloemknoppen van Magnolias zijn omgeven door één of meer harde, meestal sterk behaarde schubben (perulae). De bloemknoppen zijn bovendien ook nog omgeven door een of meer vliezige, meestal ook behaarde, schutbladen (bracteae). De perulae en bracteae worden bij het uitlopen snel bruin en vallen dan af, waarbij ze op de twijg een ringvormig litteken achterlaten.

    Vermeerderen :
    Door zaaien , stekken of enten
    Marcoteren : Gewoon een snee maken in de tak tot ongeveer halverwege.
    Hierrond nat mos binden en daarrond dan nog een plastiekzakje rondbinden zodat het goed vochtig blijft (De tak moet wel aan de boom blijven)
    Als je dit mos dan goed vochtig houd dan zouden er op de wonden wortels moeten ontstaan.
    Vanuit zaad duurt het vreselijk lang 5-10 jaar voordat je bloemen krijgt. Van jong hout kun je echt wel stekken. Bodemtemperatuur ca. 24 graden. Het is net gemakkelijk maar het gaat.

    Soorten :
    »Magnolia kobus var. borealis
    »Magnolia kobus var. loebneri 'Dr Merrill'
    »Magnolia kobus var. loebneri 'Leonard Messel''
    »Magnolia kobus var. stellata
    »Magnolia kobus var. stellata 'Royal Star'

    Weetjes :

    Magnolia (Nederlandse naam Beverboom) is de naam van het type-geslacht van de Magnoliafamilie (Magnoliaceae). Het geslacht is in West-Europa niet inheems en is bij ons het bekendst vanwege de rijk bloeiende soorten en kruisingen die in veel tuinen en parken zijn aangeplant.

    In de indeling van de Magnoliaceae die tot het eind van de twintigste eeuw gangbaar was, was Magnolia één van de grotere geslachten van de onderfamilie Magnolioideae. Met de introductie van moleculaire technieken voor onderzoek naar verwantschappen (DNA-sequencing) werd duidelijk dat het geslacht parafyletisch was.

    Daarmee is de omgrenzing van het geslacht Magnolia in beweging gekomen. De benadering die door de meeste taxonomen wordt gekozen is om alle andere geslachten van de Magnolioideae samen te voegen met het oorspronkelijke geslacht Magnolia, waarmee dan één groot geslacht ontstaat dat wèl monofyletisch is, en ongeveer 300 soorten telt.

    Deze boom heeft een pyramidevormige kroon en kan uiteindelijk een hoogte bereiken van circa 8m tot 12m na jaren.

    De bast is glad en de takken zijn grijs, de twijgen zijn donker bruinrood. Het groene omgedraaid eivormige blad heeft een grootte van zo'n 6cm-15cm lang. De wolbehaarde knoppen ontstaan al in de herfs en geeft een fraai gezicht gedurende de gehele winter. De schitterende witte grote bloemen verschijnen voor de bladontwikkeling in maart/april en hebben een doorsnede van 10cm, kortom een oogverblindende verschijning om te zien. Later ontstaan de mooie langvormige donkerrode vruchthulzen die 12cm lang zijn. De bladeren verkleuren naar geel in de herfst .

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (11 Stemmen)
    24-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Taxus baccata
     

    Taxus baccata


    Botanische naam  : Taxus baccata
    Nederlandse naam : Gewone taxus, Venijnboom
    Herkomst         : Europa, Middellands zeegebied, Inheems
    Bijzonderheden   : geschikt voor knipvormen
    Grondsoort       : alle, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : droog, normaal, nat
    Licht            : schaduw, half schaduw, zon
    Wind             : ongevoelig, weinig gevoelig
    Gebruik          : randen/hagen, solitair, landschap, giftig
    Hoogte           : 10-15 m
    Vorm             : kegel
    Kroon            : gesloten
    Bloeikleur/vorm  : geel, groen
    Bloeitijd        : maart, april
    Blad             : wintergroen
    Vrucht           : rood/bruin


    Standplaats:
    Groeit op elke tuingrond. Vermijd zware natte kleigronden.
    Voorkeur voor vochthoudende, leemhoudende kalkgrond.
    Groeit zowel op een zonnige plaats als in de schaduw.
    Op een zonnige plaats zal hij als haag een mooie dichte, groenblijvende afsluiting vormen

    De Europese taxus (baccata) is goed bestand tegen schaduw en de enige boom die onder beuken kan groeien zowel op zure als op alkalische grond.

    Kenmerken:
    Taxus is een traag groeiende boom of struik, die 15 m hoog kan worden. Door zijn donkergroene, zachte naalden maakt hij een sombere indruk. In het najaar verschijnen de felrode bessen als een sieraad tussen de donkere naalden. Ze zijn omgeven door een bekervormig, vlezig omhulsel (arillus) dat veel vitamine C bevat en niet giftig is, in tegenstelling tot de andere delen van de boom.

    Bloemen :
    Bloemkleur : geelgroen
    Bloeiperiode : maart - april
    Bloemen : klein, onopvallend
    Tweehuizig. De mannelijke en vrouwelijke kegels groeien aan aparte bomen.
    Vrouwelijke bloemen: met schubben bezet, bevinden zich aan de onderkant van de twijgen. Gele knopjes
    Mannelijke bloemen: naakte bloemen staan in de bladoksels. Bestaan enkel uit een groepje lichtgele meeldraden.
    De vrouwelijke bloemen groeien uit tot een schijnvrucht of 'bes'. Het zaad is omgeven door een helderrode zaadrok (deze is echter groen voor hij opzwelt). Deze is in tegenstelling tot andere delen van de plant NIET giftig.

    Planten :
    De venijnboom is uitermate goed geschikt voor het gebruik in een heg omdat hij zich goed laat snoeien en omdat hij goed vertakt.
    Wanneer je een taxusheg wilt planten, moet je er rekening mee houden dat behalve het rode omhulsel van de bessen, alle delen van de boom giftig zijn, dus gevaarlijk voor kinderen en dieren die wel eens aan blad en bessen zouden kunnen knabbelen

    Gebruikte delen:
    het harde, elastische hout werd gebruikt voor het vervaardigen van bogen, schilden, speren, meubels, gebruiks -en kunstvoorwerpen.

    Bij de Slag bij Azincourt (1415) gebruikten de Engelsen bogen van taxushout. Daardoor hadden hun pijlen een veel groter bereik. Het is een van de redenen waarom ze de slag tegen de Fransen konden winnen.

    Werkzame bestanddelen:
    Eigenlijk zou je taxus Boom des Levens kunnen noemen. In schors en naalden bevindt zich namelijk de alkaloïde taxine, waaruit men een medicament (taxol) tegen kanker kan ontwikkelen. Intussen kan men taxol ook synthetisch produceren, redding voor de laatste taxusbomen

    Een ander giftig bestanddeel van taxus is taxine. Het zou een bestanddeel zijn van een pijlgif. Het veroorzaakt hartritmestoornissen, hartstilstand, lever- en nierbeschadigingen

    Naast taxine bevat de taxus ook prikkelende vluchtige oliën die verantwoordelijk kunnen zijn voor maag en darmklachten.

    Eigenschappen:

    De taxus is tweehuizig, d.w.z. dat zich mannelijke vrouwelijke bloemen aan afzonderlijke bomen ontwikkelen. De mannelijke (geschubde) zitten aan de onderzijde van de takken in grote hoeveelheden, terwijl de vrouwelijke voortkomen uit kleine, eivormige knoppen aan de toppen van de kortere takken. Zij geven een kleverige druppel af die het rondzwevende stuifmeel opvangt.
    De zoete, rode besjes worden vooral door vogels gegeten

    Vermeerderen :
    Het giftige pitje wordt niet verteerd, maar uitgepoept. Als het in goede aarde valt, ontkiemt er een nieuw taxusboompje. De felrood gekleurde zaadrok (het besje) is trouwens het enige gedeelte van de boom dat niet giftig is.

    Soorten :
    Er bestaan vele cultuurvariëteiten.

    Met opgaande takken: Taxus baccata’Fastigiata’, Taxus baccata’ Raket’.

    Met spreidende takken: Taxus baccata ‘Dovastonii’, ‘Summergold.

    Met korte naalden: Taxus baccata ‘Adpressa’.

    Met gekleurde naalden: Taxus baccata ‘Semperaurea’.

    Geschikt voor de tuin zijn ook de Japanse Taxus cuspidata, , Taxus media ‘Hicksii’.

    Snoeien :
    Een taxushaag wordt meestal maar één keer in de zomer in vorm gesnoeid. In tuinen kunnen ook blok- of ronde vormen gemaakt worden. Taxus houdt er niet van als honden en katten tegen hem plassen. Scheuten en bladeren worden ervan geel en kunnen afsterven.

    Weetjes :

    Het woord taxus is afgeleid van het Griekse taxon wat boog betekent, want van taxushout werden bogen en schilden gemaakt. Van taxus is het woord toxisch afgeleid. Het verwijst naar de giftige delen van de boom. Anderen beweren dat taxus komt van het Latijnse texo wat weven betekent. De taxusbast werd vroeger namelijk ook gebruikt voor weef-en vlechtwerk. Baccata duidt op de rode schijnbessen.

    Taxus en jeneverbes vormen geen kegels. Hun zaden hebben een omhulsel dat op een besje lijkt. Men spreekt over zogenaamde schijnbessen omdat het zaadje in dit omhulsel verstopt ligt.

    De venijnboom is giftig. Ook vee wil wel van de venijnboom eten en wordt dan dood gevonden. (Het rode vruchtvlees is in het geheel niet giftig. Het smaakt heel zoet, op de rand van weeïg. Nooit op de harde pit bijten of de pit inslikken! Tegen kinderen zeggen dat alles giftig is, is wellicht het verstandigste.) Ook bij het zagen en de verwerking dient men er rekening mee te houden dat het stof van de venijnboom giftige bestanddelen bevat.

    De oudste taxus van België staat op het domein van het kasteel van Valduc in het Waals-Brabantse Hamme-Mille. Hij zou zowat 770 jaar zijn.

    Ziekten :
    Taxus heeft wel eens last van mijten (rondkopziekte), waardoor scheuten misvormd raken en knoppen niet uitlopen.

    De taxuskever (lapsnuittor) vreet aan de naalden en knoppen, de witte laven aan de wortels. Daardoor kan taxus afsterven. Spuiten met een biologisch afbreekbaar middel kan de schade beperken.

    Slecht groeiende venijnbomen in natte grond worden makkelijk aangetast door wortelrot veroorzaakt door Phytopthora, een schimmel. De taxuskever vreet aan de bladranden van de taxus. De larve vreet niet alleen aan de wortels van de venijnboom, maar ook aan die van vaste planten

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (18 Stemmen)
    23-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerria japonica
     

    Kerria japonica


    Botanische naam  : Kerria japonica
    Nederlandse naam : Ranonkelstruik
    Herkomst         : China
    Bijzonderheden   : groene twijg, invriezend, wortelopslag
    Grondsoort       : alle, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw, zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, tuinen
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : breed
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : kleurig

    Standplaats:
    De ranonkelstruik is een zeer taaie, geheel winterharde, inschikkelijke plant die gedijt in elke vochtige, goed doorlatende grond in gefilterd licht.
    De ranonkelstruik groeit zowel in de volle zon als in halfschaduw.
    In de volle zon verkleuren de bloemen echter.

    Kenmerken:
    Bladkleur : groen
    Wintergroen : neen
    Bladeren : klein, spits ovaal, getand, met heel geprononceerde nerven aan groene takken. Verkleuren geel tot rood in de herfst.
    De struik heeft dunne, groene takken en lancetvormige, dubbelgezaagde bladeren, die pas na de bloei verschijnen. De hoofdbloei van de ranonkelstruik valt in de periode mei en juni en opnieuw in de periode augustus en september. De plant heeft gele, meestal gevulde, 2,5-3 cm grote bloemen. De eetbare vruchten lijken veel op frambozen.

    Bloemen :
    Bloemkleur : goudgeel in maart - mei
    dubbele bloemen, die massaal de overhangende takken bezetten en voor het blad verschijnen. De bloeit gaat in bescheiden vorm door tot een stuk in de zomer.

    Planten :
    Standplaats lichtbehoefte: zon
    de plant heeft mooie herfsttinten
    geschikt voor groepsbeplantingen
    geschikt voor gebruik in wilde tuinen of natuurtuinen
    geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema
    deze plant vraagt of gedijt goed op vochthoudende gronden

    Eigenschappen:
    een echte bloeikampioen, die zelfs de meest schaduwrijke plek doet oplichten. In de herfst verliest de struik z'n blad, maar de twijgen blijven geelgroen. Vormt heel makkelijk uitlopers

    Vermeerderen :
    Door het afnemen van wortelscheuten in de zomer.
    Door delen in de herfst.
    Deze struik groeit door uitlopers en neemt elk jaar meer ruimte in beslag. U kunt met een schop wat van de wortels afsteken om hem in toom te houden.

    Soorten :

    »Kerria japonica 'Picta' gevlekte bladeren en lagere groei

    »Kerria japonica 'Pleniflora'

    »Kerria japonica 'Variegata'

    Snoeien :
    Het snoeien van de ranonkelstruik luistert niet zo nauw. Waar een stengel wordt teruggeknipt, loopt die later weer vrolijk uit. Heel oude stengels kunnen beter geregeld worden weggeknipt

    Snoei indien nodig na de eerste bloei. U kunt de takken afknippen tot net boven de grond.


    Weetjes :

    De bloemen in knop van Kerria lijken gele pompons

    William Kerr, de tuinman van de Royal Botanical Gardens in Kew ontdekte in China in 1804 een dubbelbloemige variant van de ranonkelstruik (Kerria japonica 'Pleniflora'). Zowel de (mooiere) enkelbloemige als de dubbelbloemige ranonkelstruik bloeit in de vroege lente


    Verzorging:
    Overbemesting leid tot excessieve groei en weinig bloemen
    Het snoeien van de ranonkelstruik luistert niet zo nauw. Waar een stengel wordt teruggeknipt, loopt die later weer vrolijk uit. Heel oude stengels kunnen beter geregeld worden weggeknipt. Wil je in één keer de struik verjongen, dan kan met een gerust hart alles bij de grond worden weggeknipt. De ranonkelstruik vormt worteluitlopers. Met een spade kan overtollige opslag worden verwijderd. De afgestoken stengels met wortels kunnen worden uitgeplant. Er vormt zich dan een nieuwe struik


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (19 Stemmen)
    21-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Euonymus alatus
    EuonymusPlanipes4septVN














    Euonymus alatus


    Botanische naam  : Euonymus alatus
    Nederlandse naam : Kardinaalsmuts, -hoed
    Herkomst         : Oost-Azié
    Bijzonderheden   : herfstkleur rood, kurklijst, 2-huizig
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, tuinen
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : bol
    Bloeikleur/vorm  : geel, groen, onopvallend
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : herfstkleur, bladverliezend
    Vrucht           : oranje, rood/bruin
    Twijg/stam       : kurk


    Standplaats:
    Zon of halfschaduw. Verdraagt schaduw.Goed doorlatende grond. Niet te droge, maar ook niet te vochtige grond.Groeit op vrijwel elke grond maar voorkeur voor vruchtbare grond.

    Euonymus alatus is zeer winterhard en een gemakkelijke plant die op elke grond soort groeit. Ook hoeft hij bijna nooit gesnoeid te worden, wilt u toch wat oude takken weg halen kunt u dat het beste laat in het voorjaar doen.

    Kenmerken:
    Dit is een dicht vertakte bijna ronde struik met een gedrongen groei die tot 2 meter hoog kan worden. De twijgen zijn voorzien van 4 bruine kurklijsten, vandaar de bijna vierkante takken. Het blad is lichtgroen van kleur, langwerpig rond en 3 tot 5 cm. lang. In de herfst verkleuren de bladeren heel attractief van oranjerood tot geel. Bij deze plant groeien er nauwelijks of geen vruchten aan de takken

    Kenmerkend zijn de waaiervormig geplaatste, vrijwel horizontaal groeiende takken. Bladeren groeien regelmatig tegenover elkaar langs de jonge stengels. Overjarige twijgen zijn bezet met kurklijsten en dragen vrijwel geen blad

    Bloemen :
    Bloemkleur : groen
    Bloeiperiode : mei - juni
    Bloemen : klein, in onopvallende groepjes

    Het mooiste aan de Euonymus Alatus is de schitterende, fel rode herfstkleur, waar u van kunt genieten tot de eerste nachtvorst. Na die nachtvorst dwarrelen de blaadjes massaal van de plant af, waarna de mooie kurklijsten op de takken weer zichtbaar zijn.

    Planten :
    groep,solitair ,bermbeplanting, woon- en werkomgeving, rotonde

    Eigenschappen:
    zeer decoratief, bolvormig. Prachtige solitair

    Gebruik :
    De Engelse en Duitse naam duidt erop dat men vroeger van het hout spindels voor spinnewielen vervaardigd heeft. Het oud-Engelse woord prick-wood en prick timber heeft te maken met het gebruik van het hout als vleespennen. Het hout is zeer geschikt om er houtskool van te maken.

    Uit de oranje schillen van de zaden bereidde men een luizendodend middel en kleurstof. Het taaie, gele hout met fijne poriën is kernloos en geschikt voor draaiwerk, de bouw van muziekinstrumenten en om zijn mooie kleur als inleghout.

    De bast bevat guttapercha, de voorloper van rubber. Men gebruikte het melksap als zodanig. In schors en vruchten zit de giftige stof euonymine. Konijnen, geiten en ezels hebben er geen last van.

    Vermeerderen :
    Vermeerderen door zaad doch stekken is gebruikelijker,Door winterstek

    U kunt kardinaalsmuts zaaien door de witte pit die zich in het oranje velletje bevindt direct na de oogst in de grond te stoppen. Het is veel gemakkelijker om enkele gezonde takken af te snijden en in vochtige grond te stekken. Zij zullen evengoed wortelen als stekken van meidoorn en vlier.

    Soorten :
    Euonymus alatus 'Compactus'

    Weetjes :

    Tegen het einde van het voorjaar draagt hij kleine, geel/groene bloemen in onopvallende groepjes en tegen de herfst gaan de kleine, paarse, vierlobbige vruchten open en tonen hun oranjerode zaden

    Euonymus alatus is inheems in Japan en komt ook veel voor in China en Korea. Het is een sterk vertakte struik, die ongeveer 1m75 hoog en breed kan worden. De takken groeien nagenoeg nooit rechtop maar verkiezen een horizontale groeiwijze.

    De bijzondere takken van deze heester spreekt veel mensen aan. De Euonymus alatus vormt namelijk 4 kurklijsten aan zijn groene takken, die recht tegenover elkaar staan.

    Kardinaalsmuts is een (meestal) bladverliezende inheemse heester, een sieraad in de tuin, vooral in herfst en winter. Tijdens een herfstwandeling kunnen we genieten van de karmijnrode kleur van de bladeren en de openspringende kleppen van de vruchtjes, waaruit oranje zaden te voorschijn komen. Vogels zijn er dol op!

    De Nederlandse naam heeft betrekking op de vorm en de kleur van de vruchten, die op een kardinaalsmuts lijken.

    De Engelse naam duidt op het gebruik van het hout voor spindels. Het Latijnse woord betekent ‘de Europese te goeder naam bekend staande plant’, wat ironisch bedoeld is. Gezinspeeld wordt op het gif van de vruchten dat vroeger gebruikt werd om hoofdluizen te bestrijden. In Nederland en België komen wij kardinaalsmuts tegen in haagbeukbossen, langs oude beken en vooral in de duinen van Noord- en Zuid-Holland.

    Kardinaalsmuts werd vaak in parken en plantsoenen aangeplant. Tegenwoordig is men er i.v.m. de giftigheid van de bessen voorzichtig mee.

    Ziekten en plagen :
    Kardinaalsmuts wordt soms belaagd door de rupsen van de stippelmot (ponomenta cagnagellus) die een struik geheel kaal kunnen vreten. De mot weeft tussen de takken talloze spinsels die geel met zwart gespikkelde rupsen herbergen. Tijdens de nazomer zitten de daaruit voortgekomen vlindertjes, wit met zwarte stippen, op de bloemen in de tuin, bv. op de gulden roede. Kaalgevreten struiken ontwikkelen snel weer nieuwe bladeren en staan er na het Sint-Janslot (nieuw groeiimpuls na 24 juni) weer florissant bij.

    Verder zijn het wilde konijnen die zich tegoed doen aan de schors van de kardinaalsmuts, vooral tijdens de wintermaanden. Maar ook van deze schade komt de struik weer bij door nieuwe scheuten te vormen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (10 Stemmen)
    17-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Buxus sempervirens

    DOSSIER BUXUS
    Buxus sempervirens


    Botanische naam  : Buxus sempervirens
    Nederlandse naam : Palmboompje
    Herkomst         : Middellandse zeegebied,Klein-Azié
    Bijzonderheden   : geschikt voor knipvormen
    Grondsoort       : alle, humeus, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw, zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : randen/hagen, tuinen, wintergroen
    Hoogte           : 2.00-3.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : groen, onopvallend
    Bloeitijd        : april, mei
    Blad             : wintergroen

    Standplaats:
    Buxus stelt weinig eisen aan de grondsoort of standplaats, kan zowel in volle zon als in half schaduw goed gedijen. Belangrijk bij het planten is wel een goede grondbewerking, voldoende diep spitten om storende bodemlagen te doorbreken, een humusrijke grond toevoegen en voor voldoende kalkbemesting zorgen.

    Kenmerken:
    Bloemkleur   : geelgroen
    Bloeiperiode : mei -
    Bloemen      : kleine bloemen in de bladoksels
    Bladkleur     : groen
    Wintergroen : ja
    Bladeren      : kleine, leerachtige bladeren. Giftig bij inname.
    Vruchten      : kleine zaaddoosjes. Giftig.

    Planten :
    Bij het aanplanten van buxus dienen de planten dan ook uit de pot verwijderd te worden. Dan heeft u twee mogelijkheden: de buxus planten - aanplanten in volle aarde of overplanten in pot.

    Aanplanten in volle grond
    Buxus planten in volle grond , planten doe je best in het voorjaar (maart-april) en vanaf september tot de vorst invalt.
    Graaf een geschikte grote kuil of sleuf. De minimumafmeting is altijd minstens het dubbele van de kluit. Algemeen bekend : hoe groter het plantvak, hoe beter voor de plant, want de wortels
    kunnen dan uitgroeien en de plant kan voldoende voedsel en water opnemen. Vermeng de uitgegraven grond met 1/3 deel turf of humus en wat (champignon-)mest. Voeg eventueel wat kalk toe (zeewierkalk in korrelvorm). Wanneer u in zware grond wil planten, meng deze grond dan met scherp zand (Rijn- of Maaszand). Buxus houdt van een losse en kalkrijke grond.

    Voor buxus planten geldt: investeer in goed grondwerk, want zelfs een plant met de beste kwaliteiten kan niet groeien in slechte of onvoldoende bewerkte grond!

    Overplanten in pot
    Onderworpen van de grootte van een buxus plant, kies je een gepaste pot. Welke pot je ook kiest bij het overplanten, zorg ervoor dat je degelijke potgrond gebruikt. De kans op problemen bij buxusplanten, te wijten aan bijvoorbeeld een tekort of een overmaat aan vocht, is in de pot dan ook heel wat denkelijker dan in de volle grond. Besteed daarom genoeg aandacht aan de kwaliteit van de potgrond. Niet alleen de voeding maar vooral de structuur van de potgrond is belangrijk. Deze grond bestaat uit een speciale mengeling waarin ook polymeren zijn verwerkt. In de handel zijn meststoffen te verkrijgen die 6, 8 of 12 maanden blijven werken. De keuze hangt af van de tijd die je aan je plant wil besteden. Buxus in pot kan je het hele jaar door planten.

    Bemesten :
    Wanneer beginnen met de bemesting van buxus
    In het voorjaar (einde februari - maart) beginnen om de buxus te bemesten.

    Niet te lang blijven doormesten is ook belangrijk, omdat de plant anders te lang doorgroeit en niet op tijd kan afharden voor de winter.
    Het is verstandig om met de laatste mestgift wat minder stikstof en wat meer kali te geven, dat is goed voor het afharden.

    Geschikte meststoffen
    Uiterst geschikte meststoffen hiervoor zijn kippenmestkorrels en koemestkorrels. kippenmest bevat veel kalk wat goed voor het pH gehalte, buxus heeft graag kalk. buxus is een echte veelvraat dus bij het uitstrooien niet te zuinig wezen. Andere meststoffen zoals bloed, beendermeel, champignonnenmest, wormenmest werkt ook goed.

    in gebruik een stuk duurder is buxus bemesting dewelke in de handel verkrijgbaar is, maar deze is dan ook uiterst geschikt en afgestemd op zijn behoeften.

    Staat de buxus in een kuip, geef dan tussen april en september ten minste driemaal een in water opgeloste voedingsstof: een samengestelde organische meststof, bloed- of beendermeel of Viano.

    Problemen door verkeerde bemesting van buxus
    Bij gebrek aan vocht- of stikstof kunnen de bladranden geel worden. Heeft u uw buxus wel stikstof gegeven, kan een te droge grond of potkluit de oorzaak zijn dat de plant de stikstof niet op kan nemen. Daar heeft de plant water voor nodig. Voor de magnesiumbehoefte kunt u kieseriet meststof geven. Deze werkt minder snel als bitterzout en kan eventueel uit voorzorg jaarlijks een keer in het voorjaar worden gestrooid. Uw buxus blijft dan prachtig donkergroen.
    U kunt in het voorjaar een wat grotere voorraadbemesting geven met kieseriet en gedurende het groeiseizoen dat regelmatig in kleinere hoeveelheden herhalen.

    Soms heeft buxus gebrekverschijnselen die niet met bemesting op te lossen zijn. Als de grond verslempt en te nat is, omdat de grond extreem bewerkt is b.v. door diepspitten of de structuur van de grond is vernield door zware machines of er is veel of allemaal nieuwe grond in uw tuin gereden. Als die grond te lang ergens op een grote hoop gelegen heeft, kan het bodemleven te laag zijn of zelfs bijna afwezig zijn en dat bodemleven is erg nodig voor de mineralisatie van de mest en het luchtig houden van de grond. Als er te weinig lucht in de grond zit stikken de wortels.

    Werkzame bestanddelen:
    vroeger werd over “buxus” geschreven als middel tegen ziektes. Recepten tegen schurft, jicht en ogenlijden vindt men al bij Hildegard von Bingen (1098-1179). Maar een verwittiging is hier op zijn plaats: dekte het woord “buxus” bij Hildegard de echte buxus? In Frankrijk werd buxus voorgeschreven bij een typisch Frans lijden: “leverluiheid” en tegen griep en zelfs als haargroeimiddel die de haren rood of geel maakte (Fuchs 1549 en 1558). Dit laatste werd ook in Italië beweerd. Fuchs en Matthioli (1653) gingen een stap verder en vertelden dat een boerin eruit zag als een apin nadat ze buxusextract had gebruikt. Vanaf de 16e eeuw werd ook ‘buxus’ als middel tegen syfilis ingezet. Tegen tandpijn en buikpijn werd in Frankrijk buxussap gebruikt. Lobelius (1570) beweerde zelfs dat hij iemand had zien genezen van pokken door buxus! Durante (1576) en Dodoens (1618) beweren dat buxussap helpt bij slangenbeten. Vreemd genoeg zei Fuchs (1549) voordien dat slangen zelf buxussap nemen bij een verwonding.

    In de hedendaagse Italiaanse 'fytotherapie' is de lijst van ziektes die behandeld zouden kunnen worden met onder meer buxusextracten zeer lang.

    Eigenschappen:
    de belangrijkste troef van de buxus is dat de plant wintergroen blijft. Deze zeer compacte, gesloten en donkergroene buxushagen zijn dan weer ideaal voor het afboorden van bloemborders. Door het aanplanten van buxushaagjes verkrijg je het hele jaar door bladhoudende structuren in de tuin. Je kunt uiteraard ook dergelijke structuren in de tuin aanbrengen met groenblijvende liguster of met lonicera, maar die moet je dan wel veel vaker snoeien aangezien deze veel sneller groeien dan de geliefde buxus. Buxus groeit niet zo snel en is daardoor de ideale plant voor laagblijvende haagjes en voor het vormen van figuren, bollen, kegels en spiralen.

    Vermeerderen :
    Buxus vermeerderen door het nemen van stekken
    Buxus of de boordpalm kan je zeer gemakkelijk vermeerderen door het nemen van stekken.
    Neem een goed afgerijpte stek vanaf september tot maart. De stek moet ongeveer 10 centimeter lang zijn. De onderste 3/4 van de stengel wordt van bladeren ontdaan. Dit kan met een scherp mesje worden gedaan. De stekken hebben best een donkergroene kleur met wat vertakkingen, maar ook zonder vertakkingen gaat het prima.

    In een piepschuim bakje gaat dit uitstekend maar voorzie toch een paar gaten in de bodem. Vul het bakje met stekgrond tot 1 cm onder de rand. Aandrukken en water geven. Nu bent u klaar om de stekken te plaatsen.

    De stekken zijn best van het zelfde formaat. Plaatst nu de stekken zo dicht mogelijk bijeen dit bevordert de wortelvorming. In zo een kistje kunnen wel 250 stekken of meer. Stekpoeder is voor buxus niet nodig.

    De hele winter staan de bakken met stekken gewoon op een beschutte (niet te donkere) plek achter in de tuin.

    Ook in de koude serre gaat het prima maar altijd uit de volle zon ook in de winter.

    De stekplanten kunnen prima overwinteren buiten

    Snoeien:
    Tegenwoordig tref je in elke tuin wel ergens buxus aan. Het is dan ook een plant met verschillende goede eigenschappen. De belangrijkste zijn wellicht dat buxus wintergroen is, niet snel groeit en zich gemakkelijk leent voor figuren en hagen. Deze zeer compacte, gesloten en donkergroene hagen zijn dan weer ideaal voor het afboorden van bloemborders.
    Om mooie strakke haagjes te bekomen dien je buxus toch minstens twee maal per jaar te snoeien. Snoei je maar één keer dan bekom je een losse, minder stevige plant die in de winter de sneeuwlaag niet kan dragen.

    De eerste snoeibeurt mag vanaf eind mei tot eind juni.

    De tweede snoei kan dan best volgen vanaf half augustus tot halfweg september. Wanneer U toch nog later zou scheren, weet dan dat de nieuwe takjes die nog voor de winter gevormd worden onvoldoende kunnen verhouten tegen dat het begint te vriezen. De kruidachtige jonge takjes zullen de eerste vorst dan ook moeilijk kunnen trotseren.
    Bij het snoeien van buxus wacht je best tot het een bewolkte dag is. Als je een buxushaag op een warme takjes en de bladeren hebben na het snoeien open wondjes waarlangs bij warm weer veel water kan verdampen. De bovenste bladeren zullen uitdrogen en geelbruin verkleuren wat de buxus een stuk minder mooi maakt. Aangezien buxus niet zo snel groeit zal het een heel tijdje duren vooraleer de haag terug mooi is.

    Om de snijwondes zo gaaf mogelijk te maken gebruik je best een goed geslepen manuele heggenschaar. Het spreekt voor zich dat de wondes bij gebruik van een elektrische of motorhaagschaar ruwer zullen zijn. Dit kun je een beetje vergelijken als het afrijden van gras met een messenkooimaaier die het gras afsnijdt tov een cirkelmaaier die het gras afslaat.

    Voor het scheren spuit je de buxus eerst nat zodat de schaar nog soepeler doorheen de takjes kan glijden. Dit is beter voor uw armen en voorkomt ook weer verbranding van de gesnoeide toppen.

    Indien de zon de dagen na het scheren toch vrij hevig en fel is dan kun je alsnog de buxus afdekken met een vliesdoek.
    Lange hagen kun je best scheren met een elektrische of een motorhaagschaar die goed gezet is (scherp). Dit levert een zeer mooi en strak resultaat op.
    Als snoeigereedschap kun je naast de manuele heggenschaar gebruik maken van een elektrische of een motorhaagschaar of een speciale buxusschaar.

    Buxusvormen worden vaak tot drie maal per jaar geschoren om de structuur van de vorm goed te laten uitkomen. Hierbij snoei je voor de eerste keer begin mei, de tweede keer eind juli en de derde keer begin september.

    Soorten :
    Totaal zijn er meer dan zestig soorten Sempervirens bekend, waarvan er tien soorten actief worden verkocht.

    Buxus sempervirens
    Deze soort is alom bekend als gewone buxus. De plant wordt meestal op één of andere manier in een keurslijf gedwongen door snoei. Dat gaat van snoei als haag, als over snoei in eenvoudige geometrische vormen tot de meer ingewikkelde topiaries maar ook als solitair.

    Buxus microphylla ‘Faulkner'
    Een bossige, breed uitgroeiende struik met mooie ronde olijfgroene, glanzende bladeren. Door zijn los vertakte groeiwijze is hij zeer geschikt voor het vormen van bollen en blokken. Is niet gevoelig voor tal van wortelziekten. De winterverkleuring die soms optreedt, heeft vooral te maken met de voedingstoestand van de bodem. Als die voldoende hoog blijft, zal de plant minder of niet verkleuren.

    Buxus sempervirens ‘Ingrid' ;
    Is een laagblijvende compacte struik met blauwgroene grote ronde bladeren die dicht bij elkaar staan ingeplant. Hij groeit wat sneller, maar blijft even compact en kan dus gebruikt worden als goed alternatief voor de ‘Suffruticosa ‘.

    Buxus sempervirens ‘suffruticosa' ;
    Lage traaggroeiende bolvormige struik met lichtgroene kleine ronde zachte bladeren. Het jonge schot is vorstgevoelig. Deze buxus is na de gewone sempervirens het meest gebruikt en ook wel gekend onder de namen “Franse buxus, en dwergbuxus”. Suffruticosa wordt vooral gebruikt voor lage hagen (parterres) en bollen. Oudere planten hebben veel te lijden onder schimmelziekten door de dichte structuur van de plant. Deze soort groeit wel een stuk trager dan de gewone sempervirens wat hem interessant maakt omdat hij maar jaarlijks 1 snoeibeurt nodig heeft om hem mooi in vorm te houden.

    Buxus sempervirens ‘Rotundifolia'
    Opgaande losse struik met een veeleer stijve groei en grote ronde bladeren. Deze cultivar kan forse afmetingen bereiken en is zeer geschikt voor hoge hagen.

    Buxus sempervirens ‘Handsworthiensis' ;
    Stijf opgaande struik met harde, blauwgroene bladeren. Zeer geschikt voor hoge hagen en grote vormen.

    Buxus sempervirens ‘Elegantissima' ;
    Een kleine, bossige struik met kleine ovale, witbonte bladeren. Net door die kleine bladeren is dit één van de mooiste bonte buxussen en vooral geschikt voor lagere toepassingen.

    Weetjes :

    Buxus is een geslacht uit de buxusfamilie (Buxaceae). De planten kunnen makkelijk gesnoeid worden en of zeer laag gehouden worden (in formele tuinen bijvoorbeeld), of juist hoog opgroeien en in een bijzondere vorm gesnoeid worden.

    Buxus staat ook bekend onder de namen 'buksboom' en 'palmboompje'. Soms wordt de naam 'palm' gebruikt. Buxus heeft niets met palmen te maken. Buxus, vroeger ook wel 'bosseboom' aangeduid, wordt zeer vaak verkeerd behandeld. Te vaak wordt ervan uitgegaan dat buxus, meer bepaald Buxus sempervirens, een mediterrane oorsprong heeft. Daarom wordt even vaak geloofd dat buxus van een zonnige, droge plaats houdt.

    ziektes :
    Buxus is heden ten dage niet meer weg te denken in onze tuinen, ook de tuinarchitecten maken er veel gebruik van. Deze plant is m.a.w. de hit van onze tuin. Dit heeft hij vooral te danken aan zijn veelzijdigheid o .a .als haagplant, kuip- en terrasplant en natuurlijk ook solitair om in vormen te snoeien (dierenfiguren, kegels, bollen, spiralen,...) Men gebruikt hiervoor best een buxusschaar.

    Als we teruggaan in de tijd vinden we de buxus vooral terug aan pastorijtuinen of aan boerderijen, ook kent men ze traditioneel als de plant die gewijd wordt op Palmzondag en zo een gans jaar in de Christelijke huiskamers terug te vinden is. Deze kleine groene takjes zijn een heilig teken, herinnering aan Jezus van Nazareth, teken van vrede en verzoening.
    Wanneer de Buxus niet op de juiste plaats staat kunnen er zich problemen voordoen. Dit kan men voorkomen door de Buxus op een kalkrijke, voedzame bodem te planten, liefst in de halfschaduw. Ook een goede waterhuishouding is noodzakelijk!

    1. Groenaanslag
    Dit wordt veroorzaakt door wieren of algen die de huidmondjes verstoppen waardoor de planten minder goed gaan groeien en er niet fris uitzien. Dit is te wijten aan een verkeerde standplaats, zoals teveel schaduw, niet opdrogen van de blaadjes door een te lange vochtigheid.

    2. In bloei schieten en gele bladrand
    Dit is vooral te wijten aan gebrek aan meststof en kalk. Door de planten bij te mesten met veel stikstof kan men de armoedige plantjes nieuw leven geven. Dit komt vooral voor bij Buxus in pot en slechte grondsamenstelling. Planten die constant met natte voeten staan vertonen hetzelfde beeld en geven een bruingroene kleur. In de handel vindt men speciale buxusmeststoffen.

    3. Takkenbreuk
    Soms ziet men bruinachtige, dode takken, dit is geen ziekte, maar is meestal te wijten aan een bruusk kontakt, denkt men hieraan aan grasmaaien, spelende kinderen, loslopende huisdieren enz. ….. Onze lieve viervoeters kunnen ook schade aanbrengen door onze buxushaag voor een urinoir te aanzien waardoor de blaadjes verbranden, dit wordt nog erger bij felle zon.

    Door een aantal gepaste maatregelen kan de ziektedruk fel verminderd worden.

    •Een goede hygiëne is aanbevolen maar is geen garantie om de ziektes tegen te houden. Vermijd contact tussen besmette planten en gezonde planten.

    •In tuinen met automatische beregening is het beter om, in droogteperiodes, 1 keer per week veel water te geven dan alle dagen te sproeien. Op deze manier kunnen de planten beter opdrogen en zal de schimmel minder kans maken. Ook het gebruik van druppelbevloeiing is aan te bevelen.

    •Ook oordeelkundige bemesting kan heel wat leed voorkomen. Planten die op een rustige manier groeien, blijken minder gevoelig voor aantasting.

    •Ook de manier waarop we Buxus gebruiken, heeft een grote invloed op het voorkomen van deze ziektes. Dichte massieven, geschoren vormen en wolken zijn veel gevoeliger voor aantasting dan natuurlijk gegroeide struiken. In zulke tuinen is wat extra zorg dan ook zeker aangewezen

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (18 Stemmen)
    14-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Salix integra
     

    Salix integra
    ´Hakuro-nishiki´


    Botanische naam  : Salix integra ´Hakuro-nishiki´
    Nederlandse naam : geoorde wilg
    Familie          : Salicaceae
    Bloeitijd        : 3-4
    Bladeren         : witgevlekt, roos bij uitlopen
    Eindhoogte       : 175 cm / 200 cm
    Groeiwijze       : Ronde kroon
    Bloemkleur       : Rood
    Winterhardheid   : Normaal winterhard
    Wintergroen      : Nee
    Bloeitijd        : Maart
    Grondsoort       : Vochtig,Alle grondsoorten
    Standplaats      : Halfschaduw,Zon


    Andere gebruikte benamingen: (Salix integra albomaculata, Salix integra ´Fuiri-koriyanagi´)

    Standplaats:
    Standplaats lichtbehoefte zon, halfschaduw

    Kenmerken:
    Deze populair geworden sierwilg valt op door zijn witgevlekte bladeren tegen een grijsgroene achtergrond (nog te herkennen in de oude benaming Salix integra albomaculata), die bij het uitlopen in het voorjaar, naar schitterend roos verkleuren en daardoor een afwisselende kleurschakering in de tuin kunnen brengen. Tegenoverstaande, dunne, lijn-lancetvormige bladeren

    Bloemen :
    deze wilg vooral mooi vanwege de purperrode kleur van de uiteinden van de twijgen. Meer naar het hart toe zijn de twijgen lichtgroen. In februari - april steekt de bladkleur opvallend af tegen die purperrode kleur

    Planten :
    Salix 'Hakuro-nishki' is heel geschikt voor op het balkon of in een kleine tuin. De struik wordt op stam aangeboden en is meestal niet hoger dan één tot anderhalve meter.
    Het planten : Met een kluit: maak een plantgat van minimaal 2x de breedte en de hoogte van de pot. Meng potgrond in het plantgat. Plaats, indien nodig, een boompaal in het plantgat. Verwijder de plastic pot. Plant met water goed aangieten. Een vaste kluit los maken. Plaats de potkluit in het plantgat. De bovenkant van de kluit gelijk houden met de grond. Trap de aanvulgrond stevig aan. Hierna flink water geven. Na het planten bemesten met gedroogde stalmest of kunstmest op de grond rond de stam. Plaats indien nodig een boompaal! Het eerste groeiseizoen, van april tot eind juli, iedere week water geven. Planten met kale wortel: de wortels enige uren water laten opzuigen en de plant met natte wortels planten.

    Gebruik :
    Solitair,Potten en bakken,Balkon

    Eigenschappen:
    Decoratieve bladeren , Decoratieve vorm

    - geschikt voor gebruik in de rotstuin
    - exotische aandoende plant voor gebruik in potten, bakken, terraskuipen edm.
    - geschikt voor gebruik in de vijvertuin
    - geschikt voor groepsbeplantingen
    - geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema
    - deze plant vraagt of gedijt goed op vochthoudende gronden

    Vermeerderen :
    Wordt geënt op verschillende stamhoogtes: 40, 60, 80, 120, 125 en 150 cm. De standaard enthoogte is 120 cm.

    Weetjes :
    Salix integra ´Hakuro-nishiki´is meestal te vinden als een klein stamboompje. Hij werd door Nederlandse plantenzoekers in Japan ontdekt en meegenomen naar Europa.

    Salix integra ´Hakuro-nishiki´ is ook sierlijk in de winterperiode met zijn de mooie, rode decoratieve takken. Door zijn beperkte omvang geschikt voor alle tuinen.

    Kan best jaarlijks gesnoeid worden omdat de tint bij oudere planten afneemt. Windgevoelig. Voorzie een steunstok of steunpaal.

    Bontbladige dwergwilg ook leuk als klein haagje!. De hoogte na 10 jaar is 250 cm. Het blad is rosebont. Deze plant is zeer winterhard.

    Ziekten en plagen:
    Het witgetint blad is gevoelig voor zonnebrand. Daarom bij voorkeur op licht beschaduwde en koele plaats planten. Bij toepassing in kuipen of bakken moet er zeer regelmatig water worden gegeven.

    Bladeren of bloemen worden door rupsen kapotgevreten. De verscheidene rupsensoorten zijn verschillend qua grootte en kleur. U treft ze reeds aan vanaf de maand juni, tot ver in de maand oktober. Naargelang de soort rups varieert de beschadiging: wegvreten van de rand, vreten van gaten, vensters of geraamten.

    Snoeien ;
    Deze heesters bloeien vroeg in het voorjaar tot mei op het hout dat het vorige jaar is gegroeid. Snoeien is niet noodzakelijk. Als u de plant jong en fris wilt houden dan is snoeien wel nodig. Dit noemen we verjongingssnoei. Eerst snoeit u alle dode en zieke takken terug tot op het gezonde hout. Hetzelfde doet u bij alle gebroken en schurende takken. Als u dit niet doet dan is er een kans dat door een schurende tak er een wond ontstaat waardoor er meer kans is op ziektes. De gezonde takken snoeien we tot op 1 derde terug. Zorg wel dat u boven een knop snoeit want hier komt de nieuwe scheut uit. Hoe dan ook: probeer zoveel mogelijk de vorm van de plant te behouden. We snoeien deze struiken het liefst zo snel mogelijk na de bloei terug. Let op! Deze planten moeten voor de langste dag (21 juni) gesnoeid worden. Anders heeft de plant te weinig tijd om nieuwe knoppen te maken op het jonge hout. Na de snoei krijgt de plant nieuwe scheuten die het volgende jaar weer zullen bloeien. Gebruik voor snoei en onderhoud altijd goed en degelijk gereedschap. Zorg ervoor dat uw snoeischaar altijd scherp en schoon is. Dit voorkomt rafelige snoeiwonden en ziektes.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    13-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pieris japonica
     

    Pieris japonica

    Botanische naam  : Pieris japonica
    Nederlandse naam : Rotsheide
    Herkomst         : Japan
    Bijzonderheden   : bruin uitlopend, hangende bloempluim
    Grondsoort       : humeus, veen, kalkarm
    Vochtbehoefte    : normaal, nat
    Licht            : schaduw, half schaduw, zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : solitair, tuinen, heidetuinen, wintergroen
    Hoogte           : 1.00-2.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : maart, april
    Blad             : wintergroen


    Standplaats:
    Rotsheide houdt van een humusrijke, zure plek in de halfschaduw, bv. onder een hogere heester of boom.

    Kenmerken:
    Donkergroen, leerachtig, smal ovaal. Jonge bladeren zijn rood of bronskleurig.
    Bladhoudend, wintergroen.
    Eind maart; begin april gaan de hangende witte kelkjes open. Het zijn klokjesachtige bloemen die een beetje aan een koeienbel doen denken
    Het mooie van de rotsheide is dat de struik tot aan de grond bebladerd blijft. Je moet hem daarom ook nooit snoeien. In combinatie met rododendrons is hij een lust voor het oog.

    Bloemen :
    Afhankelijk van de soort zijn ze wit, roze, of rood.
    Na de lentebloei loopt rotsheide met koperkleurig, rood, roze of geelgroen jong schot uit. Het lijken wel bloemen
    Witte urnvormige of klokvormige bloemen in hangende eindstandige pluimen of trossen.
    De bloempjes zelf lijken een beetje op een meiklokje of lelietje-der-dalen.
    De bloemen worden in de voorafgaande herfst gevormd en overwinteren in knopstadium.

    Planten :
    De rotsheidesoorten worden bij een goede verzorging zelden of nooit door ziektes aangetast. Staat hij in te voedzame grond, dan kan wel eens de bodemschimmel Fusarium of Verticillium toeslaan waardoor de planten in korte tijd verwelken.

    Eigenschappen:
    De blaadjes die in het begin zacht zijn, worden langzamerhand leerachtig en staan in kransen rond de twijgen. Ze zijn diep- of lichtgroen. Er komen ook soorten voor die langs de bladrand gele of geelwitte lijnpatronen hebben. Het hele jaar door komen er nieuwe blaadjes bij, waardoor de plant nooit saai is.
    Rotsheide groeit langzaam. Hij doet er vaak 10 jaar over om 11/2 m hoog te worden. Dus past hij in het kleinste tuintje.

    Vermeerderen :
    Door zaaien,
    De bloeitijd is in april en mei. De bloemen zijn klokvormig en 0,5-1,5 cm lang. Aan elk uiteinde van een tak hangen meerdere bloemtrossen van 5-12 cm lang. De vrucht is een droge vrucht met daarin enkele zaden.

    Soorten :
    In Nederland en België worden 5 pierissoorten en ruim tachtig cultivars en variëteiten aangeboden.

    Enkele witbloeiende rotsheidesoorten:

    --Pieris japonica ,
    --Pieris jap. ‘Variëgata’,
    --Pieris jap. ‘Flamingo Silver’,
    --Pieris jap. ‘White Pearl’,
    --Pieris floribunda,
    --Pieris jap ‘taiwanensis’,
    --Pieris jap. ‘Prelude’.

    Enkele rood en roze bloeiende rotsheidessoorten:

    --Pieris japonica. ‘Valley Rose’
    --Pieris japonica ‘Mountain Fire’
    --Pieris japonica ’Forrest Flame’,dicht vertakte heester tot 2.5m.
    Glimmend groen blad dat zeer mooi rood is bij het uitlopen.
    --Pieris japonica ‘Valley Valentine’.

    Een bijzondere cultivar is ‘Christmas Cheer’ die al midden in de winter enkele bloempjes opent .

    Cultivars van P.japonica:

    --'Cupido': breed opgaand, bossig groeiend. Via diep bruinrode knoppen in de winter naar roomwitte bloemen. Sterk vertakte trossen
    --'Debutante': zeer breed en compact groeiend. Zuiverwitte bloemen.
    --'Little Health': bolvormig, dicht compact groeiend. Witte bloemen in enigszins hangende korte trossen.
    --'Mountain Fire': tamelijk compact groeiend met witte bloemen in hangende trossen. Bloemknoppen in de winter paarsrood.
    --'Prelude': witte bloemen in opstaande trossen.
    --'Red Mill': zuiver roomwitte bloemen in sterk vertakte overhangende trossen.
    --'Rosalinda': lichtroze bloemen, bloemknoppen in de winter paarsrood.
    --'Sarabande': zeer breed en compact groeiend. Zuiver witte bloemen.
    --'Valley Rose': vrij hoog en los groeiend. Via zuiver roze naar witachtig roze bloemen. Knoppen in de winter bruinrood.
    --'Variegata': platronde bol, compact groeiend. Roomwitte bloemen met geelgroene kelk.
    --'White Cascade': goed vertakte opgaande struik.
    --'White Pearl': breed opgaand, compact, tamelijk laag. Witte bloemen.

    Weetjes :

    De oorsprongslanden van Pieris japonica zijn Japan en Himalaya. Hij groeit daar samen met rododendronsoorten op de mistige hellingen van het laaggebergte. Een andere soort, Pieris floribunda, is inheems in het Alleghany-gebergte in het zuidoosten van de V.S.

    Het woord pieris is afgeleid van pieriden, Griekse muzen. De Nederlandse naam rotsheide wordt zelden gebruikt. Onterecht want het geeft aan dat de struik zich goed voelt in een rotstuin waar o.a. heidesoorten en rododendrons groeien.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (10 Stemmen)
    12-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Ausblush'
     

    Rosa 'Ausblush'


    Botanische naam  : Rosa 'Ausblush' ('Heritage')
    Nederlandse naam : Engelse roos
    Herkomst         : Engeland
    Bijzonderheden   : citroenachtige geur
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : engelse rozen
    Gebruik          : groepen/vakken, randen/hagen, tuinen
    Hoogte           : 0.50-1.00 m
    Vorm             : breed
    Bloeikleur/vorm  : geurend, roze
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : doorns/stekels


    Standplaats:
    Tolereerd ook voedingsarme grond, de voorkeur gaat uit naar vruchtbare grond.

    Kenmerken:
    Aantrekkelijke, middelgrote, dichtgevulde, schalenvormige bloemen, zacht roze van kleur en sterk geurend.
    De plant groeit sterk en als struikgewas.
    Vast en ononderbroken en rijkelijk bloeiend.

    Bloemen :
    zacht roze

    Planten :
    Te gebruiken voor: sollitaire, groepen, bloempotten en als haag.

    Eigenschappen:
    Goede snijroos.

    Weetjes :

    --Om de bloeitijd en de gezondheid van de rozen te waarborgen, is het belangrijk dat de rozen in een humus-, voedindsrijke grond staan.

    --Ook is een afgewogen en regelmatige bemesting belangrijk voor een goede groei --Rozen zijn zonaanbidders en staan daarom het liefst op een zonnige, warme en luchtige plaats in de tuin.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Exochorda racemosa
     

    Exochorda racemosa


    Botanische naam  : Exochorda racemosa
    Nederlandse naam : Grootbloemspiraea, Parelstruik
    Herkomst         : China
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : humeus, kalkrijk
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : weinig gevoelig, gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, solitair, tuinen
    Hoogte           : 3.00-5.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : mei
    Blad             : bladverliezend


    Standplaats:
    Zon, Halfschaduw,Normale bodem
    Groeit op elke normale grond, maar best niet te kalkrijk.
    Teveel kalk in de bodem kan aanleiding geven tot gele bladeren.Zonnig en een beschutte plaats. Zorg voor een goed doorlatende grond, wintervocht vermijden.

    Kenmerken:
    Een opgaande struik met witte bloemen, enkel of dubbel.
    Ze kan 2 à 2,50m hoog worden.
    In de herfst verschijnen de bruinzwarte zaaddoosjes en ook het blad verkleurt dan mooi geeloranje.
    Haagplant, Opvallende vruchten, Opvallende bloemen, Solitairplant, In groep planten

    Bloemen :
    witte bloemen, enkel of dubbel in april, mei, juni
    De bloemknoppen zijn bijna rond en doen denken aan parels, vandaar de Nederlandse naam.
    Rijkbloeiend.
    Na de bloei is het raadzaam om de uitgebloeide takken terug te snoeien tot een sterke knop en om de 3 jaar de oude takken tot de grond weg te snoeien.

    Planten :
    Zowel als solitair als in groepen toe te passen.
    Kan ook gebruikt worden als achtergrondheester in de border.
    Bloeit ongeveer gelijktijdig met de magnolia.

    Eigenschappen:
    Exochorda is niet vatbaar voor ziektes, maar staat het liefst wel beschut.
    Ze zou niet geheel wintervast zijn maar deze winter (2008-09) heeft ze toch de -20°C zonder schade overleefd.

    Vermeerderen :
    door het nemen van zomerstek of door afleggen.

    Soorten :
    Er bestaan verschillende cultivars maar de meest bekende is

    -Exochorda macrantha 'The Bride', blijft lager namelijk 1 à 1,5m.

    Weetjes :

    Een verrassend voorbeeld van een echt uitbundige bloeier is de Exochorda macrantha 'The Bride'. Zoals de naam al verraadt, vormt deze struik een sluier van helderwitte bloemen, die mooi afsteken tegen het frisgroene blad.

    Een lichte, strak gevormde vaas vormt een mooie tegenhanger voor deze wat los groeiende struik met breed overhangende takken. Deze combinatie past ook prima in de voorjaarstrend van dit jaar, waarin bleke pasteltinten een belangrijke rol spelen.

    Ook is het belangrijk dat het overtollige water goed weg kan lopen. Planten houden niet van een te natte kluit. Zorg voor een goed afvoergat onder in de pot. Leg daarop een grote potscherf om te voorkomen dat het gaatje verstopt raakt met grond en wortels

    Snoeien
    Uitgebloeide scheuten na de bloei terugsnoeien tot een sterke knop. Om de 3 à 4 jaar enkele van de oudere takken tot bij de basis weg te snoeien. Dit stimuleert de vorming van nieuwe scheuten.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (22 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pittosporum tobira
     

    Pittosporum tobira


    Botanische naam  : Pittosporum tobira
    Nederlandse naam :
    Herkomst         : China, Japan
    Bijzonderheden   :
    Vochtbehoefte    : 's zomers rijkelijk
    Licht            : half schaduw, zon
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Blad             : wintergroen
    Vermeerdering    : stekken, zaaien
    Voedingsbehoeft  : om de week
    Overwintering    : temperatuur 4- 8 ø, temperatuur 8-12 ø, licht

    Standplaats:
    Zonnig of halfschaduw. Goed gedraineerde, humusrijke grond.
    verlangt een vruchtbare, goed humusrijke grond met een beetje klei daaraan toegevoegd. In de zomer moet de grond permanent vochtig zijn

    Kenmerken:
    Het fraaie, blad en de bloemen maken van deze plant een meer en meer toegepaste terrasplant.
    De plant is ook bij bloemschikkers geliefd omwille van het decoratieve, leerachtige blad.
    Pittosporum kan in de zomer buiten staan en is heel geschikt om op een balkon of terras te worden gehouden

    Bloemen :
    Bloeit in het voorjaar (april-juni) met witte stervormige en geurende bloemen (de geur doet aan die van
    sinaasappelbloesem denken).
    Na de bloemen verschijnen de harde ronde vruchten.

    Planten :
    In ons klimaat moet Pittosporum binnen op een vorstvrije plaats overwinteren

    Eigenschappen:
    Overwinter de plant op een lichte, koele (5-10°C) plaats.
    wintergroen
    decoratief
    geurend
    terrasplant
    donkergroen blad
    witte stervormige bloemen

    Vermeerderen :
    Door zaaien of stekken

    Soorten :
    Er zijn meer dan tweehonderd soorten. Ze zijn allemaal groenblijvend.
    Pittosporum tobira 'Variegatum' heeft eivormige bladen en is onregelmatig wit gerand.
    Pittosporum tobira 'Wheeler's Dwarf' is kleinbladiger dan de gewone soort

    Pittosporum tobira nanum – maximum hoogte 1,2m breedte 1m, zelfde kenmerken als hierboven , maar wel met effen groen blad Èn de struik is héél compact.

    Pittosporum tenuifolium, kleinbladige, kleine heester groeit tot 1m hoog en 0,8m breed, mooi olijkgroen blinkend blaadje, geschikt als heestertje in borders, klein haagje.

    Pittosporum tenuifolium ‘ Goldstar’ matig winterhard, groeit slechts 15 cm per jaar. Blad is zacht groen met crÍmegele rand . max hoogte 1m – breedte 0,80m

    Pittosporum tenuifolium ‘ Irene Paterson’ : eveneens een dwergvorm met na 5 jaar een hoogte van amper +- 70 cm . Dit is een bladhoudend, luchtig heestertje met zilverbont blinkend blaadje, met roomwitte bloei in mei en juni.


    Pittosporum heterofylum : bladhoudend, eerder zachtgroen, groeit ongeveer 25 cm per jaar. Bloemkleur zacht zwavelgeel in mei/ juni.

    Pittosporum parvilimbum ( geurend
    Bloeit wit in mei – juni, groeit slechts 10 cm per jaar, maar is héél zeldzaam.


    Weetjes :

    Algemene tips voor planten in potten:
    •neem een aangepaste potgrond die goed voorzien is van de nodige voedingsstoffen.
    Er zijn in de handel ook potgronden verkrijgbaar waaraan waterabsorberende polymeren zijn toegevoegd, waardoor de planten minder vaak water moeten krijgen.
    •zorg ervoor dat water steeds kan weglopen.
    De meeste soorten houden niet van natte voeten, dit kan wortelrot veroorzaken.
    •voor een goede drainage leg je onderaan de pot een laag hydrokorrels.
    •leg bovenop deze laag een vel antiworteldoek, vliesdoek of geperforeerd plastic zodat de grond van de korrels gescheiden blijft. Dit kan nuttig zijn bij het verpotten.
    •vul de potten met potgrond tot enkele centimeters onder de potrand. Zo kan het gietwater goed in de grond trekken.
    •wat water betreft hou je rekening met deze stelregel:
    hoe meer blad de plant heeft, hoe meer water er zal verdampen en hoe meer u zult moeten gieten.
    In dit verband is ook de standplaats belangrijk: op een warme plaats verbruikt de plant meer water dan op een koele plek. Een plant die op een winderige plaats staat zal ook meer water verdampen.
    •potplanten moeten hun voedingsstoffen uit een beperkte ruimte halen. Zorg dus dat er steeds voldoende voedingsstoffen aanwezig zijn.
    •afhankelijk van de soort kan verpotten in het voorjaar (april) nuttig zijn.

    Deze struik heeft glanzend groene en of meerkleurige bladeren afhankelijk van de soort , en kan 2m. hoog worden. De bladeren worden veel gebruikt in de bloemsierkunst. Aan het einde van het voorjaar vormen zich stervormige, roomwitte, geurende bloemen. Zijn natuurlijke groeiplaats is Japan en China. Hij gedijt op een zonnige standplaats en leent zich uitstekend voor vormsnoei. Op een beschutte plaats is hij volledig winterhard.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prunus triloba
     

    Prunus triloba


    Botanische naam  : Prunus triloba
    Nederlandse naam : Amandelboompje
    Herkomst         : Oost-Azi(in 't wild echter onbekend)
    Bijzonderheden   : op stam ge?t, bloem halfgevuld
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : solitair, tuinen
    Hoogte           : 0.50-1.00 m
    Vorm             : spreidend
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : april, mei
    Blad             : bladverliezend
    Vrucht           : rood/bruin

    Standplaats:
    De amandelboom is ook bij ons een opvallende voorjaarsbloeier. Hij groeit het beste op een beschutte plaats in de volle zon

    Bloemen :
    De bloemen van de amandelboom verschijnen in maart-april op de takken voor de bladontwikkeling. Snijtakken worden vaak in de bloemhandel aangeboden. Regelmatig wilde scheuten wegnemen. Na de bloei, omstreeks april-mei steeds kort insnoeien anders sterven oudere twijgen vlugger af.

    Planten :
    Prunus triloba en Prunus tenella zijn kleine sieramandelboompjes die graag in tuinen geplant worden om hun vroege en overvloedige bloei.

    Werkzame bestanddelen:
    In de natuurgeneeswijze wordt tegenwoordig bitteramandelwater (Oleum Amygdalarum aethericum) gebruikt bij hoest en braakneiging. Dit middel wordt ook gebruikt om gebak te aromatiseren en de smaak van geneeskrachtige sappen te verbeteren.

    Eigenschappen:
    decoratief
    snijbloem
    rijkbloeiend
    ronde kroon

    Vermeerderen :
    door enten

    Weetjes :

    Het amandelboompje is afkomstig uit Oost-Azië (in 't wild echter onbekend) en altijd op een stam geënt. Prunus triloba is zéér gekend omwille van zijn vroege, dubbelroze bloempjes.

    De amandelboom is inheems in Centraal-Azië en het oostelijke Middellandse-Zeegebied. Sinds meer dan 2000 jaar wordt hij in het mediterrane gebied gecultiveerd. Men vermoedt dat handelaren amandelbomen vanuit China langs de oude zijdenroute naar Europa en het Middenoosten gebracht hebben. Spaanse Franciscaner monniken brachten de amandelboom in de 17e eeuw naar Californië. De professionele amandelteelt begon in de 19e eeuw.

    In alle Europese talen gaat de naam voor deze steenvrucht terug naar het Griekse woord amygdale of amygdalos. Prunus (een soortnaam) is afgeleid van proummon wat eigenlijk pruim (dt. Pflaume) betekent. Dulcis betekent zoet en heeft betrekking op de zoete pitten.

    Amandelboompje (Prunus triloba): zal betrouwbaarder bloeien als er elk jaar wordt gesnoeid. Snoeien in de vroege zomer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Limonium latifolium
     

    Limonium latifolium


    Botanische naam  : Limonium latifolium
    Nederlandse naam : Statice, Lamsoor,zeelavendel
    Herkomst         : Centraal-Europa, Kaukasus
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle, zand
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : zon
    Wind             : zeewind bestendig
    Gebruik          : borders, kust/zeewind, snijbloem, droogbloem, insecten
    Hoogte           : 0.40-0.60 m
    Bloeikleur/vorm  : lila, blauw
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Ze staan graag in de volle zon op goed gedraineerde grond. Ook tegen zoute lucht is de plant goed bestand
    Limonium latifolium is een losgroeiende plant met lichtpaarse bloemenwolk. De hoogte van Limonium latifolium bedraagt ongeveer 40 tot 50 cm. verlangt een zonnige standplaats. De bodem dient goed waterdoorlatend te zijn.

    Kenmerken:
    De Statice soorten zijn éénjarig, tweejarig of zijn vaste planten en behoren tot de familie der Plumbaginaceae, afkomstig uit het Middelands Zeegebied.
    Alle soorten zijn aangepast aan groei op droge standplaatsen.
    Mooie plant die in de voorgrond van de border het beste tot haar recht komt. Limonium latifolium kan ook als snijbloem gebruikt worden.

    Bloemen :
    Deze lamsoor bloeit in de periode juli-augustus

    Planten :
    Ze zijn ook geschikt als perkplanten, voor de border, potten, randbeplanting,rotstuin
    Plant ze in gewone tuingrond en op een zonnige plek.

    Gebruikte delen:
    De bloemstengels zijn goed vertakt en is daarom als decoratieve snijbloem uitstekend geschikt in boeketten. Ook kunt u de stengels met bloemetjes goed drogen.

    Eigenschappen:
    Vooral zeer bekend omdat ze veel verkocht worden als droogbloemen onder de naam Statice, hebben het voordeel dat ze hun kleur behouden bij het drogen.
    De beste pluktijd is juist voor de bloempjes open gaan.

    Vermeerderen :
    De plant vermeerdert zich vooral vegetatief door middel van stekken.
    Zaaitijd buitenteelt: Statice sinuata : zaaien in de winter, uitplanten in het voorjaar. De buitenteelt van Statice sinuata is niet gemakkelijk, aangezien de bloem smetgevoelig is en dus niet bij vochtig weer geoogst kan worden.
    S. suwurowii wordt in april gezaaid.
    Zaadverbruik: S. sinuata: 350 zaden per gram. Voor 1.000 planten ongeveer 5 gram nodig.
    S. suwurowii: 400 zaden per gram. Voor 1.000 planten ongeveer 5 gram nodig Voor regelzaai ongeveer 100 gram zaad nodig voor 100 m2.

    Soorten :

    De statice sinuata vormt een bij de grond staand roset, de bloemstelen zijn gevleugeld, verlangt een lichte standplaats.
    De staartstatice is een éénjarig gewas met kantige bloemstengels met vertakte aren van kleine rose bloemen. Is geschikt voor de teelt onder glas en als buitenteelt. Hoogte ± 65 cm. Dit gewas is ook bijzonder geschikt om te drogen; de kleur blijft bijzonder goed, terwijl de stengels in gedroogde toestand vrij stevig blijven
    Kieming : 10 tot 14 dagen bij 15-18 o C.
    Zaaitijd kasteelt: Bij Statice sinuata wordt uitgegaan van pluggen, welke in de winter gezaaid worden. De plant heeft een hoeveelheid koude nodig voor de aanleg van de bloemknop. Ook gaat men vaak uit van materiaal, vermeerderd via weekselkweek.

    Statice suworowii kan in januari-februari gezaaid worden en in maart in de kas geplant worden.


    Weetjes :

    Ziekten
    Botrytis, Bladluis en Spint kunnen voorkomen in Statice.
    Preventie:
    1. Tijdens de teelt; ‐ Bloemen niet in aanraking laten komen met water.
    Stoken en luchten tijdens de bloei.
    Preventief bestrijden.
    2. Tijdens de verwerking; ‐ Vochtige bloemen nooit in de koelcel plaatsen.
    Bloemen niet te strak bossen zodat het vocht door het ademen van het blad kan verdampen.
    Beschadigde of losse bladeren verwijderen, daar deze gemakkelijk door Botrytis worden aangetast.
    Emmers goed schoon houden.

    Grondontsmetting (stomen)
    Grondontsmetting bij de teelt van limonium wordt aangeraden; het geeft meestal een groeistimulans en het perceel wordt voor een groot deel onkruidvrij. Bovendien is het nuttig omdat het aaltjes,ritnaalden, wortelduizendpoot en Rhizoctonia bestrijdt.

    Grondbewerking
    Voor het uitplanten van de limonium moet de grond goed bewerkt worden. Meestal is een grondbewerking van 40 cm voldoende, tenzij er dieper in het profiel storende lagen voorkomen.
    Fouten bij de grondbewerking kunnen tijdens de teelt niet meer worden hersteld. Een gevolg van een slechte structuur van de bovengrond is dat het planten minder gemakkelijk gaat en het plantmateriaal moeilijker aanslaat. Dit alles kan leiden tot een verhoogde uitval. Vooral het vochtgehalte van de grond tijdens de grondbewerking speelt een belangrijke rol. Bij bewerking van te vochtige kleigronden kan makkelijk structuurbederf optreden. 
    In de meest gevallen wordt de grond bewerkt met een spitfrees.
    Op de zwaardere gronden worden de bedden nog eens extra bewerkt met een frees.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    11-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lagurus ovatus
     

    Lagurus ovatus


    Botanische naam  : Lagurus ovatus
    Nederlandse naam : Hazestaartje
    Herkomst         : Middellandse-Zeegebied
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : 1 jarig
    Gebruik          : borders, droogbloem, siergrassen
    Hoogte           : 0.10-0.30 m
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : juli, augustus
    Blad             : groen

    Standplaats:
    Op open, droge zandgrond, vooral aan de rand van ontziltende hoge schorren.

    Kenmerken:
    Snijbloem, Droogbloem, Opvallende bladeren
    Een dichte pol van frisgroen opgaande bladeren.
    De aren zijn kort, dik en zacht zoals langgerekte pomponnetjes, wollig behaard, witachtig/groenig

    Bloemen :
    De dichte en zacht witbehaarde bloeiwijze is ei- of bolvormig en 1 tot 4 cm lang. De aartjes met de naalden zijn 0,8 tot 1 cm lang.

    Planten :
    Zonnige, open plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke, vaak brakke zandgrond.
    Groeiplaatsen: Duinen en aan de rand van ontziltende hoge kwelders.

    Eigenschappen:

    * Polvormig, eenjarig siergras.
    * Goed bestand tegen ziekten en plagen.
    * Geschikt voor droogboeketten

    Vermeerderen :
    Zaaien
    de pluimpjes goed binnen drogen en de zaden komen dan mooi los

    Weetjes :

    Het ‘hazenstaartje’ is een eenjarig siergrasje, tot 50 cm hoog groeiend en de hele zomer bloeiend met de typische, pluizige, roomwitte aartjes die een originele toevoeging zijn van boeketten, vers of gedroogd


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    09-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Crocus cancellatus
    Crocus cancellatus

     Crocus cancellatus


    Botanische naam  : Crocus cancellatus
    Nederlandse naam : Krokus
    Herkomst         : Klein-Azié, Noordwest-Iran
    Bijzonderheden   : bloei voor blad
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Groep            : knol
    Gebruik          : rotstuinen, kuipen/potten
    Hoogte           : < 0.15 m
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, lila
    Bloeitijd        : september, oktober
    Plantdiepte      : 0.05-0.10 m


    Synoniemen:

    C.cancellatus var. Cilicicus,
    C.cancellatus var. kotschianus en
    C. cilicicus)

    Intro: voor 1841. Herkomst: Zuid-Turkije, West-Syrië, Libanon en Noord-Israël.

    -De bloemkleur van deze zeven tot tien cm hoge species is licht blauwachtig lila met aan de buitenzijde een violette blos.

    -De buitenste kelkblaadjes zijn violet gestreept.

    -Heel mooi zijn de oranje stempels.

    -Na de bloei verschijnen de bladeren.

    -De knolletjes zijn eetbaar.

    -Bloeitijd: eind september-oktober.

    -Bolgrootte: 8 cm.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    07-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ranunculus ficaria
     

    Ranunculus ficaria


    Botanische naam  : ranunculus ficaria
    Nederlandse naam : Speenkruid
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : Maakt okselknolletjes
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal, vochtig
    Licht            : half schaduw, zon
    Groep            : vast
    Gebruik          : grasland, bos en struweel
    Hoogte           : < 0.10, 0.10-0.30
    Vorm             : bodembedekker
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Bloeitijd        : maart, april, mei
    Voedingsbehoeft  : voedselrijk, zeer voedselrijk
    Concurrentiekra  : matig


    Standplaats:
    Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke grond
    De plant komt algemeen voor op vochtige gronden, langs natte bosranden en slootkanten.

    Kenmerken:
    De plant wordt tot 30 cm hoog. De hartvormige bladeren zitten aan het uiteinde van een lange bladsteel. De gele bloemen hebben acht tot twaalf kroonbladeren en drie groene kelkbladeren, een afwijking ten opzichte van de overige leden van de ranonkelfamilie. Bij slecht weer blijven de bloemen gesloten, bij zon spreidt de bloem zich wijd open. De planten vormen als het ware een "tapijt", het geheel is niet hoger dan 10 cm.

    Bloemen :
    bloeit van maart tot mei
    Na de bloei sterft het bovengrondse deel van de plant af, de ondergrondse knolletjes van enkele millimeters lengte blijven in leven voor het volgende jaar.

    De gele bloemen zijn 2 tot 3 cm groot. Ze bestaan uit 6 tot 12 langwerpig-eironde kroonbladen en 3 of soms 4 bleekgroene, afgerond driehoekige kelkbladen.

    Planten :
    Op beschaduwde of grazige, vochtige, voedselrijke bodem; zoutmijdend.
    aantal per m² : 9-15

    Gebruikte delen:
    De bladeren van gewoon speenkruid bevatten veel vitamine C. Vroeger werd de plant dan ook gebruikt tegen scheurbuik. Ze werd ook veel verwerkt in salades. Belangrijk is dat de bladeren dan voor de bloei worden geplukt. Tijdens de bloei ontwikkelt de plant in de bladeren namelijk protoanemonine en saponine, giftige stoffen. De bladeren smaken dan bitter, en ze wordt dan ook door weidedieren gemeden.

    Werkzame bestanddelen:
    Bij drogen wordt protoanemonine omgezet in een minder werkzame stof, anemcunine, die ook giftig is.
    In de Apennijnen en de Alpenlanden werd het plantesap vroeger gebruikt als pijlgif. De plant bevat ook etherische olie.
    De wortel bevat anemonine, tannine en triterpeensaponinen. Vroeger werd ze in- en uitwendig gebruikt bij aambeien. Inwendig gebruik is echter niet verantwoord.

    Eigenschappen:
    Het bijzondere van speenkruid is dat het alleen van maart tot mei groeit en niet in andere jaargetijden.

    Vermeerderen :
    Gewoon speenkruid verspreidt zich zowel door zaadvorming en verspreiding als door knollen. Deze laatste groeien niet alleen in de grond, maar ook als broedknollen in de oksels van de bladstelen. In een tuin is gewoon speenkruid een aardig plantje, maar het moet wel in de hand gehouden worden omdat het zich via de in de grond blijvende knolletjes snel verspreidt.

    Soorten :

    --R ficaria cupreus Koperkleurig geel. Hart citroengeel. Enkelbloemig.

    --R ficaria album Wit. Enkelbloemig.

    --R ficaria 'Brazen Hussy' Diepgeel. Blad zeer donker groenblauw. Enkelbloemig.

    --R ficaria 'Salmon's White' Bloemblaadjes ivoorkleurig wit met bleekgeel hart. Enkelbloemig.

    --R ficaria 'Primrose' Bleekgeel. Brede bloemblaadjes. Enkelbloemig.

    --R ficaria flore pleno Citroengeel. Groen hart. Dubbelbloemig.

    --R ficaria 'Picton's Double' Heldergeel. Dubbelbloemig.

    --R ficaria 'E.A. Bowles' Helder lichtgeel. Dubbelbloemig.

    --R ficaria 'Collarette' Matgeel. Dubbelbloemig.

    Weetjes :

    Het gewoon speenkruid (Ranunculus ficaria subsp. bulbilifer) is een laagblijvende voorjaarsbloeier die behoort tot de ranonkelfamilie (Ranunculaceae).
    De soortaanduiding ficaria komt van het Latijnse Ficus, dat vijg betekent.
    Oude namen voor deze plant zijn 'vijgwortel', 'oaneklootjes' en 'katteklootjes'.

    De naam 'speenkruid' is volgens sommigen afgeleid van de vorm van de knollen, die op kleine speentjes lijken. Volgens anderen is de naam afgeleid van de toepassing tegen aambeien, oftewel speen.

    Je moet er wel van houden want hij woekert enorm, een voordeel is dat hij alleen in de lente te zien is en dan valt het nog mee want in deze periode bloeit er nog niet zoveel in de tuin , tenzij de voorjaarsbloeiers die er wel mooi bij passen

    De Nederlandse naam Speenkruid slaat op de knotsvormige verdikkingen aan de wortels van het plantje. Die vormen een voedselreserve. In het Duits heet Speenkruid ‘Scharbockskraut’, letterlijk vertaald ‘Scheurbuikkruid’. De plantjes zijn immers , in een jong stadium, rijk aan vitamine C.

    Vroeger, toen vers fruit en groenten aan het eind van de winter zeldzaam waren, vormden de vroege Speenkruidplantjes een welkome bron van vitamine C. Op die manier hielpen ze om de gevreesde scheurbuik (een ziekte veroorzaakt door tekort aan vitamine C) te voorkomen. Je mag wel niet te lang wachten alvorens de plantjes te verbruiken: naarmate ze ouder worden en beginnen bloeien verhoogt de concentratie aan giftige stoffen. Soms zie je op bladeren van Speenkruid gele verdikkingen. Deze worden veroorzaakt door parasiterende roestzwammen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    04-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geranium
    GERANIUM - OOIEVAARSBEK

    Uitgebreide informatie over deze plantensoort

    Kenmerken :
    -Veelzijdige vaste planten voor rotstuin,perk en natuurtuin
    -Groeiplaats  -:Zon tot halfschaduw, doorlatende grond
    -Hoogte        -:10 tot 80 cm
    -Bloeitijd      -:mei-sept

    Vermeerderen
    :zaaien tot maart bij de soort, uitplanten in sept
    :scheuren en herplanten in het najaar
    :wortelstokken

    Snoeien :
    na de bloei afsnijden voor soms een tweede bloei

    SOORTEN-:

    VOOR ROTSTUIN-:

    -G.CINEREUM :15 cm,paarsrood,juni-sept
           -Ballerina  :zilverachtig rood met donkere adering 
           -Giuseppii :diep paarsrood
           -Splendens:zalmkleurig 

    -G.DALMATICUM :10 cm,roze,juli-aug
           -Bressingham Pink:donkerroze
           -Album :wit

    -G.RENARDII :30 cm,wit met violettekening,juni

    Bodembedekkers en voor verwildering

    -G.ENDRESSII :25 cm,roze,juni-aug
         
    -Wargrave Pink :45 cm, zalmkleurig
         
    -Rosa de Claire :45 cm,roze met witte adering
          -A.T.Johnson :zilverig roze
         
    -Claridge Druce :60 cm,roze-violet,juni-juli

    -G.ERIOSTEMON :50 cm,roodviolet,juni-juli

    -G.MACRORRHIZUM :30 cm,purperrood,mei-juli
         
    -Ingwersen :20 cm,violetroze
         
    -Spessart :30 cm,zachtroze,goede bodembedekker, kalkminnend
         
    -Album :wit met rode meeldraden,groenblijvend
         
    -Variegata :witbonte bladeren en lichtpaarse bloem'n

    -G.MEEBOLDII :50 cm,blauwviolet met donker oog,
         
    -Johnson Blue :glanzend blauw

    -G.PLATYPETALUM :70 cm,blauwviolet,rijkbloeiend,juni-aug

    -G.SANGUINEUM/INHEEMSE BLOEDOOIEVAARSBEK :20 cm,karmijnrood,mei-hele zomer 
          
    -Album :wit,iets hoger
         
    -Lancastrense :kleiner blad,grote,roze,roodgeaarde bloemen
         
    -G.S.PROSTRATUM :20 cm,purperroze,

    -G.SYLVATICUM/BOSOOIEVAARSBEK ,iets vochtiger grond nodig :60 cm,purperblauw,mei-juli
         
    -Album :wit
         
    -Mayflower : lichtblauw 
         
    -G.WALLICHIANUM :20 cm,violetrood met donkere aders,aug-sept
         
    -Buxton's Blue :blauwviolet met licht hart

    VOOR BLOEMBED-:

    -G.HIMALAYENSE :breidt zich uit door schijnwortelstokken
         
    -Johnson Blue :30 cm,lavendelblauw,mei-juli

    -G.X MAGNIFICUM :paars,juni-juli

    -G.PRATENSE/BEEMDOOEIVAARSBEK :60 cm,blauwpaars,juni-aug
         
    -Mrs.Kendall Clark:parelgrijs met roze gloed
         
    -Kashmir White :wit,laag
         
    -Plenum :gevulde bloemen

    -G.PSILOSTEMON :vorstgevoelig,magenta,juni-juli,80 cm


       
     geranium_himalayense                                 Geranium sanguineum.

     
    Geranium endressii.                            geranium_renardi

     
    Geranium cantabrigiense                     Geranium‑maderense

     
    Geranium magnificum                         Geranium robertianum

      
     Geranium macrorrhizum                    Geranium sylvaticum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (31 Stemmen)
    02-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maarttips
    MAARTTIPS

    KALENDER MAART KAMERPLANTEN

    ZAAIEN:
    Op een warme en lichte plaats

    Nu zaaien van :
    --ANAGALLIS (guigelheil) --CENTA~ (korenbloem) --MALVA (groot- kaasjeskruid)--CACTUSSEN--STREPTOCARPUS--IJSKRUID--PORTULAK--DRIEJKLEURIGE WINDE--LEEUWEBEKJES—

    -Wie ruimte heeft voor een grote eenjarige,kan nu zaden van RICINUS of de wonderboom laten kiemen.

    -JAPANSE HOP voor het balkon moet deze maand in huis in een kweekbakje worden gezaaid.

    PLANTEN:
    Uitplanten van: --PRIMULA 'S--VIOLA—

    VERMEERDEREN:
    -Kopstek :--PLUMBAGO--OLEANDER--GRANAATAPPEL--PHILODENDRON--DIEFFENBACHIA--HIBISCUS--GARDENIA—
    -Marcoteren :--CITRUS-SOORTEN—
    -Scheuren : --ANTHlRIUM--
    -Scheutstek :--MONSTERA--DIEFFENBACHIA--HIBISCUS--GARDENIA--BEGONIA-- --AGLAONEMA--
    -Stengelstek : --DRACAENA--YUCCA—
    -Vruchtstek :--ANANAS--

    VERPOTTEN:
    Bladplanten en bloeiende planten waarvan de potkluit volledig is doorgeworteld,kunnen nu aan het begin van de groeitijd verpot worden.
    --MONSTERA(gatenplant)--FICUS--STEPHANOTIS(bruidsbloem)--ORCHIDEEEN—

    -STAPELIA of aasbloem kan worden verpot;bij deze succulente plant komen alleen knoppen aan de jongere delen.Een mengsel van lavagruis en potgrond is ideaal. Daarna een hele week lang niet gieten.

    TIPS:
    -Als de dagen langer worden en de temperatuur op de vensterbank stijgt,hebben de planten wat meer water en voedingsstoffen nodig. Vooral de bloeiende planten.

    -De KERSTCACTUS verlangt na de bloei een rustperiode in een koele kamer zonder zon.



    KALENDER MAART SIERTUIN

    ZAAIEN:
    -In warme kas of serre:
    --BALSEMIEN--ZINNIA--SIERERWT--SALPIGLOSSIS--KATTESNOR-- --IPOMOEA--

    -Ter plaatse :
    --SCHEEFBLOEM--KLAPROOS--GIPSKRUID--GOUDSBLOEM--KORENBLOEM-- --JUFFERTJE-IN-'T-GROEN--BOLDERIK—

    PLANTEN:
    -Bomen en struiken kunnen bij vorstvrij weer nog uitgeplant worden. Het plantvak wordt met kompost verbeterd. -Ook vaste planten kunt u nu uitplanten en of scheuren.
    -Knollen van ANEMONEN worden voor het planten 24 uur in lauwwarm water gelegd.Ze lopen dan sneller uit.
    -TIJGERBLOEMEN,LELIES en MONTBRETIA'S worden nu geplant.
    -De knollen van de GLORIOSA kunnen nu in potten worden geplant.

    STEKKEN:
    -Dahliaplanten die men opplant en op een warme plaats neerzet, maken jonge scheuten die nu gestekt kunnen worden.
    -Van dahliaknollen die al scheuten gevormd hebben kunnen we deze eraf trekken en als stek laten dienst doen (stektemperatuur 20 a 25'C)

    SNOEIEN:
    -Heesters die in de zomer bloeien worden gesnoeid.
    -Heesters die in het voorjaar bloeien worden pas na de bloei gedund.
    Dit geldt bv. voor FORSYTHIA--PEPERBOOMPJE--TOVERHAZELAAR--HAZELAAR alleen als het nodig is.

    -Struik- en klimrozen snoeien.
    -Uitgebloeide HEIDE krijgt nu ook een snoeibeurt.Daarna turf tussen de planten uitstrooien.
    -Is de zomerbloeiende CLEMATIS "JACKMANII"te woest geworden, dan kan de plant tot op 50 cm hoogte worden afgeknipt.
    -HIBISCUS verdraagt een flinke snoeibeurt.In geval van ernstige vorstschade zelfs tot bij de grond.

    TIPS:
    -Dichtgeslagen composthopen moeten nu omgezet worden, hierdoor komt de vertering weer op gang.
    -Gazons mogen vanaf deze maand verlucht worden en strooit wat kompost erover Het moet wel voldoende droog en stevig zijn.
    -Met zacht weer groeien kruiskruid en bittere veldkers steeds door en die kunnen nu alweer bloeien.Daarom is het belangrijk dat deze eerste onkruiden gewied worden voordat ze zich uitzaaien. -Tegen het eind van de maand het winterdek van de rozen verwijderen.
    -Knolbegonia's in vochtige turfmolm in huis op een warme plaats voorkiemen.
    -Wanneer het de laatste maanden weinig geregend heeft, moeten RODODENDRON en AZALEA'5 flink gegoten worden.


    KALENDER MAART MOESTUIN

    ZAAIEN:
    -Direkt op de plaats van bestemming:
    -RADIJS - -RAAPSTELEN - - PEENTJES - -SPINAZIE- -KROOTJES - -PEUL VRUCHTEN - -SNIJSLA -
    --CAPUCIJNERS- -RAMMENAS - -BINDSLA - -KERVEL- -SNIJBIET--

    -Binnenshuis voorzaaien:
    --TOMAAT--PAPRIKA--AUBERGINE--ANDIJVIE--SLA--SELDERIJ—

    PLANTEN:
    -Tegen het einde van de maand:
    --PLANTUITJES--SLA--VROEGE AARDAPPELS--DOORDRAGENDE AARDBEIEN--ANDIJVIE--
    --BLOEMKOOL--KOOLRABI--SAVOOIKOOL--SPITSKOOL--TUINBONEN--ERWTEN--PEULEN—

    -Fruitbomen en struiken met kale wortels kunnen de komende maand worden geplant.
    -Tot half maart kan RABARBER worden geplant. Kan ook worden vervroegd door er een emmer over te zetten.
    -UITJES worden geplant op een onderlinge afstand van 30x5cm.Bedek het veld met insektengaas of vliesdoek om aantasting door uienvlieg te voorkomen.
    -De vroege AARDAPPELS worden vanaf half maart geplant op een onderlinge afstand van 75 x 35 cm.

    VERMEERDEREN:
    BRAMEN en BESSEN die vorig jaar zijn afgelegd, snijdt u nu " van de moederplant los en plant u opnieuw.

    OOGSTEN:
    Ui -VELDSLA--DE LAATSTE PREI--BOEREKOOL--SPRUITJES--SNIJBIET—

    TIPS:
    -De composthoop wordt omgezet om de verdere vertering te bevorderen.
    -Bij de AARDBEIEN worden dorre bladeren verwijderd en de basisbemesting voor het komende jaar gestrooid.
    -Het glas van de platte bak en serre wordt schoongemaakt.
    -De lijmbanden worden verwijderd en de stam eronder schoongeborsteld. -MEELDAUWTOPJES bij kruisbessen, zwarte bessen en appels worden zo snel mogelijk verwijderd om verdere uitbreiding van de ziekte te voorkomen.De afgesneden topjes gaan met de vuilnisman mee of worden verbrand.
    -Wanneer bij controle van de fruitbomen en struiken veel schadelijke RUPSEN voorkomen spuiten we met een middel op basis van bacillus thuringiensis zoals bv. "AA BIO RUPS"-"BACTOSPEINE"-of "THURICIDE".
    -Deze maand wordt een basisbemesting gegeven. Hiervoor komen langzaamwerkende meststoffen in anmerking, zoals bloed-en of beendermeel en mengmeststof van bv.12 + 10 + 18 .

    -PERZIKBOOMPJES in de kas worden tijdens de bloei bestoven door met een heel zachte borstel langs de takken met bloemen te "aaien".

    ZIEKTEN:
    -Bij fruitbomen en struiken in het algemeen regelmatig spuiten met een schimmeldodend middel.
    -Bij PRUIME-EN KERSEBOMEN attent zijn op bladluizen.
    -Bij ZWARTE BES en KRUISBES kunnen de jonge topjes aangetast zijn door de Amerikaanse kruisbessenmeeldauw.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    26-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smilacina racemosa
     

    Smilacina racemosa

    Botanische naam  : Smilacina racemosa
    Nederlandse naam : Valse salomonszegel
    Herkomst         : Noord-Amerika
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle, humeus, veen
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw
    Gebruik          : borders, bostuinen
    Hoogte           : 0.60-0.80 m
    Bloeikleur/vorm  : geurend, wit/créme, pluim
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : groen
    Vrucht           : paars


    Standplaats:
    Verlangt een schaduwrijke en voedzame standplaats.
    Aantrekkelijke plant voor beschaduwde tot halfbeschaduwde plaatsen op vochtige, humusrijke grond.

    Kenmerken:
    Is traag maar ijzersterk met een kruipende wortelstok. Prachtige groene bladplant bovenaan sierlijke, dicht bebladerde stelen . Mooi blad dat in het najaar warm goudgeel verkleurt. In het najaar verschijnen er koraalrode bessen. Deze langzame groeier houdt van een humeuze plaats. De enigszins gebogen bloeitrossen ontluiken in mei en zijn 15 cm lang.

    Bloemen :
    Smilacina racemosa of valse salomonzegel,of vaste salomonszegel bloeit met crèmewitte bloempluimen in mei-juni ; 40 tot 60 cm

    Eigenschappen:

    --Standplaats lichtbehoefte: halfschaduw, schaduw
    --de plant heeft mooie herfsttinten
    --geschikt voor gebruik in de vasteplanten border
    --goed bruikbaar voor bodembedekking
    --geschikt voor groepsbeplantingen
    --geschikt voor onderbeplantingen (heesters, bomen)
    --deze plant vraagt of gedijt goed op vochthoudende gronden
    --deze plant vormt opvallende en aantrekkelijk bessen

    Vermeerderen :
    In oktober door het scheuren van oude pollen

    Soorten :
    Smilacina fusca
    Smilacina henryi
    Smilacina japonica
    Smilacina oleracea
    Smilacina purpurea
    Smilacina racemosa
    Smilacina racemosa var. amplexicaulis
    Smilacina stellata
    Smilacina trifolia

    Weetjes :

    Hij past goed bij varens, spirea, longkruid (Pulmonaria) en andere schaduwminnende vaste planten.

    De Smilacina racemosa wordt ook wel Maianthemum racemosa genoemd en behoort tot de familie Liliaceae. De Nederlandstalige naam van deze Smilacina is Valse salomonszegel. De Smilacina racemosa heeft een groen blad en een wit kleurige bloem. Deze vaste plant bloeit in mei en april en wordt ongeveer 80 cm hoog.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pernettya mucronata
     

    Pernettya mucronata


    Botanische naam  : Pernettya mucronata
    Nederlandse naam : Parelbes
    Herkomst         : Zuid-Amerika
    Bijzonderheden   : 2-huizig
    Grondsoort       : humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, tuinen, heidetuinen
    Hoogte           : 0.50-1.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, roze
    Bloeitijd        : mei, juni
    Blad             : wintergroen, gestekeld
    Vrucht           : wit, roze


    Standplaats:
    Groeit het best op een kalkvrije grond die enigszins vochtig en zanderig is, voorzien van veel humus (turf). Ideaal is een plaatsje in de halfschaduw. Kan u de bodem voldoende vochtig houden dan kunnen ze ook in de volle zon.
    Verdagen geen kalk, daarom ze nooit gieten met het leidingwater. Gebruik onthard water of regenwater. Geef altijd kalkarme meststoffen. In de handel zijn speciale meststoffen voor heidegrondplanten (zoals rhododendron, azalea) verkrijgbaar.

    Kenmerken:
    --Standplaats lichtbehoefte: halfschaduw
    --deze plant is vorstgevoelig
    --deze plant is wintergroen (groenblijvend)
    --de plant heeft mooie herfsttinten
    --geschikt voor gebruik in de heidetuin
    --deze plant vraagt of gedijt goed op vochthoudende gronden

    Bloemen :
    De knikkende witte bloempjes met een roze gloed, staan afzonderlijk in de bladoksels op korte steeltjes. De talrijke bessen zijn 8 tot 12 mm groot. Bij de wilde soort zijn ze rood.

    Planten :
    De planten zijn bij ons niet geheel winterhard. Plant ze daarom op een beschutte plaats en geef ze in de winter een bescherming van dennentakken die je eroverheen legt.
    Om zeker te zijn van voldoende kleurrijke bessen moet men naast de besdragende vrouwelijke planten, ook enkele niet-besdragende mannelijke exemplaren aanplanten.

    Eigenschappen:
    Gaultheria mucronata of parelbes, veenmytre (synoniem Pernettya mucronata),
    vormt een grote hoeveelheid kleurige bessen die de gehele winter aan de struik blijven zitten. Afkomstig uit Zuid-Amerika tot aan Vuurland. De planten groeien sterk vertakt en breed uit en vormen ondergrondse uitlopers, waardoor hij sterk kan uitbreiden. Tot de heidefamilie behorend, dus schuwen ze kalkrijke gronden. De bladeren zijn stevig leerachtig. Aan de bovenzijde glanzend donkergroen, aan de onderzijde een stuk lichter.

    Vermeerderen :
    door scheuren of stekken in november – december

    Soorten :
    Er zijn talrijke diverse tuincultivars met kleurschakeringen van wit naar roze tot rood en lila in mei-juni

    --Alba´ met witte vruchten.
    --Bell´s Seedling´ met rode vruchten.
    --Crimsonia': karmozijnrood
    --Lilian': lilaroze
    --Mas´ is een mannelijke vorm.
    --Parelmoer': lichtroze
    --Rosalind': helderroze
    --Rosea´ met roze vruchten.
    --Signaal': dieprood
    --Sneeuwwitje': zuiverwit met roze stippen
    --Stag River´ - deze cultivar is hermafrodiet, dus eenhuizig, en is in alle delen kleiner: habitus, bloemen en de roze vruchten zijn van de halve grootte dan bij de soort. Toch een goede aanwinst voor ons toch al veel te kleine tuinen.
    --Wintertime': zuiverwit

    Snoeien :
    Hoog opschietende planten in de winter of in het voorjaar sterk insnoeien om de vorming van nieuwe scheuten te stimuleren.

    Weetjes :

    Staat mooi in de rotstuin of de heidetuin. Je kan ze ook gebruiken om in de herfst je balkon mee op te fleuren. Vergeet dan niet de balkonbakken in de winter binnen te halen. De bloembakken kan u op een koele plaats overwinteren.

    Pernettya mucronata is een plant met unieke presentatie eigenschappen: De plant heeft klein puntig ovaalvormig blad. De plant is vooral gekend om de bessen. De bessen van een Pernettya mucronata verkleuren van wit/groen naar helder rood, rose of wit.

    Pernettya mucronata is een plant welke zich goed leent voor de aanplant van schalen en potten voor de najaar- en kerstperiode. Daarnaast is het een plant welke goed als terras- en kuipplant kan worden gebruikt

    De nederlandse naam is "Pernettya", familie van de Ericaceae. De bloemkleur is wit en de bloeitijd is van ca. mei tot en met juni. De bladeren zijn glimmendgroen. De volwassen hoogte van deze kleine heester is ca. 75 cm. Verdraagt een temperatuur tot -15 gr. C. en blijft de gehele winter groen. Ook als bodembedekker te gebruiken. Rose bessen.Geschikt voor een natte plaats.

    Waar een constante hoge grondwaterstand is zoals moerasachtige gebieden, langs oevers of sloten ed. Met een vochtige tot natte grond, die uit zuur, voedselarm, veen bestaat. Zonnig tot halfschaduw maar niet overmatig warm. Te combineren met vaste planten van het type bosrand- en borderplant maar niet te dicht er op.

    Een dichtvertakte besheester, die slechts een enkele maal in model geknipt hoeft te worden. De plant houdt van een beschutte standplaats. De plant is tweehuizig, d.w.z. er zijn planten met vrouwelijke bloemen en exemplaren met mannelijke bloemen. Een mannelijke plant is genoeg om meerdere vrouwelijke planten te bestuiven.

    Problemen :
    1)
    Pernettya’s sterven gedeeltelijk af, met insterving juist boven de grond. Op de wortels zijn oranje bolletjes te zien.

    Deze planten hebben last van voetrot, veroorzaakt door de schimmel Cylindrocladium. De oranjegekleurde bolletjes zijn microsclerotia (rustlichamen) van deze schimmel.

    De schimmel Cylindrocladium houdt van een vochtig, warm klimaat en overhead beregening, evenals van een overmaat aan voeding en andere stressfactoren die de plant zwakker maken.

    Hoe te voorkomen?
    Gebruik altijd alleen schoon uitgangsmateriaal (vrij van Cylindrocladium)
    Verwijder en vernietig aangetaste planten
    Verwijder en vernietig afgevallen bladeren

    Bestrijding is mogelijk met chloorthalonil (Daconil)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    19-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Melilotus alba
     

    Melilotus alba


    Botanische naam  : Melilotus alba
    Nederlandse naam : Witte honingklaver
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : zon
    Groep            : vast, tweejarig
    Gebruik          : pionier, ruigte
    Hoogte           : 0.30-0.60, > 0.60
    Vorm             : enkeling
    Bloeikleur/vorm  : wit
    Bloeitijd        : juli, augustus, september
    Vermeerdering    : zaaien
    Voedingsbehoeft  : matig voedselrijk, voedselrijk
    Concurrentiekra  : groot

    Standplaats:
    Zonnige, open plaatsen op vochtige tot droge, matig voedselrijke, omgewerkte, vaak kalkhoudende en stenige grond

    Kenmerken:
    Deze klaversoort kan een hoogte bereiken van ongeveer 1 meter. De bladeren zijn driedelig, gedeeld en langwerpig elliptisch. De randen van de bladeren zijn gekarteld. De gelige bloemtrossen groeien in losse bloemen boven elkaar aan de stengel. De vruchten met zaden zijn geelbruin en glad.
    Is een één of meerjarige plant

    Bloemen :
    Juli t/m september
    IJle bloemtrossen van 4 tot 6 cm met 40 tot 80 bloemen, wit, 4 tot 5 mm, de vlag duidelijk langer dan de zwaarden, vruchtbeginsel kaal, niet gesteeld (anders dan bij Citroengele honingklaver), bloemstelen 1 tot 2 mm.

    Vruchten: Peulen 3 tot 5 mm, kaal, omgekeerd eivormig, kaal, dof donkerbruin, 3 tot 6 dwarsrichels, een zeer korte snavel, gewoonlijk met 1 zaad.

    Planten :
    Akkerranden, bermen, spoorbermen, spoorwegterreinen, industrieterreinen, bij havens, braakliggende grond, parkeerplaatsen,vluchtheuvels, tussen bestrating, plantsoenen, opgespoten zandvlakten, stortterreinen, zandige dijken, ruderale plaatsen, wanden van mergel- en leemgroeven en ruigte.

    Gebruik :
    Melilotus alba: witte honingklaver is een uitstekende bijenplant en een grondverbeteraar.

    Werkzame bestanddelen:
    Voornamelijk in de bloemen: etherische olie, slechts 0.01%, verder melilotine, waaruit door enzymatische splitsing coumarine ontstaat.

    Eigenschappen:
    De olie is kalmerend en krampstillend, versterkt de vaatwanden, verdrijft en doodt motten. Homeopatisch gebruikt tegen hoofdpijn, migraine, bloedneuzen. De olie wordet gebruikt als aroma en om tabak te aromatiseren en jenevers.

    Toepassingen:

    *bij steenpuisten, zweren en wonden: 10 druppels honingklaver mengen met een glas gekookt afgekoeld water en hiermee deppen of afspoelen.

    *ontstoken en gezwollen gewrichten: meng 5-10 druppels in een eetlepel amandelolie en wrijf hiermee de pijnlijke plaatsen in.

    *bij spataderen

    *honingklaverthee met honing gebruiken als hoestdrank en gorgeldrank.

    *bij slapeloosheid, onrust, rusteloosheid.

    Vermeerderen :
    Zaaien

    Weetjes :

    Ze komt in ons land vrij algemeen voor, langs de binnenwegen en op bouwland.

    Al in gebruik bij de Egyptenaren tegen oorpijn, wormen en blauwe plekken.

    Ook in magische gezangen werd de klaver vermeld om de dood te bezweren.

    De Grieken en Romeinen schreven de plant een kalmerende invloed toe, vooral bij dronkenschap.

    Ook was het in de oudheid de plant van de schoonheid en de welsprekendheid, de plant van Apollo en zijn Muzen.

    Bij hoofdpijn zette men een krans van honingklaver op zijn hoofd om zich beter te voelen.

    In de Middeleeuwen werd de klaver in toverdraken toegepast en ten tijden van Molière schreven de doktoren het voor bij de meest uiteenlopende aandoeningen, zoals kolieken, tumoren, pijn in de onderbuik, jicht, urinedetentie, enz.

    Vroeger was het met honing een middel tegen hoest.

    De bloemen werden in kussentjes gedaan tegen de bof.

    Zalf werd gemaakt van de bloemen tegen fijt en omloop met reuzel, de zogenaamde balsem van Oordt.

    In Engeland wordt de plant gebruikt in de vulling van konijn, andere vullingen en worstsoorten.

    Ook vroeger gebruikt in kruidenwijnen en bij het bier brouwen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    18-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Malus 'Radiant'
     

    Malus 'Radiant'


    Botanische naam  : Malus 'Radiant'
    Nederlandse naam : Sierappel
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : rijke bloei
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Wind             : ongevoelig
    Gebruik          : parken, tuinen, solitair
    Hoogte           : 2.50-5.00 m
    Vorm             : bol
    Kroon            : half open
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : mei
    Blad             : bladverliezend
    Vrucht           : rood/bruin


    Het geslacht Appel (Malus) bevat bomen die de algemeen bekende vruchten dragen, vooral op het noordelijk halfrond. Ook zijn er sierappels, die kleine appeltjes geven. De appel groeit in de gematigde streken.

    De appel werd al 10.000 v.Chr. in Europa in het wild verzameld en al in het Nabije Oosten geteeld in 4000 v.Chr. Waarschijnlijk is de appel langs de oude zijderoute verspreid, omdat ook het genencentrum van de appel in de omgeving van deze route ligt. In Centraal-Azië komen meer dan 25 wilde appelsoorten voor, waarmee de gekweekte appel zich in de loop der eeuwen heeft gekruist. Geselecteerde rassen werden later in stand gehouden door de door Chinezen ontdekte techniek van enting. Ten tijde van de Oude Grieken en Romeinen tussen de achtste eeuw v.Chr. en de vijfde eeuw na Chr. was er een florerende teelt van appels. De Romeinen hebben deze rassen verder verspreid over West-Europa. Later is dit gevolgd door verschillende herintroducties vanuit het genencentrum. In de negentiende eeuw hadden vele steden in Europa en Nederland hun eigen rassen. Deze rassen waren zoet of halfzuur, verschillend gekleurd en met verschillende vormen en grootte. Enkele voorbeelden hiervan zijn Lunterse Pippeling, Brabantse Bellefleur, Groninger Kroon, Eijsdener Klumpke, Gronsvelder Klumpke enz. Vanuit Europa is de appel door kolonisten verder over de hele wereld verspreid. Met het verdwijnen van de hoogstamboomgaarden zijn veel rassen weer verloren gegaan. De verschillende pomologische verenigingen in Nederland proberen zoveel mogelijk oude rassen in stand te houden

    De keuze van een sierappel is vaak niet eenvoudig. Er zijn veel aspecten waar op gelet moet worden, zoals de hoogte, de kroonvorm, de bladkleur en, niet te vergeten, de bloesem en de appeltjes. In het onderstaande overzicht zijn de belangrijkste kenmerken van de sierappelbomen op een rij gezet.

    Malus 'Radiant'' is een bijzonder winterharde sierappel met een hoogte van 4 - 6 m. Jong blad is bronsrood maar kleurt later groen. De bloemknoppen zijn dieprood, geopende bloemen rozerood met gele meeldraden. Bloemdoorsnede 2 - 3 cm. De langwerpige kersrode vruchten blijven tot half oktober aan de boom. Vruchtdoorsnede 0,5 - 1,5 cm. Toepasbaar in parken, openbaar groen en tuinen. De boom stelt hoge bodemeisen qua vochtleverend vermogen en bodemvruchtbaarheid. 'Radiant' is iets gevoelig voor schurft en meeldauw.



    soort en/of variëteit

    hoogte

    kroonvorm

    bloemkleur

    vruchten

     

     

     

     

     

    Malus baccata ‘Gracilis’

    5 m

    treurvorm

    wit

    geel, 10 mm

    Malus baccata ‘Street Parade’

    5 - 6 m

    rond

    wit

    paarsrood, 15 mm, talrijk

    Malus floribunda

    5 m

    breed, overhangend

    lichtroze

     

    Malus toringo

    5 m

    eirond opgaand

    wit

    geel/iets rood, 8-10 mm, talrijk

    Malus tschonoskii

    10 m

    rond, herfstkleur

    wit

     

    Malus yunnanensis var. veitchii

    10 m

    opgaand, later breder

    wit

    rood met witte stippen, 13 mm

     

     

     

     

     

    Malus ‘Adirondack’

    2 - 3 m

    steil opgaand, halfstam of struik

    wit

    rood, 15-18 mm, talrijk

    Malus ‘Aldenhamensis’

    3 – 4 m

    los, rond

    donkerroze

    dof purper 15-20 mm

    Malus ‘Butterball’

    5 m

    breed, overhangend

    wit

    goudgeel 20-30 mm, talrijk, kort aanblijvend

    Malus ‘Donald Wyman’

    5 m

    rond

    wit

    helderrood, talrijk

    Malus ‘Evereste’

    10 m

    rond, later breder

    wit

    oranjerood 18-25 mm, talrijk, lang aanblijvend

    Malus ‘Golden Hornet’

    5 – 8 m

    rond

    wit

    geel, 20-25 mm, talrijk

    Malus ‘Gorgeous’

    5 m

    breed

    lichtroze/wit

    glanzend rood, 20-25 mm

    Malus ‘John Downie’

    6 m

    rond

    wit

    geel/oranjerood, 25-30 mm, talrijk

    Malus ‘Liset’

    5 m

    rond, purper blad

    rood

    donker purper, 10-15 mm

    Malus ‘Makamik’

    4 – 5 m

    rond, purper uitlopend blad

    lilaroze

    helderrood 20-25 mm

    Malus ‘Neville Copeman’

    8 m

    rond

    lilaroze

    30-40 mm

    Malus ‘Prof. Sprenger’

    5 – 6 m

    rond

    wit

    geeloranje, 15 mm

    Malus ‘Profusion’

    6 – 8 m

    rond, purper blad

    donkerrood

    oranjegeel-dieporanje, 10-15 mm

    Malus ‘Radiant’

    4 – 6 m

    rond, bronsrood uitlopend

    rozerood

    kersrood

    Malus ‘Red Jade’

    5 m

    treurvorm

    wit

    glanzend rood, 15 mm

    Malus ‘Red Sentinel’

    4 m

    rond

    wit

    helderrood, 15-20 mm, talrijk, lang aanblijvend

    Malus ‘Red Splendor’

    5 m

    5 m, blad purpergroen

    zachtroze

    lichtrood

    Malus ‘Rudolph’

    6 m

    rond, rood uitlopend

    rozerood

    oranjegeel, 15-20 mm

    Malus ‘Van Eseltine’

    6 m

    breed zuilvormig

    roze

    zeer weinig, (groen met donkerbruin)

    Malus ‘Wintergold’

    8 m

    breed

    wit

    heldergeel, 12-14 mm

    Bron ;   De Tuinen van Appeltern



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (8 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lilium pumilum
     

    Lilium pumilum


    Botanische naam  : Lilium pumilum
    Nederlandse naam : Lelie
    Herkomst         : Altai-gebergte in Siberié en Mongolié
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : bol
    Gebruik          : borders, kuipen/potten
    Hoogte           : 0.30-0.60 m
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin
    Bloeitijd        : juni, juli
    Plantdiepte      : 0.10-0.15 m


    Lelies met hetzelfde bloemtype als de bekende Turkse lelies, dus met sterk teruggeslagen bloembladeren en meestal hangende bloemen


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    15-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Frau Astrid '


     Rosa 'Frau Astrid

    Botanische naam  : Rosa 'Frau Astrid Sp„th'
    Nederlandse naam : Trosroos (Floribunda)
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : zuiver karmijnroze
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : trosrozen
    Gebruik          : groepen/vakken, randen/hagen, tuinen
    Hoogte           : 0.50-1.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : roze

    Middelgrote halfgevulde bloemen met een doorsnee van 5-7 cm.
    Matige groei.
    Blijft laag maar groeit wel breed.
    Compact en dicht vertakt.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    14-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Periploca graeca
     

    Periploca graeca


    Botanische naam  : Periploca graeca
    Nederlandse naam : Melkwingerd
    Herkomst         : Oostelijk Middellands zeegebied
    Bijzonderheden   : bloem 2-kleurig, sap giftig
    Grondsoort       : alle, humeus
    Licht            : zon
    Gebruik          : solitair, tuinen en parken
    Hoogte           : 5.00-10.00 m
    Vorm             : slingerend
    Bloeikleur/vorm  : geurend, geel, paars, onopvallend
    Bloeitijd        : juli, augustus
    Blad             : bladverliezend

    Standplaats:
    Deze bijzondere klimplant stelt geen specifieke eisen aan de grond. Elke grond is goed, mits ze maar vochtig is. Verder verlangt zij een plaats is de zon of halfschaduw en is in Nederland en België voldoende winterhard.

    Kenmerken:
    Deze klimplant heeft zeer mooie, glanzend groene, eivormige bladeren. Deze zijn tegenoverstaand en 6 tot 9 cm lang en 3 tot 4.5 cm breed met een spitse top en afgeronde bladvoet. Aan de onderzijde zijn de bladeren lichter groen dan aan de bovenzijde.

    Bloemen :
    Bloeit van juni tot begin augustus met okselstandige- of eindstandige langgesteelde schermen. De bloemen zijn 2 tot 2.5 cm in diameter, geurend, met vlakstaande, zeer smalle kroonbladen die aan de buitenzijde geelgroen zijn. De binnenzijde (de bovenkant die je ziet) is bruinrood. De bloemen zijn tweeslachtig en vijftallig, als een ster. De meeldraden zijn onderling en met de stijl vergroeid. De helmhokjes zitten aan de stempel vastgehecht.

    Na de bloei verschijnen er bruin getinte kokervruchten, deze zijn tot 12 cm lang. Ze bevatten gewoonlijk platte, eironde of langwerpige zaden met lange, zijdeachtige haren.

    Planten :
    Je kunt haar gebruiken voor het klimmen in een paal, een rek of in een boom. Behalve een verdwaalde luis heeft deze plant geen last van ziekten of plagen.

    Eigenschappen:
    Algemeen gemakkelijke klimmers die een pergola of schuttingen snel met hun blad kunnen bedekken. Geen vormsnoei nodig, alleen om jonge scheuten in de goede richting te leiden. Volgroeide planten begin voorjaar snoeien. Alleen snoeien om zwakke groei te verwijderen of plant binnen de perken te houden. Bijknippen met snoeischaar of heggenschaar.

    Vermeerderen :
    In het voorjaar kan de plant gesnoeid worden. De vermeerdering geschiedt door zaad of zomerstek.

    Weetjes :
    Deze rijkbloeiende klimplant behoort tot de zijdeplant familie (Asclepiadaceae) en is dus nauw verwant aan de zijdeplant (Asclepias), wasbloem (Hoya) en de bruidsbloem (Stephanotis). Hoewel de orchideeachtige bloemen niet opvallend groot zijn en niet zo´n sprekende kleur hebben, vallen ze toch wel in het oog. Op de koop toe geurt ze nog ook. Helaas wordt ze niet zoveel aangeboden.

    Het natuurlijk verspreidingsgebied is in het oostelijk deel van het Middellandse Zee gebied en het westen van Azië.

    De geslachtsnaam periploca is een Latijnse transcriptie van het Griekse periplŏkê, van peri (rondom) en plekein (draaien), dus een windende plant. De soortnaam gracaeca is niets meer dan de Latijnse naam voor Griekenland.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    11-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pseudofumaria lutea
     

    Pseudofumaria lutea


    Botanische naam  : Pseudofumaria lutea
    Nederlandse naam : Gele helmbloem
    Herkomst         : Oorspronkelijk uit het zuiden v/d Alpen
    Bijzonderheden   : ook voor muren, wettelijk beschermd
    Grondsoort       : alle
    Vochtbehoefte    : normaal, vochtig
    Licht            : half schaduw, zon
    Groep            : vast,kruiden
    Gebruik          : pionier
    Hoogte           : 0.10-0.30
    Vorm             : pol
    Bloeikleur/vorm  : geel
    Bloeitijd        : mei, juni, juli, augustus, september
    Vermeerdering    : zaaien
    Concurrentiekra  : matig


    Standplaats:
    De plant heeft voorkeur voor een plek in de halfschaduw op licht zure, humusrijke grond.

    Kenmerken:
    Bloemen goudgeel. Bladstelen van boven vlak, zonder duidelijk afgescheiden vleugelranden. Zaden glanzig, zeer fijn korrelig-rimpelig, met afstaand, getand aanhangsel.

    Bloemen :
    De 15-30 cm hoge plant bloeit van mei tot september, maar bij een gunstig voorjaar kan de bloeiperiode al in april inzetten. De langwerpige bloemen zijn 3 mm breed en 15-20 mm lang. De bloemetjes zijn gegroepeerd in dichte trosjes. De kleine kelk valt aan het begin van de bloei af. Het zaad heeft een mierenbroodje, waardoor het door mieren verspreid wordt.

    Planten :
    Groeiplaatsen: Oude muren (van gebouwen, tuinmuren, kerkhofmuren en langs beken, kasteelgrachten en kaden), in spleten van bestrating, spoorwegterreinen, rotswanden, puinhellingen, stadswallen en aan de voet van stalmuren

    Eigenschappen:
    De gele helmbloem (Pseudofumaria lutea, synoniem: Corydalis lutea) is een vaste plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae).
    Uit de bijna massieve knol ontspruiten stengels met tweevoudig tot drievoudig geveerde bladeren.

    De plant wordt in België en Nederland veel in tuinen aangeplant, waar hij geregeld beteugeld moet worden om te voorkomen dat hij zich te sterk uitbreid. In Nederland is de plant in het wild beschermd.

    Onder de oppervlakte heeft de helmbloem een vrijwel geheel massieve knol. In het voorjaar ontspruiten uit deze knol stengels met dubbel tot drievoudig geveerde bladeren.


    Weetjes :

    De Pseudofumaria lutea wordt ook wel Corydalis lutea genoemd en behoort tot de familie Papaveraceae. De Nederlandstalige naam van deze Pseudofumaria is Gele helmbloem. De Pseudofumaria lutea heeft een groen blad en een geel kleurige bloem. Deze vaste plant bloeit in mei, april, juni, juli en augustus en wordt ongeveer 30 cm hoog.

    De Pseudofumaria lutea heeft vochthoudend matig voedselrijk grond nodig. De beste plek voor deze vaste plant is: licht schaduw.

    Onderhoud Pseudofumaria lutea
    Een hele gemakkelijke plant, die zich sterk uitzaait. Het dichte gewas geeft onkruid geen kans. Houd de plant binnen de perken door jong plantjes uit te trekken. De plant kan ook worden gescheurd.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    10-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Salix babylonica
     

    Salix babylonica


    Botanische naam  : Salix babylonica 'Tortuosa'
    Nederlandse naam : Kronkelwilg, Slangewilg
    Herkomst         : Frankrijk
    Bijzonderheden   : gekruld blad
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Gebruik          : parken, tuinen, solitair
    Hoogte           : 8.00-15.00 m
    Vorm             : bol
    Kroon            : half open
    Bloeikleur/vorm  : onopvallend, katjes
    Bloeitijd        : april
    Blad             : bladverliezend, geel
    Twijg/stam       : gedraaid

    Standplaats:
    lichtbehoefte zon ,groeit graag op een vochtige grond, maar stellen verder weinig eisen. Zowel in volle zon als halfschaduw

    Kenmerken:
    een kleine, maar snelgroeiende boom, met sterk gekrulde takken. Het blad is onderaan blauwgroen gekleurd.
    Een kronkelwilg wordt tot wel twaalf meter hoog. De uiterlijke verschijningsvorm is opgaand breed vaasvormig. De bladen zijn lijnvormig tot lancetvormig en worden vijf tot zes centimeter lang. Ook de bladen vertonen een lichte spiraalvormige draaiing. De bovenzijde van het blad is sappig groen en de onderzijde geelgroen van kleur

    Bloemen :
    Bloemkleur: Geel, Groen
    Bloeimaand: April

    Planten :
    Bij voorkeur planten in de volle zon.
    Door te weinig zon maken ze te slappe twijgen en bladeren.

    Gebruikte delen:
    Wilgenhout wordt net als het hout van populieren gebruikt voor het maken van klompen en papier. De rem, de vang, bij windmolens bestaat uit blokken wilg.
    Eénjarige scheuten worden gebruikt voor vlechtwerk.
    De houtskool van de wilg wordt gebruikt in buskruit; het heeft een veel hogere verbrandingssnelheid dan bijvoorbeeld barbecue-houtskool. 'Pine charcoal' (houtskool van grenenhout) wordt in bepaalde composities voor vuurwerk gebruikt. Gemengd met de juiste stoffen wordt een effect bereikt, dat bestaat uit donkere vonken die lang blijven hangen

    Werkzame bestanddelen:
    het is een inheemse plant, nektar- en stuifmeelproductie.

    Eigenschappen:
    - de plant heeft mooie herfsttinten
    - geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema
    - deze plant vraagt of gedijt goed op vochthoudende gronden
    - plant heeft opvallende takken, twijgen of schors

    Vermeerderen :
    - door het nemen van winterstekken
    - takken in water
    Een kronkelwilg kan worden gestekt. Een jonge, korte scheut leent zich daar het beste voor. Plaats de takken in heel vochtig zand. Laat de stek daarin een halfjaar of meer staan. Daarna is het jonge struikje te verplanten

    Weetjes :
    Wilg (Salix) is een geslacht van tweehuizige bomen en struiken uit de wilgenfamilie (Salicaceae). Wilgen zijn bladverliezende bomen met verspreide bladstand. De knop heeft één knopschub. De bloem van de wilg heeft de vorm van een katje en groeit uit de zijknoppen van een éénjarige twijg. De wilgenkatjes zitten of staan, dit in tegenstelling tot populieren die hangende katjes hebben.

    De pluizige zaden worden door de wind verspreid maar zijn slechts korte tijd kiemkrachtig. De meeste soorten zijn te vermenigvuldigen door middel van stekken.

    Wilgen zijn pioniersoorten met een grote lichtbehoefte. Wilgen komen in Nederland en Vlaanderen veel voor langs sloten en plassen. Wilgen houden namelijk over het algemeen van een vochtige bodem en groeien zeer snel.

    Deze Salix babylonica ´Tortuosa´ wordt nog vaak als Salix matsudana ´Tortuosa´ aangeduid. Hij is de laatste jaren vooral bekend geraakt door het gebruikt als decoratieve (en versierde) paastakken. De takken zijn dan ook gemakkelijk en lang op water te houden. Menig tuinliefhebber plantte nietsvermoedend na Pasen zijn paastakken in de tuin. Verwondering alom nadien, want de krulwilg groeit stevig door, en kan tot 10 meter hoog worden. Gelukkig laat de krulwilg zich ook gemakkelijk sterk snoeien.

    Kronkelwilgen houden wel van vocht. Op drogere gronden groeien ze ook, maar laten veel (geel) blad vallen tijdens droogteperiodes. Ook komen dan meer droge takken voor.

    Opvallend zijn de gedraaide, vaalbruine twijgen die lijken op kurketrekkers. De lijn- tot lancetvormige bladeren zijn eveneens gedraaid en 5 tot 10 cm lang. Ze verkleuren in de herfst van helgroen naar geel. Omdat de krulwilg zo'n decoratief karakter heeft wordt hij vaak aangeplant. Ze bloeien in april maar dit stelt weinig voor.

    Krulwilgen zullen na enige tijd veel droge takken bezitten die het uiterlijk ontsieren. Jaarlijks de dode twijgen wegsnoeien lijkt aangewezen. Ze groeien vrij spontaan met meerdere harttakken uit tot een meerstammige boom. Maar het mooist is toch de plant op te kweken met 1 centrale harttak.

    Salix matsudana of krulwilg - ook bekend als Chinese wilg - werd genoemd naar de Japanse botanist Sadahisa Matsudo. De soort staat erom bekend zich zeer gemakkelijk te laten stekken. Het volstaat een tak van 1-3 cm in diameter tussen november en april - wanneer het blad van de boom is - in voldoende water te steken om wortelgroei te verkrijgen. Ook later heeft de boom, die zeer groot en breed uitgroeit, veel water nodig. De takken zijn populair voor het versieren van bloemstukken.

    Volgens het bijgeloof zou de wilg een sterke magische lading hebben. Bij de Germanen was de boom een symbool van de dood. Heksen zouden in de kruinen van de wilgen rusten. Vroeger maakte men daarom fluitjes uit wilgenhout om heksen en duivels te verjagen.

    Een gebruik bij voodoo-praktijken is een knoop leggen in een wilgentak. Daarmee zou men van op afstand iemand anders in het nauw kunnen drijven.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    05-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kalender Februari
     

    KALENDER FEBRUARI


    KALENDER FEBRUARI KAMERPLANTEN

    ZAAIEN:
    -Op een lichte warme plaats zaaien van;de grond voldoende vochtig houden.
    --BROWALLIA--GAZANIA--GLOXINIA--MIMOSA--EXACUM--BEGONIA--
    -Voor het balkon vanaf half februari;
    --VLIJTIG LIESJE--SIERTABAK--LOBELIA--PETUNIA--AGERATUM--VUURSALIE--

    PLANTEN:
    -Bij zacht weer op het eind van de maand op een beschutte plaats;
    --PRIMULA'S--VIOOLTJES--VERGEET-MIJ-NIETJES--

    BLOEIENDE PLANTEN:
    -Bloeiende kamerplanten rijkelijk gieten en regelmatig voedsel geven.
    --CINERARIA--AMARYLLIS--CAMELLIA--CLIVIA--COLUMNEA--PRIMULA--CALCEOLARIA- --CYCLAMEN--

    SNOEIEN EN VERPOTTEN:
    -Grote planten die te vol zijn doorgeworteld verpotten en langzaam wat meer water geven.
    -Snoeien:
    FUSCHIA'S--GERANIUMS--STRUIKMARGRIET-- -Verpotten:--KERSTCACTUS--SMITHIANTHIA--EUCOMIS--ACHIMENES--

    VERMEERDEREN:
    -Stengel stek :--DRACAENA'S--DIEFFENBACHIA'S--
    -Kopstek : --FELICIA--SIERNETEL--
    -Wortelknollen delen :--CALADIUM-- -Scheuren :--KAAPS VIOOLTJE-- -Tussenstek :--KLIMOP-- -Marcotteren :--FICUS--
    -Enten :--CACTUSSEN--

    TIPS :
    -Clivia heeft vermoedelijk een bloeistengel gemaakt.De plant komt dan op een lichte plek en krijgt meer water.
    -Een leuke klimmer is SUZANNE MET DE MOOIE OGEN die eind deze maand kan gezaaid worden.


    KALENDER FEBRUARI SIERTUIN

    ZAAIEN:
    -Vanaf midden februari worden verschillende eenjarigen gezaaid,o.a.;
    --SALVIA - -PETUNIA - -ZINNIA - -ANJERS- - PHLOX - - IJZERHARD- -AGERATUM- - IMPATIENS- --COBAOEA - -CANNA --CELOSIA --NEMESIA - - IPOMOEA - - LATHYRUS- -GERANIUMS- - LEEUWEBEKJES--RIDDERSPOOR--TAGETES--ALYSSUM--

    -LATHYRUS kunnen we nu ook inzaaien waarna het begin juli bloeit.

    -IPOMOEA (Pronkwinde):vanaf midden februari in potten van 10 tot 14 cm,per potje neemt men 5 tot 10 zaden die ongeveer een halve cm diep in vochtige zaaigrond gelegd worden.

    -ALYSSUM : febr. -maart binnenshuis bij een temperatuur van 20 fC. De kiemtijd is ongeveer 14 dagen waarna de plantjes in potjes worden verspeend om ze in mei uit te planten.

    -SALVIA :of VUURSALIE (de eenjarige) worden al vroeg in kistjes gezaaid, broesen of vochtig houden tot bij de opkomst is noodzakelijk. Als de plantjes vier echte blaadjes hebben kunnen we gaan verspenen.

    PLANTEN:
    -Nog niet te oude maar op de verkeerde plaats staande struiken en bomen bij vorstvrij weer verplanten.
    -Tijdens vorstvrije periodes kunnen rozen en bladverliezende heesters worden uitgeplant.
    -Sierstruiken en bomen met vallend blad kunnen worden geplant.
    -In een vochtig turfbed vormen volgende knollen en bollen al zijscheuten;
    KNOLBEGONIA - -ACHDfENES- -DHALIA --GLOXINIA - -SININGIA ' S-- -KNOLBEGONIA :

    SNOEIEN:
    -Te groot geworden en overhangende sierstruiken die in de zomer of het late voorjaar bloeien.
    -MEIDOORN- -KARDINAALSMUTS--DEUTZIA ' S--RANONKELSTRUIK - -GANZERIK --HYPERICUM- -LAVENDEL-- VLINDERSTRUIK - -SPIREA --

    Snoeien na de bloei:
    --CHINEES KLOKJE--SPIRAEA ARGUTA--BLOEIENDE JASMIJN--PRlJNlJS TRILOBE-- --TOVERHAZELAAR--RIBES--TAMARISK--CLEMATIS--SERING--BRUIDSLUIER--CALLICARPA TROMPETBLOEMEN

    -Van de tuinhortensia's wordt alleen de PLUIMHORTENSIA-(hydrangea panicu- lata) sterk teruggesneden.
    -Snoeien van besdragende en bladheesters.
    -Februari is de beste periode voor het snijden aan DRUIVELAARS .Als men het vroeger doet ,is er kans dat de ranken(ogen) invriezen en als men later ver- wondt, gaan de planten veel sap verliezen.
    -Van bladhoudende planten en naaldgewassen (koniferen) blijven we zeker nog een maand met de snoeituigen af.
    -Oude PELARGONIUMplanten (Geranium)worden nu tot op een hoogte van 15 tot 20 cm ingekort. Steeds afsnijden juist boven een stengelknoop. Na deze in- greep moeten de planten worden verpot. Daarbij alle aarde van de wortels schudden en vervangen door nieuwe voedzame potgrond. De bloempot zelf zo klein mogelijk kiezen.

    VERMEERDEREN:
    -Als u nu de sterke parkrozen stekt kunt u uw eigen rozen kweken.

    Winterstekken
    kunt u best nu snijden. Nadat de snijwonden opgedroogd zijn ,de busseltjes voor 2/3 ingraven langs de noordzijde van een muur. Goed aanduwen.

    -WORTELSTEK:
    kan in volle grond of onder glas plaats vinden.De stukjes wor- tel zijn afgesneden op 5 - 8 cm lengte.
    --ARABIA ELATA (hemelboom) --BUDDLEIA ALTERNIFOLIA--CHAEHAMELIS--HIBISCUS- - RHUS TYPHINA ( fluweelboom) - -FRAMBOOS --
    -Chrysanten kunnen we nu stekken en aan de groei brengen op een lichte koele plaats bij 12°C,de stekken hebben een lengte van 8 cm.

    -WATERSTEKKEN:
    stekken in water gevulde potjes of flesjes enz. --BEGONIA--FUSCHIA--IHPATIENS (vlijtig liesje)--

    -BLADSTEK: --BEGONIA--SAINTPAULIA--

    BLOEIENDE PLANTEN:
    - -CINERARIAS - - LACHENALIA ' S - -CROCUS - -NARCIS - -HYACINT- -HAEJfANTHUS - -CAMELIA --
    --HIPPEASTRUM--ABUTILION--JASMINllM--BORONIA--BROWALLIA--BELAPERONE(garnaal- plant) --DAPHNE HEZERIUM(peperboompje) --CORNUS }{AS (kornoelje) --VIBURNUH-- --ERICA CARNEA(heidesoorten)--

    GAZON:
    -Het is nu de tijd om een grondmonster te nemen en te laten onderzoeken. -U kunt nog altijd wat kalk strooien.
    -Als de grond bevroren is het gazon zo weinig mogelijk betreden.

    TIPS:
    -Uiterlijk aan het eind van deze maand de nestkastjes schoonmaken en repareren.De minimale ophanghoogte vanaf de grond is 2 meter. Zorg voor voldoende onderlinge afstand.
    -Bij sneeuwval de coniferen voorzichtig door schudden om ze van de sneeuw- last te bevrijden.
    -In deze maand kunt u al zomerbollen voor de tuin aanschaffen en op een wanne plaats voortrekken.
    -Tegen schimmelziekten de grond nu al met gier van heennoes of boerenwonn- kruid besproeien.
    -Bij mooi weer kan in de bloemperken alvast wat mest ingewerkt worden.
    -In de fruittuin kunnen we bij een zonnige vorstvrije dag gebruik maken om een 6% oplossing van vruchtboomcarbolium te spuiten. Zorg ervoor dat alle delen goed geraakt worden, ook de twijguiteinden.Alleen de perzikbomen ver- dragen deze behandeling niet.

    -FRUITBOMEN-EN STRUIKEN
    1/ Snoeien
    2/ In de eerste helft van de maand besproeien met Carbozil of een ander carbolineum voor fruitbomen (deze behandeling doodt bladluize- eitjes,parasieten,wieren en korstmossen)
    3/ Rondom en tussen de bomen of struiken een dikke laag compost leggen. -BORDERS:Strooi wat kunstmest tussen de planten en spit het voorzichtig zo een 10 cm diep in de grond.

    -Wil u voorkomen dat MUNT straks alles overwoekert dan moet u nu de onder- gronds wortelende uitlopers zo veel mogelijk opgraven en wegsnoeien.

    ZIEKTEN EN PLAGEN:
    -GROENE SPARRELUIS:Zijn bladluizen die de naalden uitzuigen zodat deze dan geel worden en afvallen. Aangeraden Pirimor of Plantschoon.Zie maart.,.'",,-

    WEERSPREUK:
    -Geeft februari klaverblad, Pasen dekt met sneeuw het pad



    KALENDER FEBRUARI MOESTUIN

    ZAAIEN:

    -IN HUIS :--KOLEN--VROEGE PEULVRUCHTEN--SLA--ANDIJVIE--PAPRIKA--TOMAAT- --AUBERGINE--PETERSELIE--SELDERIJ--

    -In de kas of serre:--KROPSLA--PLUKSLA--SNIJSLA--BOSUITJES--RADIJS--PEEN-- --RAAPSTELEN--SPINAZIE--

    -In volle grond:--RAAPSTEELTJES--SPINAZIE--RADIJS--PEEN--SLA--ZOMERPREI-- --KERVEL--ERWTEN--TUINBONEN--BORAGE--SPRUITJES--

    PLANTEN:
    -In bak of serre:--KROPSLA--BLOEMKOOL--
    -In volle grond :--SJALOT--LOOK--PLANTAJUINTJES--

    VERMEERDEREN:
    -Stekken van bessestruiken:Van het lichtgekleurde eenjarige snoeihout van bessen zijn goede stekken te maken.Stukjes tak van 20 cm worden op een be- schutte plaats voor ongeveer de helft in de grond gestoken.In het najaar zijn de takjes beworteld en kunnen ze uitgeplant worden.
    -Tegen het eind van de maand woorden bij de zwarte bessen en de kruisbessen de topjes van de takken verwijderd als preventieve maatregel tegen de Amerikaanse kruisbessenmeeldauw.

    SNOEIEN:
    -Op vorstvrije dagen kunnen nog altijd vrijwel alle fruitsoorten worden gesnoeid.Alleen steenvruchten zoals bv.KERS--PERZIK--PRUIM-kunnen beter in de zomer onmiddellijk na de oogst worden gesnoeid.
    -Niet langer wachten met het snoeien van druiven en kiwi 's,de kans dat de snoeiwonden gaan bloeden wordt steeds groter.

    TIPS :
    -De lijmbanden kunnen worden verwijderd en verbrand.
    -Stammen van bomen beschermen door ze in te smeren met witte boompap.
    -Vroege aardappels worden voorgekiemd op een koele plaats waar volop licht is bij een temperatuur van ca.10'C. -Perzikbomen die buiten staan worden met zwavel behandeld tegen de krulziekte zodra de knoppen beginnen te schuiven.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    03-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rhipsalidopsis
     

    Rhipsalidopsis


    Botanische naam  : Rhipsalidopsis rosea
    Nederlandse naam : paascactus
    Bloeitijd        : april
    Bloemkleur       : rozerood
    Hoogte min-max   : 0.5-0.5
    Bladeren         : kantige twijgen


    Standplaats:
    De bloeitijd is door temperatuur en daglengte te regelen. Belangrijk is de rustperiode: wordt deze niet gegeven dan komen er helemaal geen bloemen. Zet ze op de vensterbank, maar niet te zonnig en 's zomers op het balkon. In de zomer royaal gieten en tot augustus af en toe spaarzaam bemest worden. Na de bloei kan de plant verpot worden en daarna wordt hij vaak op een beschutte, beschaduwde plek in de tuin gezet. In de herfst de planten binnenhalen vóór de eerste vorst naar een koele overwinteringsplaats.

    Kenmerken:
    Rhipsalidopsis rosea groeit meer rechtop met leden van 2 tot 5 cm lang.

    Bloemen :
    Bloemen rozerood, geurend.
    In tegenstelling tot de kerstcactus bloeit deze paascactus in het voorjaar.
    Hij bloeit in de lente gedurende 2 tot 3 weken. Als de bloemknoppen verschijnen de plant niet meer draaien om knopval te vermijden. Geef weer meer water als de bloemen verschijnen

    Planten :
    Rhipsalidopsis verlangen een zwakzurig substraat (pH 5). Kalk dient men beslist te vermijden! De grond moet steeds vochtig blijven. De lucht mag nooit te droog zijn, anders vallen de leden snel af.

    Eigenschappen:
    In de winter moeten ze licht en koel staan bij 10-15°C. Een temperatuurschok kunnen ze niet verdragen. Het beste voelen ze zich als ze een vaste standplaats hebben, waarbij ze niet worden gedraaid. Bij 17-20°C moet de daglengte beslist onder de 12 uur liggen. Spaarzaam gieten net zoveel dat de plantenleden niet schrompelen.

    Vermeerderen :
    Wordt ook meestal geënt omdat de plant dan beter groeit.
    Kan het eenvoudigst door afleggen.
    Kan ook door stekken in mei topjes van de stengel af te snijden. Vervolgens een dag laten drogen en stekken bij 20-25°C.
    Rhipsalidópsis gaértneri kan ook worden gezaaid.
    Als de plant goed aan het groeien is, is het moment gekomen om stekjes te nemen. Neem geen oude leden want die bewortelen niet goed! De stekjes moeten volledig gaaf zijn om te kunnen bewortelen. Kerstcactus en Paascactus worden op dezelfde manier vermeerderd.
    In een flesje water of vochtige grond bewortelen de stekjes na enkele dagen

    Ziekten en plagen
    Knopval ontstaat door het draaien van de pot.
    In de tuin kunnen slakken de planten belagen.
    Spint en wolluis komen een enkele keer voor

    Weetjes :

    Na de bloei mag de paascactus verpot worden in gewone potgrond. Blijven water geven tot oktober. Dan minderen met water geven. De bloei, die mag verwacht worden in de lente, volgt na een droogteprikkel.

    De paascactus doet zo op het eerste gezicht veel aan een lidcactus denken, maar de bloempjes zijn helder rood en deze soort bloeit meer in het voorjaar. Er bestaat grote verwarring omtrent de juiste benaming, soms komt ze ook voor als Epiphyllopsis gaertneri. Ze groeit hoog in de bomen en is dus een soort die de gewone cactusgrond niet kan verdragen. U zult gewone bloemistengrond moeten gebruiken en daardoorheen een beetje turfmolm doen.

    De plant wordt ook dikwijls geënt, wat u op de onderstam van de Pereskia of de echte bladcactus kunt doen.

    De plant dient u in het najaar en in de winter aan de groei te houden, pas half februari mag ze een beetje rust hebben. dan minder water geven en niet meer bemesten.

    Zodra de rode bloemknopjes tevoorschijn komen, zult u meer water mogen geven en is ook dagelijks besproeien heel nuttig. De plant, als ze eenmaal bloemknoppen heeft, zo min mogelijk verplaatsen en ook niet draaien ten opzichte van het zonlicht en tegen de felle zon beschermen.

    Ze zou 's zomers ook met pot en al op een licht schaduwplekje in de tuin kunnen worden ingegraven.

    Tegen begin oktober moet ze weer naar binnen, in een matig verwarmde kamer.

    Als ze verpot moet worden, kan dat best direct na de bloei.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (13 Stemmen)
    01-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dracaena
     

    Dracaena


    Botanische naam  : Dracaena draco
    Nederlandse naam : Drakenbloedboom
    Herkomst         : Canarische Eilanden
    Bijzonderheden   :
    Vochtbehoefte    : licht vochtig houden
    Licht            : half schaduw, zon
    Blad             : wintergroen
    Hoogte           : tot 3 m
    Bloeitijd        : vroeg i/d zomer,zelden in de kamer
    Vermeerdering    : stekken, zaaien
    Voedingsbehoeft  : om de week
    Overwintering    : temperatuur 4- 8 ø, temperatuur 8-12 ø, licht


    Standplaats:
    lichtbehoefte: zon, halfschaduw. Beschutten voor direkte zon

    Kenmerken:
    De tot 12 m hoge plant wordt gekarakteriseerd door een of meerdere stammen met een dichte, parapluvormige kroon met dikke bladeren. Het is een langzaam groeiende plant, die er tien jaar over doet om een hoogte van 1 m te bereiken. Omdat de plant een eenzaadlobbige is, heeft deze geen jaarringen. De leeftijd van de plant kan alleen geschat worden aan de hand van het aantal vertakkingen. Van de planten wordt aangenomen, dat ze duizenden jaren oud kunnen worden. Het oudste, bekende exemplaar groeit in Icod de los Vinos op het noordwesten van Tenerife.

    Planten :
    •Matig plantenvoeding geven.
    •Kan buiten als kuipplant in de zomer.
    •Kan eeuwen oud worden.
    •Besproeien mag, maar is niet noodzakelijk.

    Gebruikte delen:
    Uit de hars van de bast wordt een rood plantensap gewonnen, dat onder de naam ´drakebloed´ in de cosmetica wordt verwerkt. In het verleden werd hieruit ook een rode verfstof bereid die door vele meesters van de oud Vlaamse schilderschool in doeken werd verwerkt.

    Werkzame bestanddelen:
    Drakenbloed werd nog recentelijk gebruikt voor medicinale en cosmetische doeleinden, en verder als kleur- of verfstof. Italiaanse vioolbouwers, bijvoorbeeld, voegden het toe aan de lak van door hen gebouwde instrumenten.

    Eigenschappen:
    deze plant is vorstgevoelig
    deze plant is wintergroen (groenblijvend)
    geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema

    Vermeerderen :
    Zaaien,stekken,marcotteren of stamstekken

    Soorten :
    -Dracaena fragrans
    -Dracaena draco
    -Dracaena deremensis
    -Dracaena marginata
    -Dracaena sanderiana
    -Dracaena succulosa

    Weetjes :

    De drakenbloedboom (Dracaena draco) is een plant die van nature voorkomt op de Canarische Eilanden, Kaapverdië en Madeira.

    Momenteel is de plant vrijwel niet meer in wilde staat te vinden.

    Als de bast wordt ingesneden of de bladeren worden gekneusd, scheidt de plant een roodachtig hars uit, dat bekend staat als drakenbloed. Dit werd gebruikt door de Romeinen en Middeleeuwse alchemisten. De mensen geloofden dat het bloed was van Europese draken.

    Op de Canarische eilanden speelde de drakenbloedboom een belangrijke rol in het religieuze leven van de oorspronkelijke bewoners, de Guanches. Daarnaast gebruikten zij het sap van de boom als helend smeersel en om hun doden te balsemen. In de Middeleeuwen bracht men het sap in verband met hekserij omdat het, aan de lucht blootgesteld, oranjerood kleurt. Vandaar de naam drakenbloed.

    Mythologie
    De drakenbloedboom (dracaena draco) is ontstaan uit het bloed van de honderdkoppige draak, Landon, die door Hercules (of Herakles) werd gedood. Landon bewaakte drie gouden appels in de tuin van de Hesperiden, dit waren huwelijkskado's van Gaia aan Hera.

    Uit een van Hera's echtgenoot Zeus' buitenechtelijke relaties werd Hercules geboren.

    Nadat Hercules was getrouwd, maakte Hera hem gek, waarop hij zijn eigen vrouw en kinderen doodde. Hercules vond dat hij hiervoor moest boeten en raadpleegde het orakel van Delfi, dat hem beveelde twaalf jaar in dienst van zijn neef koning Eurystheus te treden. Gedurende deze periode gaf Eurystheus hem twaalf taken: de 'werken van Hercules'. Het elfde werk van Herakles was het veroveren van de gouden appels. Hera plaatste de draak na zijn dood als sterrenbeeld aan de hemel.

    Geschiedenis
    Oeroud, nu van nature nog op de Canarische eilanden. De oorspronkelijke bevolking van de Canarische eilanden, de Guanches, gebruikte het drakenbloed voor huid versieringen, wondheling en als middel tegen ernstige buikloop. De Spanjaarden namen graag drakenbloed mee naar Europa, waar het o.a. gebruikt werd als houtafwerking. Stradivarius lakte er zijn violen mee.

    Verzorging
    --De drakenbloedboom is een boompje, waar je levenslang plezier van hebt.
    --Geef haar geregeld water, aarde niet uit laten drogen.
    --Zij houdt van zon, maar verdraagt schaduw.
    --Om de 1 a 2 jaar verpotten in gewone onbemeste potgrond.
    --Gebruik een iets grotere pot met een gat, zodat de wortels niet in water komen te staan.

    Dracaena draco groeit in de natuur in een droge omgeving.

    Wetenschap
    In 2004 zijn er stoffen geisoleerd uit de Dracaena draco, die werken als cytostatica bij een type leukemie. Met name icogenine werkt celdodend bij myeloide leukemie. Ook andere stoffen uit de dracaena draco worden onderzocht op hun mogelijke gunstige werking tegen kanker.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)
    27-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Galanthus
     

    Galanthus
    Sneeuwklokjes

    Sneeuwklokjes, de aankondigers van de lente. Als ze verschijnen, weten we dat de vogeltjes binnenkort weer beginnen fluiten en dat de zon langer zal. schijnen. En dan duurt het niet zo heel lang meer vooraleer we onze rokjes en picknickmanden weer uit de kast mogen halen. Bloei vanaf tien graden

    WANNEER
    Afhankelijk van de plaats en de temperatuur kunnen sneeuwklokjes bloeien in de periode tussen januari en maart. Hoe kouder het is, hoe langer de bloei.

    HOE
    Sneeuwklokjes hebben meestal maar één bloemstengel en twee (of soms drie) bladeren. Elke bloem telt zes bloembladen, waarvan de binnenste drie een groene vlek hebben. De bloemen openen zich pas als het tien graden is.

    VERSPREIDING
    Na de bloei verschijnt een bes waarin het zaad zit. De bes wordt steeds zwaarder en op het moment dat ze rijp is, raakt ze de grond en springt ze open. Mieren kunnen dan met de zaden gaan lopen en zorgen zo voor de verspreiding.

    Mooi in groepjes
    Het mooiste effect krijg je door sneeuwklokjes in groepjes aan te planten. Je kan ze echter ook combineren met: Cyclamen ; coum, .winterakonieten helleborus, Primula ,viooltjes' ,Pulmonaria, Krokus, scilla, chionodoxa, vroegbloeIende narcissen, enzovoort.

    Opgepast giftig
    In de bollen van sneeuwklokjes zitten alkaloïden. Dat zijn organische verbindingen die giftig tot zeer giftig zijn. Tot de alkaloïden behoren onder meer cocaïne, morfine, strychnine en kinine. Let op met het water waarin een boeketje sneeuwklokjes heeft gestaan. Als een kind er toch van zou drinken, kunnen er vergiftigingsverschijnselen optreden.


    Melkwitte voorjaarsbloeier

    FAMILIE
    Sneeuwklokjes behoren tot de familie van de Amaryllidaceae. Het is een bolgewas.

    SOORTEN
    De beste en meest toegepaste soorten voor de tuin zijn
    -Galanthus nivalis, die zo'n twaalf centimeter hoog wordt, en
    -Galanthus elwesii. Die laatste is het Turkse sneeuwklokje: de soort wordt iets hoger, heeft een breder blad en bloeit vroeger. De bloempjes verschijnen al in december.
    Galanthus nivolis is de beste soort om te laten verwilderen. Galanthus nivalis 'Flore Pleno' is een soort met mooie dubbele bloemen.

    NAAM
    De naam 'Galanthus' verwijst naar de melkwitte bloemen. Gala is Grieks voor melk en anthos bètekent bloem. Nivalis betekent sneeuw.

    Planten in halfschaduw

    WANNEER?
    Plant de bloembollen in september of oktober in volle grond op een diepte van zes tot acht centi- : meter. Plant de bloembollen zo snel mogelijk nadat je ze gekocht hebt, want ze zijn gevoelig voor uitdroging. Als je geen bloembollen geplant hebt, kun je in tuincentra in pot geteelde plantjes kopen.

    WAAR?
    Sneeuwklokjes verkiezen een vruchtbare, vochtige maar goed doorlatende, grond van zand, klei of veen. De bodem mag vooral in de zomer niet uitdrogen
    Lichte zandgrond moet je verbeteren met compost, bladaarde of bodemstructuurverbeterende middelen.
    Zware kleigrond of te vochtige grond kun je bijvoorbeeld met Japans split mengen.
    De plantjes staan liefst in schaduw of halfschaduw. Je kunt sneeuwklokjes ook in het gazon aanplanten op voorwaarde dat je het gras niet maait voor het loof is afgestorven.

    VERMEERDEREN
    Flinke bollen kun je na drie jaar op graven, splitsen en verder uit elkaar planten.
    Sneeuwklokjes vermeerder je best als zij nog in blad staan. Graaf ze tegen het einde of na de bloei. Op en verdeel ze in klompjes van een vijftal bolletjes en plant ze opnieuw uit

    IN POT
    Sneeuwklokjes laten zich ook goed opkweken". in potten. Hiervoor kun je in augustus of september enkele bolletjes in potjes planten , de bollen bedekken met een laagje grond van twee tot drie centimeter en ze op een koelplek (tussen de twee en zes graden) zetten.


    Zuiderse oorsprong

    ZUID-EUROPEES
    De oorspronkelijke groeiplaats van sneeuwklokjes zijn de bosachtige streken in Zuid- Europa en Turkije.

    BIJ ONS In onze streken werden ze vooral in kloostertuinen en op kerkhoven aangeplant. Nonnen zagen ze als symbool van zuiverheid en gebruikten ze om de kerk te versieren op Maria-Lichtmis.

    STINZENPLANT
    Sneeuwklokjes worden als 'stinzenplanten' beschouwd. Dat zijn goed inge- burgerde, maar niet inheemse planten. Een 'stins' is een stenen huis van een adellijke persoon of iemand anders van aanzien, dat na 1400 in Friesland werd gebouwd als een soort vluchttoren. Na 1600 raakten de stinzen hun verdedigende functie kwijt. Vanuit de tuinen van die huizen hebben de stinzenplanten zich dan verder verspreid.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    21-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Begonia sutherlandii
     

    Begonia sutherlandii

    Botanische naam  : Begonia sutherlandii
    Nederlandse naam : Afrikaanse knolbegonia
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : diverse kleuren
    Grondsoort       : alle,doorlatend
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw
    Wind             : gevoelig
    Groep            : knol
    Gebruik          : borders, kuipen/potten, vakken
    Hoogte           : 0.15-0.30 m
    Bloeikleur/vorm  : oranje
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Plantdiepte      : 0.05-0.10 m



    Kenmerken:
    In de tuin best onder een struik of boom plaatsen, of uit de wind en de regen.
    De plantjes zijn zeer tenger en breken snel af, daarom opletten bij het uitplanten !
    Planten vanaf februari - maart (met risico). Na de ijsheiligen van 15 mei is het meeste vorstgevaar geweken.
    Zet de planten onderling 30 cm uitéén, om een goede groei te bewerkstelligen. Voorzie ook een goeie portie kompost, deze houdt goed het water vast.

    Bloemen :
    Door het kleine, lichtgroene blad en de vele kleine oranje bloemen, is deze hangbegonia minder opzichtig dan zijn soortgenoten met de grote, felgekleurde bloemen

    Planten :
    De knollen worden in februari - maart in huis of in de serre in potten geplant. Vanaf half mei, als alle vorstgevaar geweken is, kunnen de planten in de tuin of in bloembakken worden geplant op een beschutte en schaduwrijke plaats. Voeg regelmatig een beetje mest toe aan het gietwater of gebruik traag werkende organische meststoffen.

    Eigenschappen:
    Verwijder regelmatig de verwelkte bloemen; dit bevordert de bloei. De knolbegonia bestaat in veel soorten en kleuren.

    Vermeerderen :
    Knolbegonia's worden door zaad vermeerderd. Dit wordt door telers gedaan die deze planten het eerste jaar verzorgen. Dit zaad is zeer klein. Bij bepaalde soorten kan dit makkelijk oplopen tot 20 000 zaadjes en meer in één gram.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (11 Stemmen)
    17-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.luister naar je planten
     

    LUISTER NAAR JE PLANTEN

    Ook planten kunnen spreken. De kunst is echter ze te verstaan. Hun taal is de onze niet, het IS een gebarentaal waarmee ze de aandachtige liefhebber meedelen of ze het goed of slecht hebben. Net

    zoals je mensen hebt die aanleg hebben voor vreemde spreektalen zijn er die aanleg hebben om deze gebarentaal te verstaan.

    Maar je kunt het ook Ieren, neen, niet met een Assimil-methode, gewoonweg : door observeren: kijken en luisteren.

    Een voorbeeld, als het ware uit de eerste les:

    planten laten hun bladeren en twijgen hangen wanneer ze een groot tekort aan water hebben.

    De planten laten een zeer duidelijk teken zien. Toch wil dat nu ook weer niet zeggen dat elke plant met treurende bladeren onmiddellijk water nodig heeft.

    Het kan ook zijn dat ze water teveel heeft en gewoon aan het rotten gaat.

    Het spreekt voor zichzelf dat men eerst nagaat of de grond niet te nat is alvorens bijgegoten wordt. Ook in onze spreektaal kan hetzelfde woord meerdere betekenissen hebben, het hangt ervan af in welke context het staat.

    Water

    Laat ons eens de cursus plantentaal openslaan.

    -Een plant vertoont slapte, donker kleurende, uiteindelijk rottende twijgen., geen verdroogde maar wel afvallende bladeren. Wat bedoelt de plant hiermee?

    ---Er staat teveel water in mijn pot, ik heb koude voeten!

    Wat moet er nu gedaan worden? , De plant moet onmiddellijk verpot worden in nieuwe grond en je moet er goed voor zorgen dat zoveel mogelijk oude grond van de wortels verwijderd wordt.

    Tijdens het verpotten worden eventueel de twijgen gesnoeid, vooral deze die geen blad meer hebben zodat er vele nieuwe jonge twijgjes kunnen gevormd worden.

    Doe je dat niet dan zullen de oude twijgen verder groeien en op het nieuwe gedeelte bladeren krijgen , echter niet meer op het oude vlak zodat de plant onderaan kaal zal blijven.


    Een andere zin:

    de plant maakt kleinere blaadjes, ook groeiende twijgen; de bladpluimen zijn bruin...

    De plant heeft water tekort. Je zult vaker moeten gieten.


    Meststof !

    --Andermaal te kleine blaadjes en te zwakke groei maar geen bruine bladpunten: De groei stopt zelfs helemaal.

    Dit duidt op een meststofgebrek. Geen regelmatig meststof, vloeibaar of korrels.

    Is uiteraard enkel aIs de plant in haar groeiperiode verkeert, anders niet.

    In rusttijd mag ze niet groeien en moet er juist een groeistilstand zijn


    --Er worden overvloedige twijgen gevormd met veel blad, teveel van het goede.

    De plant gaat volop haar gang maar... bloeit niet.

    Dit betekent teveel meststof. Stop een poosje met voedsel geven en doe het nadien rustiger aan.


    Standplaats

    Een ander hoofdstuk is de standplaats.

    --De plant legt lange twijgen aan, echter met weinig blad, klein en bleek van kleur, met grote tussenruimten tussen de bladeren.

    Wat is er gaande? Juist. De plant staat te donker. Ze moet meer licht krijgen

    De bladeren vertonen scherp afgelijnde vlekken, de bladeren rollen op... de plant staat te warm, het rechtstreeks zonnelicht doet de bladeren verbranden (ze vertonen brandvlekken) of ze staat te dicht bij de centrale verwarming. Ze moet verzet worden. 's Zomers beslist het zuidvenster vermijden, ofwel schennen tegen het felle zonlicht.


    --De bladeren vergelen, de groei valt plat, er is bladluisaantasting.

    Dit duidt ook op een te warme standplaats en een te droge lucht. De plant wenst een koelere stand- plaats en meer vocht in de lucht.


    --Plotseling vallen de twijgen om en rotten.

    De plant kreeg een 'koude schok, Dit gebeurt nogal eens in de winter wanneer een buitendeur te lang heeft opengestaan of wanneer een plant een koude nacht tussen venster en gordijn heeft doorgebracht.

    Het beschadigde deel moe' onmiddellijk worden weggenomen. De plant moet tegen de koude wor- den beschermd.


    --Witte of grauwkleurige vlekken op de bladeren

    wijzen op het feit dat het gietwater dat in drup- pels op de bladeren terecht is gekomen te koud is of teveel kalk bevat.

    Het gietwater moet onthard worden en op kamertemperatuur worden gebracht alvorens te gebruiken.


    ***

    Tot zover deze taalcursus.. Wie de les goed kent kan met de meeste kamerplanten omgaan. Je zult ze verstaan. Uiteraard spreekt elke plantensoort haar eigen dialect. Luister goed, de plant vertelt het je wel wanneer je iets verkeerds

    ***

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    11-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rosa 'Meitoifar'
     

    Rosa 'Meitoifar'


    Botanische naam  : Rosa 'Meitoifar' ('Auguste Renoir')
    Nederlandse naam : Fleur romantica roos
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : fleur romantica rozen
    Gebruik          : groepen/vakken, tuinen
    Hoogte           : 0.50-1.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : geurend, roze
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Blad             : bladverliezend
    Twijg/stam       : doorns/stekels


    Roos met grote bloemen, Auguste Renoir ® 'Meitoifar.

    Sterke geur voor een zeer grote bloem van een bengaals op vaste dichte gebladerte. 

    Pierre-Auguste Renoir (1841-1919)
    Franse kunstschilder en beeldhouwerDe Franse kunstschilder en beeldhouwer Pierre-Auguste Renoir werd in 1841 geboren in Limoges. Hij groeide op in een arm gezin. Rond 1845 verhuisde de familie Renoir naar Parijs. Als kind toonde Pierre aanleg voor muziek. Hij zong in het koor van Saint-Eustache. Renoir kreeg les van de beroemde componist Charles Gounod. Om in zijn levensonderhoud te voorzien beschilderde Renoir porselein, waaiers en gordijnen

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JANUARI – TIPS

     JANUARI – TIPS

    -Het is nu de ideale periode om rustig allerlei zaadcatalogi door te kijken en een lijstje te maken van allerlei soorten die je wilt kopen om over enkele maanden te zaaien.
    -Mocht je grootse plannen voor de tuin hebben, dan kun je deze wijzigingen nu op je gemak op papier uitwerken.
    -Reinigen grasmaaier en andere machines.

    VERMEERDERING:

    Stekken kunnen we nemen van de volgende planten.
    Op een vorstvrije plek in scherp zand zetten en in maart in de grond steken. Alleen als het niet vriest en met een scherp maar zuiver mes. Snij van het eenjarige hout van de moederstruik rechte twijgjes af.Verwijder de top en het onderste deel (de top is doorgaans te week en het uiteinde vaak te houterig),zodat u stekjes van 10 15 cm overhoudt.
    Inkuilen in een koude bak.
    In maart kunnen de stekjes dan de volle grond in

    --BUXUS--DEUTZIA--SERING--FORSYTHIA--KORNOELJE--HORTENSIA--LIGUSTER-- --POPULIER--WILG--PALMBOOMPJE--PHILADELPHUS(BOERENJASMIJN)--RIBES-- --WEIGELIA--BUDDLEIA(VLINDERSTRUIK)--TAMARIX--SAMBUCUS(VLIER)--SPIREA-- --BOTTELROOS--VIBURNUM(SNEEUWBAL)--HYDRANGEA--KERRIA(RANONKELSTRUIK)—

    -STEKKEN VAN CHRYSANTEN:
    Een gesneden kop stek van ca.5 cm hoog,de een tegen de ander in een grote pot,de helft gevuld met een grondmengsel van 2 delen turf + 1 deel zand.
    Zet de pot zo kort mogelijk tegen het glas bij een temperatuur van 20'.
    Zet de stekken 2 cm diep in de pot of plantkist die we afdekken met kaasdoek om de lucht vochtig te houden.
    We verpotten binnenshuis 3 maal,in 7 cm , in 12-15 cm , in 20-22 cm.

    -WORTELSTEK nemen van--PHLOX--ANCHUSSA--GAILLARDA--VERBASCUM-- -


    VERMEERDEREN-:
    -Door tegen het eind van de maand stekken te nemen van;
    -Bladstek :--GERANIUMS--BEGONIA REX--
    -Kopstek :--FICUS--
    -Stengelstek :--DRACAENA--DIEFFENBACHIA--
    -Zijscheut :--GUZMANIA--

    SNOEIEN:
    -Zodra het niet meer vriest kunt u snoeien.
    -De meest bekende en meest voorkomende boomsoorten die u boven het hoofd dreigen te groeien,kunt u deze maand in model brengen.
    Snoeien moet niet maar kan deze maand,bij volgende gewassen komt de sapstroom vroeg op gang en bij te late snoei zullen ze veel te veel sappen verliezen,het zogenaamde bloeden.

    --WILDE WINGERD--DRUIF--BERK--ESDOORN--VLEUGELNOOT--GLYCINE(blauwe regen)--BLAUWE REGEN:

    Snoei heeft als voordeel dat de plant ruim in volume zal toenemen.Alle jonge hout dat tijdens het voorbije jaar werdt gevormd,en dat niet onontbeerlijk is voor de goede vorm van de plant, wordt op zowat 7 cm weggesnoeid.

    -De nieuwe scheuten van appel- en perebomen mag u kordaat bijsnoeien.
    -Het oude hout van bladverliezende BERBERIS kunt u tot op de grond wegknippen.
    -FORSYTHIA of TOVERHAZELAAR snoeien is gemakkelijk: u knipt gewoon oordeelkundig wat takken weg voor in de vaas!!
    -Als u een grote tak weghaalt van een boom,zaagt u de tak eerst een eindje van de stam af.Daarna pas zaagt u de overblijvende stomp af (eerst onderaan,dan bovenaan), zo voorkomt u dat de bast van de boom lelijk inscheurt.
    -De zogenaamde waterloten bij de APPELBOOM snoeien we onmiddelijk weg, ook scheurende takken worden verwijderd.
    -FUSCHIA zowel op stam als onder struikvorm kunnen nu een snoeibeurt hebben. De struiken worden flink ingesnoeid terwijl alle zijscheuten op de stam worden ingekort tot op 2 of 3 ogen.
    -KLIMPLANTEN worden best wat ingekort.Op deze wijze voorkomt u dat harde wind ravages in het gewas zou aanrichten.Wat op dergelijke wijze afwaait en meestal gebroken wordt is verder toch waardeloos en dient achteraf te worden weggehaalt terwijl de win d geen enkele keuze maakt tussen wat het uiterlijke schendt en wat weg zou kunnen.
    -Worteluitlopers wegsnoeien van kultuurvarieteiten die veredeld zijn op een wilde onderstam,o.a.
    -SERING—ROZEN--RANONKELSTRUIK

    Bloembollen en -knollen:
    --Controleer de vorstgevoelige bollen, knollen in de winterberging regelmatig op ziekten. Haal aangetaste en beschimmelde of rottende bollen weg.
    --Hyacinten, krokusjes, narcissen en tulpen kunt u in bloei trekken door ze op te potten en koel weg te zetten. Zet ze pas warmer als de bloemknoppen zichtbaar zijn.

    Moestuin:
    --Als je een groentetuin hebt, kun je nu ook mooi de indeling voor het komende groeiseizoen uitdokteren.
    --Controleer de kiemkracht van uw resterende zaden. Doe wat zaad op een vochtig doekje, doe er een plastiek over (serre nabootsen) en plaats dit op de vensterbank. Als de helft van de zaden kiemen, is het zaad nog bruikbaar.
    --Zet de composthoop nog een keer om zodat deze in het voorjaar goed verteerd is.

    Kuipplanten:
    --Kijk de opgeslagen kuipplanten regelmatig na. Vooral de bladhoudende soorten mogen niet uitdrogen. Geef geregeld een weinig water en zorg voor voldoende bescherming tegen de vorst.
    --Lucht de kuipplanten in de winterberging regelmatig, door bij vorstvrij weer het raam open te zetten.
    --Geraniums (Pelargonium) kunnen nu gestekt worden. Neem stekjes van ca. 5 cm en zet ze in aparte potjes met stekgrond. Zorg dat ze niet uitdrogen.

    Kamerplanten:
    --Besproei kamerplanten ook in de winter regelmatig met de plantenspuit. Planten met grote bladeren kan u met een vochtige doek afnemen.
    --Winterbloeiende kamerplanten op een lichte, koele plek uit het directe zonlicht plaatsen.

    Vijver:
    --Zolang de watertemperatuur lager is dan 10°C mag je beslist de vissen niet voeren.
    Bij aanhoudende hevige vorst kan de ijslaag zo dik worden dat er geen uitwisseling meer is van zuurstof waardoor vissen en ander vijverleven in gevaar komt. Daarenboven zorgt het uitzetten van het ijs voor scheuren en barsten in de vijverwand. Met een ijsvrijhouder of een bussel lange twijgen voorkom je dat de vijver dicht kan vriezen en voorkom je bovenstaande problemen


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    05-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Phytolacca
     

    Phytolacca


    Botanische naam  : Phytolacca americana
    Nederlandse naam : Karmozijnbes
    Herkomst         : Noordoost-Amerika
    Bijzonderheden   : rose verbloeiend, bes giftig,zaait uit
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Gebruik          : solitair, borders, giftig, waterkant
    Hoogte           : > 1.20 m
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, aar
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Blad             : groen
    Vrucht           : zwart, rood/bruin


    Standplaats:
    Het is een plant voor voedselrijke, vochtige grond.

    Kenmerken:
    De karmozijnbes is een vrij grote plant die al vrij snel tot anderhalve meter hoog kan worden. In juli en augustus verschijnen dan de opvallende witte bloemen en na de bloei verschijnen er decoratieve, zwarte vruchten die tot in de herfst aan de planten blijven zitten. Bij de Phytolacca americana gaan de twijgen met de bessen na verloop van tijd doorhangen.

    Bloemen :
    De westerse karmozijnbes bloeit van juli tot september met witachtige bloemen. De vruchtdragende trossen gaan later overhangen, in tegenstelling tot die bij de oosterse karmozijnbes (Phytolacca esculenta). De tien vruchtbeginsels zijn met elkaar vergroeid, ook dit in tegenstelling tot die van de oosterse karmozijnbes.

    Planten :
    Karmozijnbes is een solitair. Het is een gezond ogende plant die nauwelijks wordt aangevreten. Een plekje op de hoek van een border of voor een rand met heesters is het meest geëigende gebruik van deze plant. Halfschaduw en schaduw worden op prijs gesteld. Op een voedselrijke bodem (humus of klei) kan de plant één tot drie meter hoog worden met een breedte van één tot anderhalve meter. Op wat minder vochthoudende gronden wordt de hoogte niet meer dan een meter.

    Gebruikte delen:
    Karmozijnbesproducten zijn extracten van alle onderdelen van de plant: bladeren, wortel en bessen.
    Karmozijnbes bevat chemische stoffen die bekende toxinen zijn, maar verschillende van zijn andere bestanddelen vertoonden een biologische werkzaamheid in laboratoriumproeven.

    Werkzame bestanddelen:
    De karmozijnbes is een meerjarige plant met dikke hoofdwortel. De stengels die ieder jaar afsterven zijn rood met om-en-om groeiende lancetvormige bladeren. De bloemen groeien in enkelvoudige trossen en hebben witte vijflobbige bloemdekken. De wortel, in de winter gerooid en bij een temperatuur van 40 graden gedroogd, is het deel van de plant dat het meest wordt gebruikt.

    De drogerij bevat saponinen, zetmeel, gom en hemicellulose.

    Van oudsher wordt Karmozijnbes gebruikt ter bestrijding van reuma, astma, dysenterie of aambeien. De bessen zouden stoffen bevatten die van invloed zijn op het celdelingsproces. Ze zouden zelfs chromosomen beschadigen en daarmee het ontstaan van kanker kunnen bevorderen.

    Eigenschappen:
    De karmozijnbes heeft zeer dikke penwortels met enorme reserves die aan bieten doen denken. Als je ze uittrekt en je hebt maar een stukje van de wortel mee, dan zullen het volgende jaar meerdere stengels uit de resterende wortel opschieten. Wil je de planten definitief verwijderen uit de tuin, dan kun je ze het best met de spade volledig uitgraven zodat er geen stuk wortel achter blijft.

    Bij de eerste vorst zullen de planten bovengronds volledig afsterven en in het voorjaar lopen ze net als alle andere vaste planten terug netjes uit.

    De wortels en de zaden zijn zeer giftig voor mens en vee.

    Vermeerderen :
    Door scheuren en zaaien
    Zaaien in maart onder glas. Uitplanten eind april in de volle grond.


    Soorten :
    P.Acinosa – wit,juli-sept 1,50
    P.Americana – wit,juli-sept 1,20

    Weetjes :

    De vruchten van de karmozijnbes worden zeer graag door de vogels gegeten. De giftige zaden ervan worden niet verteerd in de maag en zodoende worden ze in de ruime omgeving van de moederplant via de vogelontlasting in vele Nederlandse en Belgische tuinen uitgezaaid waar het vaste gasten worden.

    Ze verspreiden zich zoals de Amerikaanse vogelpest en de vlierstruik.

    De naam is afgeleid van het Griekse 'phyto', of plant en anderzijds het Latijnse 'lacca' wat je kan vertalen naar lak of verf. Dat verwijst naar het een donkerrood pigment dat de Indianen vroeger uit het sap van de rijpe bessen haalden om er hun wol (kledij), sierraden, gebruiksvoorwerpen mee te kleuren. De kleurstof werd later ook gebruikt als rode inkt en evenzeer om er vale rode wijn en port mee bij te kleuren zodat deze donkerder van kleur werd. Dit heeft echter negatieve neveneffecten op de spijsvertering van de wijndrinkers. In Frankrijk werd het gebruik ervan dan ook verboden en wie toch betrapt werd kreeg toendertijd de doodstraf.

    De benaming van 'karmozijnbes' verwijst trouwens eveneens naar de kleurstof die men uit het bessensap kon winnen.

    Karmozijnbes wordt al eeuwenlang gebruikt vanwege de kleureigenschap. Musea in de Verenigde Staten liggen vol met documenten die de eerste Europese immigranten beschreven hebben met Karmozijnbes-inkt. Indianen waren van oudsher gewoon om gebruiksvoorwerpen, kleding én hun eigen huid te beschilderen met deze rode verfstof.

    Bij deze uitgesproken kleurrijke eigenschappen is het lastig om een associatie met zeep en wassen te krijgen. De grijswitte penwortel blijkt echter een uitstekend wasmiddel te zijn! De wortels zitten namelijk vol met saponinen, zeepstoffen. Fijngesneden wortelstukjes meekoken in het vuile waswater en u krijgt een helderwitte schone was als eindresultaat.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)

    Vaste planten
    Acaena magellanica
    Aconitum 
    Acanthus
    Achillea Millefolium
    Adonis amurensis  
    Ajuga Reptans 
    Alchemilla Mollis
    Anaphalis triplnervis
    Anemone Hupehensis
    Arum italicum
    Aster Alpinus
    Astilbe Arendsii
    Astilbe "Fanal"
    Ballota
    Baptisia
    Bergenia Cordifolia
    Calluna
    Campanula Persicifolia
    Centaurea montana
    Cerastium tomentosum
    Convallaria majalis
    Chrysanthemum
    Crambe
    Dictamnus albus
    Doronicum
    Echinacea
    Echinops Banaticus
    Eupatorium purureum
    Euphorbia Characias
    Fargesia
    Gaillardia
    Geranium
    Geranium Sylvaticum
    Gypsophila
    Helleboris niger
    Helianthus salicifolius
    Hemerocallis
    Hepatica transsylvanica
    Heuchera 
    Hosta undulata
    Hypericum
    Iberis sempervivum
    Inula magnifica
    Iris Ambassadeur
    Iris Sibirica
    Kalimeris incisa
    Lamium Maculatum
    Lavandula A.Hidcote
    Lavandula Stoechas
    Liriope muscari  
    Lychnis chalcedonica
    Lysimachia Punctata
    Oenothera macrocarpa
    Omphalodes Verna
    Onoclea sensibilis
    Pachysandra 
    Persicaria
    Phlox Subulata
    Phuopsis stylosa
    Physostegia virginiana
    Phytolacca
    Potentilla Atrosanguinea
    Primula 
    Prunella grand "Loveliness"
    Pulmonaria
    Pulsatilla vulgaris
    Rudbeckia
    Ranunculus ficaria
    Salvia Nemorosa
    Saxifraga 
    Scabiosa
    Sedum Str.& Cr
    Smilacina racemosa
    Solidago GD
    Stokesia 
    Tarella Cordifolia
    Veronica longifolia
    Vinca minor en major  
    Waldsteinia ternata
    Yucca Filamentosa


    Heesters
    Abelia schmannii
    Aucuba
    Andromeda
    Aralia elata
    Berberis
    Buxus sempervirens
    Buxus-ziekten
    Callicarpa
    Camelia

    Caryopteris C.HB
    Ceanothus
    Chaenomeles
    Choisya
    Clerodendrum trichotomum
    Clethra alnifolia
    Cornus alba "elegantissima'
    Corokia Cotoneaster
    Cotoneaster
    Daphne pontica
    Deutzia gracilis
    Exochorda racemosa
    Elaeagnus ebbingei
    Enkianthus campanulatus
    Euonymus alatus
    Euonymus fortunei
    Forsythia Intermedia
    Hamamelis Mollis
    Hebe "Autumn Glory"
    Hebe buxifolia
    Hydrangea annabelle
    Hydrangea Arborescens "Grandiflora"
    Hydrangea paniculata
    Hippophae rhamnoides
    Ilex aquifolium
    Jasminum Nudiflorum
    Kalmia
    Kerria japonica
    Lagerstroemia
    Lavatera Rosea
    Ledum groenlandicum
    Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
    Lonicera Nitida
    Mahonia aquifolium
    Osmanthus burkwoodii
    Paeonia lutea
    Paeonia suffruticosa
    Pernettya mucronata
    Philadelphus
    Pieris japonica
    Polygala
    Potentilla fruticosa A 
    Pyracantha
    Prunus Lusitanica
    Prunus triloba
    Rhododendron "Apple Blossom"
    Rhododendron
    'chr.ch'
    Sarcococca
    Skimmia Japonica
    Spiraea Japonica
    Syringa Vulgaris
    Viburnum Davidii
    Viburnum Opulus
    Viburnum plicatum "mariesii"
    Weigela

    Grassen
    Calamagrostis
    Carex Elata
    Cortaderia selloana
    Deschampsia
    Imperata Red Baron
    Lampepoetser
    Miscanthus Sinensis
    Molinia caerulea

    Bolgewassen :
    Allium Giganteum
    Begonia x T
    Begonia sutherlandii
    Blauw druifje
    Camassia
    Colchicum autumnale
    Colchicum speciosum
    Crocus cancellatus
    Crocosmia
    Dahlia
    Eucomis autumnalis
    Fritillaria bucharica
    Fritillaria imperialis
    Galanthus
    Ixiolirion tataricum
    Ipheion uniflorum
    Lilium "Mona Lisa"
    Lilium Pumilum
    Montbretia-Crocosmia
    Puschkinia  
    Sandersonia aurantiaca
    Schizostylis
    Scilla siberica
    Sierui 

    Een en tweejarigen 
    Adonis aestivalis 
    Ageratum Houstonianum  
    Alcea Rosea
    Cobaea scandens
    Cosmos bipinnatus
    Digitalis purpurea
    Dorotheantus
    Heracleum mantegazzianum
    Iberis umbellata
    Impatiens balsamina
    Ipomoea Tricolor
    Jasione
    Lagurus ovatus
    Limonium latifolium
    Myosotis sylvatica
    Nicotiana alata 
    Pelargonium
    Platycodon
    Portulaca
    Salpiglossis
    Tropaeolum malus


    Kamerplanten  
    Abutilon
    Achimenes
    Aërides
    Aeschynanthus
    Anigozanthos

    Bougainvillea
    Browallia
    Cactussen
    Calceolaria hybr
    Callicia
    Calistémon
    Cattleya
    Crassula
    Croton
    Ctenanthe
    Dieffenbachia
    Dipteracanthus
    Episcia
    Euphorbia Pulcherrima
    Exacum
    Fittonia
    Gloriosa
    Graptopetalum
    Hypocyrta
    Howeia
    Jatropha
    Kalanchoe beharensis
    Kalanchoe blossfeldiana
    Mandevilla of Dipladenia
    Pilea microphylla
    Plumeria
    Polystichum
    Raphis
    Rhipsalidopsis
    Sanseveria
    Schefflera
    Selaginella
    Senecio Kleinia  
    Senecio rowleyanus
    Stapelia hirsuta
    Vriesea Astrid
    Zantedeschia of Calla lily

    Bomen :  
    Acer Campestre
    Laburnocytisus adamii 
    Laburnum watererii 'Vossii'
    Magnolia kobus
    Malus "Radiant"
    Malus "Toringo"
    Morus alba
    Platanus acerifolia
    Ptelea trifoliata
    Pterostyrax hispida
    Prunus cerasifera'nigra'
    Prunus gondouinii
    Prunus serrulata
    Prunus subhirtella
    Robinia pseudoacacia 'Frisia'
    Salix Babylonica
    Salix integra
    Taxus baccata

    Kruiden :
    Achillea ptarmica
    Agrimonia eupatoria
    Allium savitum
    Artemisia
    Harpagophytum procumbens
    Lysimachia vulgaris
    Melilotus Alba
    Pseudofumaria lutea
    Senecio jacoaea
    Symphytum officinale

    Klimplanten : 
    Aristolochia durior
    Clematis Armandii
    Clematis "Madame Baron V"
    Clematis vitalba  
    Fallopia aubertii
    Gelsemium
    Hedera helix
    Lonicera caprifolium
    Passiflora caerulea
    Periploca graeca
    Wisteria

    Kuipplanten
    Abelia
    Aeonium arboreum 
    Agapanthus
    Brugmansia
    Caesalpinia
    Camellia sinensis
    Carissa
    Dracaena
    Erythina
    Eucalyptus niphophila 
    Fuchsia's
    Hedychium gardnerianum
    Hibiscus rosa-sinensis
    Lantana camara
    Lapageria rosea
    Laurus Nobilis
    Nerium oleander
    Pittosporum tobira
    Pleione formosana
    Plumbago auriculata
    Punica granatum
    Solanum Thurino

    Waterplanten
    Acorus calamus
    Aponogeton
    Lemna trisulca
    Nymphaea 'Alba'  
    Persicaria amphibium
    Pontederia Cordata
    Ranunculus Lingua

    Rozen :
    Rosa "Anneke Doorenbos"  
    Rosa "Alain"
    Rosa "Albertine"
    Rosa "Allgold" 
    Rosa "Allotria"
    Rosa "Altissimo"
    Rosa 'Admired Miranda'
    Rosa "Ausblush"
    Rosa "Ausbord"
    Rosa "Ausbuff"
    Rosa 'Auscot'
    Rosa 'Auslight'
    Rosa 'Auslo'
    Rosa 'Baron Girod de L'ain'
    Rosa 'Dortmund'
    Rosa "Frau Astrid"
    Rosa "Korliluc"
    Rosa 'Meitoifar'
    Rosa regusa   
    Rosa "Swan Lake"

    Rotsplanten
    Geranium cinereum 'Ballerina'
    Dryas octopetala
    Helianthemum "wisley pink"
    Sedum acre
    Sempervivum arachnoideum
    Sisyrinchium californium


    Groenten :

    Paprika


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs